Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Eindverslag: Voor iedereen een andere Moedercode

op 12 mei 2020 door

Voor iedereen een andere Moedercode

Kinderen die in de nabije toekomst opgroeien met en worden opgevoed door een grote moederrobot; dat is het opmerkelijke idee achter het boek De moedercode van debuterend auteur Carole Stivers. Het idee kreeg de vorm van een sciencefictionthriller die zich afspeelt in een (post)apocalyptische wereld. Geen gewoon boek om in het Nederlands uit te geven en daarom zeker geschikt om te bespreken in een leesclub op Hebban. Er werd een gemengde groep deelnemers geselecteerd die bestond uit liefhebbers van het genre, lezeressen die slecht bekend zijn met sciencefiction maar werden aangetrokken door het thema en een paar mensen die zich daar ergens tussenin bevonden. Uiteindelijk had iedereen een heel eigen leeservaring met het boek, maar kwam er toch een opvallend breed gedragen conclusie uit de discussie tevoorschijn. Helaas was die conclusie niet heel gunstig voor het boek.

 

De deelnemers

De leesclub begon met de volgende 15 enthousiaste, ingelote deelnemers: VinaPina, Sandra, Herke1978, Anne1999, Paula, Mascha Oostenbrug, Petra, Ruby, Samantha, Melissa Markesteijn, Sandra Hutchison, GeaK60, Carovh, Samuel Derous en coördinator Anne-Claire Verham. Nog voor het begin van de leesclubdiscussie mochten zij ook nog Marieke Scheers en Marianne Delmee verwelkomen als deelnemers met een eigen exemplaar van het boek.

 

De auteur

Carole Stivers is een Amerikaanse met een pittige wetenschappelijke carrière. Ze is doctor in de biochemie en werkte op universiteiten en in de medische diagnostiek. Momenteel woont en werkt ze in Sillicon Valley in Californië, waar ze ook de overstap naar fictieauteur maakte. Zelf leest ze graag sciencefiction en mysterieboeken. De moedercode was al een succes voordat het in de VS uitkwam, aangezien de vertaalrechten toen al aan tal van landen waren verkocht en de filmrechten aan de productiemaatschappij van Steven Spielberg.

 

Het verhaal

In 2049 gaat er iets mis met een in een laboratorium gecreëerd virus, waardoor de wereld aan een pandemie ten onder gaat. Een team van Amerikaanse wetenschappers probeert het tij te keren, maar als de kans van slagen klein wordt, komen ze met een alternatief plan om toch in ieder geval de mensheid te redden. Dat bestaat uit het bouwen van grote robots met artificiële intelligentie waarin immune embryo’s geplaatst worden. In 2054 worden deze moederbots daadwerkelijk uitgezet in de woestijn en negen maanden later worden de kinderen geboren. Degene die het redden groeien verder op en worden opgevoed door hun eigen specifieke moederbot. Daarbij volgen we vooral de jongen Kai en zijn bijzondere moeder Rho-Z.

Als de kinderen tegen de 12 lopen gaan ze op zoek naar elkaar, terwijl ondertussen een aantal nog steeds levende wetenschappers hun ook probeert te vinden. Net wanneer alles goed dreigt te komen, gaan de moederbots zich echter vreemd gedragen. Het is dan vooral aan Kai en Rho-Z om te voorkomen dat de wetenschappers de moederbots zullen vernietigen.

 

Verschillende moedercodes

De term moedercode verwijst naar de code waarmee de robots zijn geprogrammeerd. Belangrijk kenmerk daarvan is dat voor iedere robotmoeder een heel eigen persoonlijkheid is geprogrammeerd, waardoor alle kinderen toch met een verschillende achtergrond opgroeien. Gaandeweg de discussie blijkt echter dat de manier waarop een lezer dit boek ervaart ook sterk afhangt van persoonlijke achtergronden en interesses. Daarmee is ook De moedercode als boek voor iedereen anders. Onderstaande zaken spelen daarbij een belangrijke rol.

 

1. Veel wetenschappelijke en technische inhoud 

Carole Stivers blijkt haar achtergrond niet bepaald te verloochenen in haar eersteling. Het boek zit vol wetenschappelijke en technische ideeën, die met veel vakjargon uit de doeken worden gedaan. Niet zonder uitleg, maar ook niet altijd met. Dat betreft niet alleen de moederbots, maar ook het geconstrueerde virus dat de apocalyps veroorzaakt. De derde discussievraag gaat daarom over deze kant van De moedercode. Voordat de leesclub daar is aangekomen, is er echter al het nodige over gezegd, bij de voorgaande vragen en in het leesclubcafé, want het hield de gemoederen behoorlijk bezig. Uiteindelijk bleek dat vooral diegenen met een wetenschappelijke, technische of medische achtergrond de tekst een stuk makkelijker konden volgen dan leken. Het wel of niet hebben van ervaring met sciencefiction als genre maakte maar weinig verschil.

