Wie werd in de wielersport chéri-pipi genoemd? En wie was het verdriet van België? Op welke renner sloegen de historische woorden de adelaar heeft zijn vleugels dichtgeplooid? Was Gerrie Knetemann werkelijk de geestelijk vader van de uitdrukking de dood of de gladiolen? Wanneer begint de dance des grimpeurs? Deze en andere vragen worden van A tot Z beantwoord in het Groot Wielerwoordenboek. Voor iedere fan van de wielersport die thuis wil zijn in het heroïsche taalgebruik van de dwangarbeiders van de weg. Niet alleen renners en ploegleiders, maar ook sportjournalisten hanteren een mythisch, vaak zelfs hermetisch jargon, dat buitenstaanders wel eens de wenkbrauwen doet fronsen.
Het Groot Wielerwoordenboek telt ongeveer 1700 lemma's. Naast uitleg, etymologie, anekdotes en encyclopedische informatie vindt u talrijke citaten uit kranten, tijdschriften en wielerliteratuur.