Henneke Dijkstra vertelt haar levensverhaal vanaf haar jeugd tot en met het overlijden van haar eerste zoon Edwin in 1999 na een verkeersongeval. Door een bijna-doodervaring op dertienjarige leeftijd, waar zij al die tijd niet over gesproken heeft, vindt zij de kracht om met de dood van haar zoon om te gaan. Haar moeder overleed toen zij elf jaar was. De komst van een stiefmoeder op twaalfjarige leeftijd en haar intense dromen hebben breedbandige sporen in haar leven nagelaten. Zij had deze kant van haar leven mee willen nemen in haar graf, maar wil nu het hemelse licht door laten schijnen op aarde.