In Het Hof van Barmhartigheid behandelt Albert Egberts het leven als een experiment in verwording en verloedering, met als doel de werkelijkheid van haar vlies van vertrouwdheid te ontdoen. Als hij tenslotte van 21 op 22 september 1977 zijn tienduizendste levensdag gaat vieren, doet het experiment hem uiterst onzacht op de besneeuwde bodem van de nacht belanden. Daarmee zijn de poorten geopend naar Alberts persoonlijke hel, die de lezer nader leert kennen in het tweede boek van De tandeloze tijd 3, Onder het plaveisel het moeras.