Mascha (niet bekend met SF): De technische informatie zit vooral in het eerste deel van het boek. Aangezien ik zelf ooit begonnen ben binnen Genetica was een deel goed te volgen, al moest ook ik diep graven in mijn geheugen, maar dat vond ik eigenlijk alleen maar leuk. Technische termen vind ik over het algemeen niet erg, vaak wel interessant.

Melissa (wel bekend met SF): Ik merkte dat ik in dit boek erg over de technische termen heen las. Het had voor mij geen toegevoegde waarde. Misschien ook wel omdat ik het soms niet helemaal begreep. Het had wat meer uitleg mogen hebben voor de leek als je er echt een punt van had willen maken.

Ook over de vraag of al die wetenschappelijkheid wel toegevoegde waarde had voor het boek bleken de meningen echter te verschillen:

Petra: …, vond ik dit in het begin best vervelend om maar zo te zeggen alleen gedurende het verhaal vond ik het toch eigenlijk wel horen bij het boek en de verhaallijn. Uiteindelijk is hierdoor mijn visie toch veranderd en vind ik het totaal bij het boek passen.

Gea opperde nog het idee een woordenlijst in het boek te plaatsen voor de al te wetenschappelijke termen. Daar werd door een handvol deelnemers positief op gereageerd, maar niet door iedereen. Sandra meende juist dat uitgevers zoiets vooral niet moet doen omdat ze het boek dan in en een bepaalde hoek duwen.

Sandra: Bij een 'gewone' roman zou ik dat persoonlijk hoogst ongebruikelijk vinden, want dan classificeer je op voorhand, terwijl je als schrijver een zo groot mogelijk publiek wilt bereiken. Het is dan mijns inziens aan de lezer of hij/zij gecharmeerd is van deze boodschap.

 

2. Een veelheid aan personages, vertelperspectieven, locaties en tijden

De moedercode is zonder twijfel een boek met veel personages en gezichtspunten. Bijkomende complicerende factor is dat de tijden waarin de betreffende vertelperspectieven zich bevinden verspringt en er vrij veel locaties zijn. De ervaring leert dat een dergelijke opzet risicovol is; indien goed gedaan kunnen lezers het interessant vinden om een verhaal vanuit meerdere kanten te bekijken, maar het geeft ook snel verwarring. De vraag is dus hoe dat volgens de leesclub bij dit boek uitpakt.

Er blijken dan veel klachten te zijn. Er zijn teveel personen, de opzet werkt verwarrend en niet iedereen kan de verschillende personages goed uit elkaar houden. Irritatie was er ook over het feit dat de auteur voor- en achternamen door elkaar heen gebruikt voor bepaalde personages, wat niet helpt bij het uit elkaar houden van iedereen.

MariekeHet waren er erg veel en zeker in het begin was het erg zoeken wie nu wie was, ook omdat ze de ene keer met voornaam en dan weer met achternaam werden genoemd. Ik heb regelmatig mijn lijstje met namen erbij moeten pakken. Meestal stoort het me niet als er vele personages aan bod komen, want je krijgt wel een compleet beeld van het verhaal, maar het waren al veel locaties en dan ook nog veel wisselingen, het duizelde mij weleens.

Toch geven ook veel deelnemers aan dat, hoewel ze in het begin moesten wennen aan het snelle wisselen van perspectieven, ze deze in principe wel waarderen en denken dat het bij dit verhaal zeker een meerwaarde had.

Samantha:  Juist doordat je mee wordt genomen aan de hand van een personage is er meer uitleg over gebruikte technieken mogelijk. Later in het verhaal komen er een aantal personages samen waardoor je ook de onderlinge relatie beter begrijpt. Ik ben dus van mening dat de personages juist nog meer tot leven komen door het gebruik van al die perspectieven. 

 

3. De personages

Omdat ze met zoveel zijn, spreken de personages lang niet altijd aan en vinden veel deelnemers dat deze niet goed tot leven komen en/of te weinig diepgang hebben. Daardoor had men vaak moeite zich in hen te leven.

