Daantje is aardig, slim en oplettend. Hij woont in een oude woonwagen, samen met zijn vader: een geweldige verteller en een genie op het gebied van vliegers. Net als de dorpsagent en de domineesvrouw stroopt hij af en toe een fazantje omdat het zo vreselijk spannend is... en lekker. De grootste vijand van Daantje en zijn vader is een dikke rijke pief die jaarlijks een jachtpartij op fazanten organiseert. Daantje besluit samen met zijn vader deze nare man een loer te draaien...
Dit blijft voor mij het mooiste kinderboek ooit, alhoewel hij wel wat concurrentie heeft gekregen van Films die nergens draaien.
Vroeger op school is het mij voorgelezen door mijn meester en dat heeft zoveel indruk gemaakt dat ik nog precies weet waar het overgaat en hoe het er (in mijn hoofd) allemaal uitziet: het benzinestationnetje van zijn vader met daarnaast de woonwagen waar ze wonen en het autoritje in de auto van z’n vader over de heuvelen! Heerlijke, tijdloze schrijver blijft Roald Dahl