Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Verslag bespreking We doen wat we kunnen - Lykele Muus

op 23 september 2019 door

We doen wat we kunnen, dat is niet alleen de titel van het boek dat we bespraken, de tweede roman van de Nederlandse schrijver en acteur voor theater, tv en film Lykele Muus, maar ook het motto waaronder wordt geprobeerd deze samenvatting te schrijven. Maar liefst 10 Hebban-VIPs, 24 gelukkige meelezers en zelfs enkele andere enthousiastelingen met een eigen exemplaar deden mee aan deze meeleesclub.

In deze roman wordt een beladen dilemma aangesneden: twee gezinnen die via hun dochters, beide enig kind, bevriend met elkaar zijn geworden, delen een vakantiehuisje aan zee. Als na een zwaar ongeval met een quad beide meisjes, Madelon en Elisa, in het ziekenhuis belanden en Elisa in een coma raakt moeten haar ouders Gwen en Tom afwachten of ze nog wel ontwaakt. Met Madelon gaat het ogenschijnlijk een tijdje beter maar ook zij zet haar ouders Esther en Danny voor een onverwachte tegenslag. Er ontwikkelt zich een dilemma tussen beide ouderstellen, de verhoudingen worden door elkaar geschud en de ouders moeten onverbiddelijke keuzes maken. Ook onder elkaar komen de koppels niet altijd meer overeen door de zware storm waar ze in zijn beland. Hoe ver gaan ouders om hun kind te redden? Dat het een zwaar thema is, daar was iedereen het wel over eens.

Hoe waardeerden onze lezers dit boek? Wat vonden zij van de personages en hun gedragingen en ontwikkeling? Van in het begin vonden lezers het moeilijk om de personages uit elkaar te houden, mede omdat het verspringen van het perspectief tussen de vier personages die aan bod komen er voor zorgt dat het niet voor iedereen even duidelijk is. Wendyvd schrijft het zo: “Ik bleef gedurende het hele boek moeite hebben om de personages uit elkaar te houden, ik moest goed nadenken wie juist wie was en wie bij elkaar hoorde, dit ging niet vanzelf.” Het viel bijna iedereen wel op dat er voor de vele dialogen in het boek geen aanhalingstekens werden gebruikt, waarvoor de auteur die ook in was voor vragen en antwoorden enkele specifieke redenenbleek te hebben. Eén van die redenen is dat hij geen nadruk wou leggen op wié wat juist zegt in het verhaal. Lykele: “Het maakt in principe niet uit wie iets zegt. Dat klinkt vreemd, maar het ging mij in dit boek vooral om: wat zou jij doen? Als jij in deze situatie zat. De vier personages worden zo als het ware je eigen gedachtes en stemmen.”

Daarnaast werden scènes soms beschreven door verschillende personages. Ook dat was wat verwarrend voor de ene, maar voegde dit ook wat extra toe aan het verhaal voor de andere. Raywoman: “Die verschillende perspectieven van verschillende personen op hetzelfde moment vind ik ook heel mooi. Hoort typisch bij een bepaald personage!”

Het was opvallend dat het ongeval zelf en de afwikkeling ervan bijna geen aandacht krijgen in het boek, maar dat de focus op de ouders komt te liggen en hoe ze op de gecreëerde noodsituatie gaan reageren. Marloesdd: “Ik vind het wel mooi dat het ongeluk zelf geen hoofdrol speelt. Het is de aanleiding tot de rest van het verhaal. Anne kreeg daarentegen wel het gevoel dat dit wat ‘vergeten’ was.

De vriendschap tussen de ouders werd ook vrij moeilijk begrepen, omdat ze allemaal zo verschillend zijn volgens velen. Ook bleven de personages toch tamelijk op afstand, en boeiden de verwikkelingen niet iedereen even hard. Toch bleef het boek Roos boeien: “Ik deel, wat ook hierboven wordt gezegd, dat ik me weinig verbonden voel met een van de personages. Ik voel een afstand met allemaal. Maar toch boeit het me wel, omdat ik soms bewust bezig ben om te bedenken wat ik nu vind van iets dat ze zeggen of doen (of juist niet doen). Mensen kunnen zo anders reageren. Blijft fascinerend.” Dit is dan ook de kernvraag van We doen wat we kunnen: dat jij probeert je in een situatie voor te stellen waarin een ander zich bevindt, en dan probeert te bedenken hoe jij daarmee om zou gaan.

Het eerste deel van het boek vond men in het algemeen nogal traag. Over de stijl was niettemin niet zoveel aan te merken. Lisa Kiewit vond dat er mooie vergelijkingen werden gebruikt: “De schrijfstijl die Muus hanteert bevat korte zinnen en soms maakt hij mooie vergelijkingen: ‘Alsof Esther een vlek op de grond is, een gebroken pot tomatensaus, stapt hij over haar heen’ (2019: 150).”

Het zware moeilijke thema werd zeker geapprecieerd, ook al lezen we hier en daar dat niet iedereen het even goed uitgewerkt vond. Annet: “De auteur heeft een moedig thema naar voren gebracht, maar dit kwam niet helemaal uit de verf.”

Alfred Wald: “We doen wat we kunnen bestaat uit korte scenes waardoor er soms hiaten in het verhaal ontstaan. De verdieping van het dilemma – toch het hoofdthema, hoewel het pas halverwege het boek opdoemt - komt onvoldoende uit de verf. Jammer, want het is een vlot geschreven verhaal met levendige dialogen; dialogen zonder aanhalingstekens.”

Dit meeleesboek werd in het algemeen niet met veel enthousiasme onthaald , maar er wachten een aantal mensen wel nieuwsgierig op de verfilming die er van gedraaid zal worden omdat het misschien beter als een filmscript zou werken. Nu zijn we uiteraard benieuwd of dit ook zo zal zijn en welke auteurs welke rollen op zich zullen nemen… 

Lykele Muus heeft ook geen 2e zit zoals we hier in Vlaanderen zeggen. 2,9 op 5 sterren wordt 3, dus is het toch nog een goed gemiddelde geworden.  

Nathalie


Reacties op: Verslag bespreking We doen wat we kunnen - Lykele Muus

Meer informatie