Caro: Door de vele wisselingen raakte ik soms wel wat in verwarring en miste ik enige diepgang. De schrijver bleef wat op de oppervlakte met betrekking tot de gevoelens en diepere gedachten. Vanuit dat perspectief was het misschien beter om minder vertelperspectieven toe te passen en daar wat dieper op in te gaan.

Uiteindelijk kan niet iedereen een favoriet personage noemen, al lijkt dat ook te komen doordat de auteur niet de juiste keuzes maakt. Er wordt opvallend vaak gemeld dat deelnemers graag meer hadden gelezen over wetenschapster Rose McBride die halverwege het boek wegvalt,  Kai die pas naar het einde toe vaker aan bod komt en de Hopi-indianen die in het verhaal een rol spelen, maar geen enkel gezichtspunt krijgen. Het meisje Misha, dat zelfs pas halverwege het boek wordt geïntroduceerd, kreeg verrassend genoeg de meeste voorkeursstemmen.

VinaPina: Misha, omdat ze de uitzondering is: ze is uitgebroed door een robot, wordt opgevoed door mensen, stamt af van de Hopi, … Ze is een buitenbeentje en probeert een brug te vormen tussen de mensen die de Epidemie overleefden en de kinderen die door de Moeders zijn opgevoed.

De mannelijke wetenschappers James Said en Rick Blevins die nog de meeste ruimte krijgen, worden respectievelijk een enkele maal en helemaal niet genoemd als favoriet.

 

4. Een apocalyptisch én postapocalyptisch verhaal

In de eerste helft van De Moedercode wordt de apocalyps (vrij uitgebreid) beschreven, maar de tweede helft van het verhaal speelt zich voor een groot gedeelte af in de postapocalyptische wereld. Uit een discussievraag hierover blijkt dat veel deelnemers positief zijn over het feit dat de apocalyps nu eens wat meer in beeld komt. Al had het ook op dit punt voor de meesten een onsje meer mogen zijn.

SamuelOok dit verhaal is niet zo erg origineel natuurlijk, in zijn concept van de apocalyps: een mensgemaakt virus wordt oncontroleerbaar en decimeert de wereld. Toch vond ik het boeiend om te lezen, al vind ik het niet helemaal uitgebreid uitgewerkt; wanneer de oorlogen uitbreken lijkt het opeens te stoppen en gaan we door naar deel twee … . Hier bleef ik een beetje op mijn honger zitten, maar aan de andere kant, zou het dan wel misschien een erg dik boek (of een boek in twee delen) zijn geworden.

 Over de postapocalyptische wereld zijn sommigen aardig te spreken, maar ook hier ontbreekt nog wel wat.

VinaPina: Ik had best meer willen lezen over het postapocalyptische uitzicht van de wereld. …  Het kwam wel geloofwaardig over, maar meer details had ik zeker niet erg gevonden.

Een punt hierbij was ook of de wereldbouw in de kern van de zaak een beetje is geslaagd en beiden werelden in het boek geloofwaardig overkomen en op elkaar aansluiten. Daar waren de meesten nog best redelijk over te spreken. Al blijkt dat een aantal frappante overeenkomsten met de coronacrisis wel hebben geholpen.

Ruby:  Ik denk dat ik tot vorig jaar zou zeggen dat ik het een vrij ongeloofwaardig verhaal vond, maar ik moet zeggen dat er énorm veel gelijkenissen waren met de huidige situatie van Corona.   

 

5. Issues betreffende AI en opvoedkunde

Veel lezers hadden verwacht dat het boek in zou gaan op wat het voor de kinderen zou doen om door een robot te worden opgevoed. Want kunstmatige intelligentie is een interessant verschijnsel, maar wat kun je er wel mee bereiken en wat zal nooit lukken? Omdat dat in dit geval opvoedkundig gezien is, dringt zich bovendien de kwestie wat is nature en wat is nurture op. Nog belangrijker waarschijnlijk is de vraag of het wel lukt voor een kind om een echte band te krijgen met een moeder van metaal in plaats van vlees en bloed. Dit zijn cruciale vragen in relatie tot het verhaal, maar ze worden slechts matig tot niet opgepakt door de auteur. Zowel op het gebied van AI als op dat van opvoedkunde missen de meeste deelnemers diepgang en nadere uitwerking.

