Beatrijs is ten einde raad. Haar moeder Jeanne is sinds de dood van haar broer en de verbanning van haar vader zichzelf niet meer. Ze hult zich in zwarte kleren, doolt door de straten en staart in het ijle. In het dorp komt de geruchtenmolen op gang: zou Beatrijs' moeder misschien een heks zijn?
De wereld van Beatrijs stort in als haar moeder veroordeeld wordt voor hekserij. Enkel zijzelf en de jonge rechtsgeleerde Servaes geloven nog in haar onschuld. Maar rechtvaardigheid lijkt helemaal geen rol te spelen in deze zaak. De machtige boer Wannes van de Hoef wil maar één ding: heksen moeten branden.
Ter herinnering aan Jeanne worden tweejaarlijks heksentochten georganiseerd op het erf van de Hoef van Nattenhaasdonk.
De wereld van Beatrijs stort in als haar moeder veroordeeld wordt voor hekserij. Enkel zijzelf en de jonge rechtsgeleerde Servaes geloven nog in haar onschuld. Maar rechtvaardigheid lijkt helemaal geen rol te spelen in deze zaak. De machtige boer Wannes van de Hoef wil maar één ding: heksen moeten branden.
Ter herinnering aan Jeanne worden tweejaarlijks heksentochten georganiseerd op het erf van de Hoef van Nattenhaasdonk.
