In "November" staat niet één persoon centraal maar een heel gezin van 4 personen, dat in een kleine villa in de omgeving van Parijs woont. Het verhaal wordt verteld door de dochter van midden in de twintig. Het gezin bestaat verder uit haar vader, die een vage overheidsfunctie in Parijs heeft, haar moeder die bijna nooit de deur uitkomt en alcoholische perioden doormaakt en haar negentienjarige broer, die niet zonder gerucht te maken de nachten doorbrengt bij het vrolijke Spaanse dienstmeisje Manuella, wat de vader weer jaloers maakt. De stemming wordt er niet beter op wanneer Manuella met de noorderzon vertrekt. Vader en zoon verdenken elkaar ervan haar ergens verborgen te houden, terwijl iedereen de moeder ervan verdenkt haar de deur uitgezet te hebben. Met groot raffinement werkt Simenon naar de ontknoping toe waarbij de waarheid aan het licht komt.