Gea: Ik heb me vooral voor deze leesclub ingeschreven door de beschrijving van de moederrobot: een robot met de kennis en het instinct van een menselijke moeder. Met name het instinct intrigeerde mij. En juist dat komt nauwelijks aan de orde; op het laatst dan pas als de 'eigen persoonlijkheid' van de robots wordt geactiveerd. Welk effect dit op de kinderen heeft, komt al helemaal niet uit de verf. 

Anne-Claire Een belangrijk onderdeel van artificiële intelligentie is volgens mij dat de robot het vermogen heeft om bij te leren en dus boven zijn eigen programmering uit te groeien. Het bouwen en ontwerpen van de moederbots door Rose en Sara vond ik in dit boek sterk en ik heb de stukken daarover met plezier gelezen. Maar het zelflerende vermogen van de robots vond ik in de praktijk niet zo goed uit de verf komen. Uiteindelijk bleken ze toch erg te reageren op hun programmering. Beetje jammer wel.

 

 6. Hoe de moederbots vorm krijgen

Nauw verbonden hiermee is de vraag wat de lezer vindt van de manier waarop Carole Stivers haar moederbots vormgeeft. Hoe beter deze robots je bevallen en je in hen als moeder kunt geloven, hoe beter het verhaal je waarschijnlijk zal bevallen. Uit de discussie blijkt dan dat zeker op dit punt ieder met een andere bril naar de moederbots kijkt. Op het punt dat de moederbots ieder met een eigen persoonlijkheid zijn geprogrammeerd wordt bijna uitsluitend positief gereageerd. Voor de rest wisselen kritiekpunten en complimenten elkaar echter weer af.

Zo voert Ruby een sterk kritiekpunt aan tegen het idee van moederbots in het algemeen:

Ruby: Opvoedkundige robots vind ik eigenlijk een beangstigende gedachte. Hoe kunnen zij bepaalde zaken beoordelen. Soms kan een kind iets heel ’stout’ doen maar is het eigenlijk gewoon een kwestie van een goede inborst. … Hoe kan een robot kleine insinuaties hebben of het EQ waar we allemaal mee zitten?

En anderen kregen maar weinig voeling met deze robots.

Paula: Ik bleef de robotmoeders toch een beetje kil vinden, zeker omdat we niet weten hoe de eerste jaren van de kinderen zijn, en dat zijn toch de belangrijkste jaren.

Toch zag een gedeelte van de leesclub de moederbots wel als zorgzaam en sympathiek en vonden zij deze geloofwaardig genoeg vorm gegeven.

Herke:  Ik had de indruk dat ze echte moeders waren die hun kinderen zoveel mogelijk wilden leren over de wereld en ze zo goed mogelijk wilden beschermen. Ze waren dusdanig goed geprogrammeerd dat ze exact wisten wat ze moesten doen om hun kind groot te brengen, van de juiste voeding tot de juiste overlevingstechnieken enz.. Ze konden verzorgen, troosten en leerden wat emoties waren en hoe hier mee om te gaan.

In ieder geval gaven ze veel stof tot nadenken en dat is altijd een goed ding. Eén deelneemster kwam op basis daarvan tot een heel eigen conclusie:

Anne: Ik heb tijdens het lezen van dit boek best veel nagedacht over de scheiding tussen mens en machine en vooral ook de combinatie van mensen en machines als ze samen leven of elkaar versterken, wat bij de moeders zeker het geval is. Het voordeel van een machine als moeder is dat ze weinig tot geen menselijke fouten kan maken in de opvoeding van het kind en dat het enige doel van de ‘moeder’ is om het kind op te voeden, waardoor je er zeker van kunt zijn dat de hele opvoeding soepel en ‘volgens het boekje’ zal verlopen. Het nadeel is echter dat ik denk dat juist deze kleine fouten een moeder menselijk maken en dat een kind dat nodig heeft om zelf ook menselijk te worden. Je kunt een machine tot alles programmeren, maar het verloopt altijd perfect en dat is juist niet wat je nodig hebt in de opvoeding van een mensenkind, naar mijn idee.

7. De schrijfstijl

Bij vragen naar de schrijfstijl van Carole Stivers blijkt niemand echt negatieve aanmerkingen te hebben op de vlotheid daarvan. Toch is snel doorlezen niet iedereen gegeven bij dit boek, maar dat lijkt meer te liggen aan het wetenschappelijke taalgebruik en de opzet met veel personages en verspringende tijden dan aan de zinnen. Hoewel verschillende lezeressen opmerken dat de schrijfstijl na de eerste hoofdstukken verandert.

