Boeddha, Jezus en Marx in een dorp in Zuid-China.
"Mijn grootmoeder Saiyu (?Mooier dan Jade?), nu negentig, is nog uit de tijd dat bij kleine meisjes de voeten gebonden werden. Heel haar leven bleef ze trouw aan Boeddha en aan de heilige moeder Guanyin (?Vol van Barmhartigheid?). Mijn grootvader Hongchao (?Grote Morgenzon?) was een eerlijk man die eens met levensgevaar het fortuin van zijn baas redde, maar daarna een communistische guerrillastrijder werd. Ze huwden in 1943 en leden de meest bittere armoede. In 1949 kwam de Volksrepubliek. De tempels werden vergaderzalen, de kerk onze dorpsschool, mijn grootmoeder leerde lezen, schrijven en de theorie?n van Ma-ke-se (Marx). Maar toch toonde ze mij toen ik klein was stilletjes hoe ik wierook moest branden en Guanyin aanroepen. Ik mocht er op school niet over praten."
Dingtou is een klein dorpje aan de oostkust van China. Het is ook een van de allereerste plaatsen in China waar een kerk gebouwd werd, en sinds de zeventiende eeuw is de ene helft van het dorp katholiek, terwijl de andere boeddhist is gebleven. Dan wordt in 1933 Dingtou een basis van de communistische guerrilla en breekt een periode van geweld aan. Als in 1949 Mao Zedong zegeviert komt er vrede, maar ook een lange reeks van steeds ingrijpender politieke campagnes. Het marxisme viert hoogtij en alle godsdienstbeoefening wordt geleidelijk aan verboden. Vele dorpelingen blijven echter in het geheim trouw aan hun geloof. Nu, zestig jaar later, zijn de kerk en de boeddhistische tempels in ere hersteld en de katholieken en boeddhisten leven weer naast elkaar. Toch is alles heel anders dan voorheen.
Yuan Bingling vertelt aan de hand van haar familiegeschiedenis en haar eigen herinneringen hoe het Nieuwe China tot stand kwam in haar dorpje. Nog nooit eerder is de Chinese revolutie en al wat deze heeft veroorzaakt beschreven vanuit de ervaringen van de boerenbevolking zelf. In dit diep menselijke en vaak ontroerende verhaal speelt haar grootmoeder, een boeddhistische leken-non, de belangrijkste rol.
Bingling?s familienaam is Yuan. Ze werd in het dorpje Dingtou geboren en studeerde aan de Fudan Universiteit in Shanghai. In 1992 kwam ze naar Nederland en promoveerde in 1998 in Leiden op de geschiedenis van de Chinezen op Borneo. Ze is nu hoogleraar in China.
"Mijn grootmoeder Saiyu (?Mooier dan Jade?), nu negentig, is nog uit de tijd dat bij kleine meisjes de voeten gebonden werden. Heel haar leven bleef ze trouw aan Boeddha en aan de heilige moeder Guanyin (?Vol van Barmhartigheid?). Mijn grootvader Hongchao (?Grote Morgenzon?) was een eerlijk man die eens met levensgevaar het fortuin van zijn baas redde, maar daarna een communistische guerrillastrijder werd. Ze huwden in 1943 en leden de meest bittere armoede. In 1949 kwam de Volksrepubliek. De tempels werden vergaderzalen, de kerk onze dorpsschool, mijn grootmoeder leerde lezen, schrijven en de theorie?n van Ma-ke-se (Marx). Maar toch toonde ze mij toen ik klein was stilletjes hoe ik wierook moest branden en Guanyin aanroepen. Ik mocht er op school niet over praten."
Dingtou is een klein dorpje aan de oostkust van China. Het is ook een van de allereerste plaatsen in China waar een kerk gebouwd werd, en sinds de zeventiende eeuw is de ene helft van het dorp katholiek, terwijl de andere boeddhist is gebleven. Dan wordt in 1933 Dingtou een basis van de communistische guerrilla en breekt een periode van geweld aan. Als in 1949 Mao Zedong zegeviert komt er vrede, maar ook een lange reeks van steeds ingrijpender politieke campagnes. Het marxisme viert hoogtij en alle godsdienstbeoefening wordt geleidelijk aan verboden. Vele dorpelingen blijven echter in het geheim trouw aan hun geloof. Nu, zestig jaar later, zijn de kerk en de boeddhistische tempels in ere hersteld en de katholieken en boeddhisten leven weer naast elkaar. Toch is alles heel anders dan voorheen.
Yuan Bingling vertelt aan de hand van haar familiegeschiedenis en haar eigen herinneringen hoe het Nieuwe China tot stand kwam in haar dorpje. Nog nooit eerder is de Chinese revolutie en al wat deze heeft veroorzaakt beschreven vanuit de ervaringen van de boerenbevolking zelf. In dit diep menselijke en vaak ontroerende verhaal speelt haar grootmoeder, een boeddhistische leken-non, de belangrijkste rol.
Bingling?s familienaam is Yuan. Ze werd in het dorpje Dingtou geboren en studeerde aan de Fudan Universiteit in Shanghai. In 1992 kwam ze naar Nederland en promoveerde in 1998 in Leiden op de geschiedenis van de Chinezen op Borneo. Ze is nu hoogleraar in China.
