Aartsnieuwsgierig, geconcentreerd luisterend en kijkend, trok hij ruim drie maanden langs de kust van Engeland, Schotland, Ulster en het eiland Wight. Een groot deel van zijn tocht legde hij te voet af, zodat de krijtrotsen hun verblindende witheid, de kustvillaatjes hun tuttige interieur en de bij de vloedlijn weggestopte kerncentrales hun demonische architectuur als in slowmotion aan de lezer prijsgeven.
Het drijvende koninkrijk bevat een keur van op zichzelf staande verhalen die te zamen een bonte, fascinerende eenheid vormen. In de weergave van zijn gesprekken met medereizigers betoont Theroux zich een ongeëvenaard portrettist. Uit dit snoer van gesprekken en verhalen licht een steeds kleurrijker beeld op van dat insulaire wonder aan de overzijde van de Noordzee: het drijvende koninkrijk.