Caro: Haar schrijfstijl is mij uiteindelijk goed bevallen. In het begin van het verhaal moest ik er wel even aan wennen, maar na enkele hoofdstukken las het prettig weg. Naar mijn mening had dit ook te maken met de manier van beschrijven, deze werd voor mijn gevoel wat bondiger. In de eerste inleidende hoofdstukken werd er heel veel (wetenschappelijke) informatie verteld, wat voor mijn gevoel niet altijd nodig was. Latere hoofdstukken kwamen veel meer tot de kern.

Marianne: Ik ervaar in de schrijfstijl " twee zielen in een borst" , een precieze wetenschapper en een romanschrijver. Dat maakt het boek bij vlagen ontoegankelijk, althans voor mij. Omdat ik echt gegrepen werd door het thema nam ik de moeite om de stukken die de ontwikkeling en de proeven tot bestrijding van het virus betreffen verschillende keren opnieuw te lezen… Deze gedeelten weken in schrijfstijl en toegankelijkheid erg af van de rest van het boek  …  Hier weet de schrijfster me echt te raken.

 

8. Twee sterk verschillende boekhelften

Door de hele discussie heen bleek dat voor bijna iedereen dit boek bestond uit twee delen: het eerste deel waarin vooral veel aandacht was voor het gemanipuleerde virus en de apocalyps en het tweede deel dat zich concentreerde op de kinderen en de dreigende vernietiging van de moederbots. Maar ook nu bleek dat voorkeuren voor het eerste dan wel twee deel per persoon konden verschillen, al waren er natuurlijk ook deelnemers zonder expliciete voorkeur.

Sandra: Waar ik vooral tegen aan hik, is het sterke begin, waarna het boek inkakt, zeker in het tweede deel. Ik kreeg de indruk dat - via de kinderen - één en ander werd uitgelegd/verklaard, als een soort (levens-) les. Dat heeft mij behoorlijk geïrriteerd. Ze heeft haar lezerspubliek blijkbaar niet erg hoog. Eerste deel geschikt voor volwassenen, tweede deel een erg groot YA- gehalte. Het technisch SF gehalte had ze wat mij betreft door moeten trekken. 

Sandra Hutchison:  Het wetenschappelijke en technische gedeelte had wat mij betreft in De Moedercode voor een groot deel weggelaten mogen worden. … . Het haalde me nu juist uit het verhaal en ondanks dat ik het redelijk kon volgen vond ik juist de andere delen (de relaties tussen de moeders en de kinderen bijvoorbeeld) veel boeiender om te lezen.

 

En toch een breed gedragen conclusie

Zoveel verschillende leeservaringen en meningen als er ook waren, toch was er één belangrijke eindconclusie die door alle deelnemers aan de leesclub in meerderde of mindere mate werd onderschreven en dat was de volgende:

De moedercode is niet afdoende uitgewerkt, het verhaal is niet af, er zijn nog teveel losse eindjes, het laat kansen liggen.

Een situatie die misschien de uiteenlopende meningen over het boek in de hand heeft gewerkt, maar in ieder geval de oorzaak is voor de bescheiden beoordeling die het boek uiteindelijk van de leesclub mocht ontvangen.

 

Eindoordeel

Uiteindelijk kwam de sterwaardering uit op een gemiddelde van 2,9 sterren (50 :17). Paula kon na een lange worsteling met het boek niet anders dan slechts 1 ster uitdelen, Anne, Melissa en Marianne hielden het bij 2 sterren, Sandra, Gea en Ruby kozen voor de optie bij leesclubs 2,5 ster te mogen uitdelen (al is dat bij hun recensies afgerond naar 2 sterren) , een meerderheid van acht deelnemers hield het op 3 sterren, Samuel, een van de meer enthousiaste lezers gaf 3,5 ster,  Samantha en Petra, de meest positieve lezeressen gaven 4 sterren. Kortom, tot een onvoldoende komt de leesclub niet, maar de vlag gaat ook niet uit. Niet helemaal of helemaal niet voldaan aan de verwachtingen. Maar toch zeker wel voor één deelneemster:

Samantha: Verder heeft het ook zeker voldaan aan mijn verwachting dat ik helemaal deze wereld in wilde duiken en het jammer zou vinden om er afscheid van te nemen als het boek uit was.



Reacties op: Eindverslag: Voor iedereen een andere Moedercode

Meer informatie

Gerelateerd

Over

Carole Stivers

Carole Stivers

Carole Stivers is geboren in East Cleveland, Ohio. Zij behaalde haar doctora...