In de zomer van 2006 voltooide de Chinese overheid een spoorlijn naar Tibet, waarmee het regime definitief greep wilde krijgen op dit afgelegen, mysterieuze grensgebied vol rijke bodemschatten. Lustgarten beschrijft hoe het project de levens van vele Chinezen en Tibetanen op zijn kop heeft gezet. Zo volgt hij de innovatieve ingenieur Zhang Luxin, die het traject van de trein over verraderlijke bergpassen en permafrost uitstippelt, en de standvastige Tibetaanse winkelier Rinzen, die in een explosief groeiende gemeenschap moet vechten om het hoofd boven water te houden. Toen deze hoogste en steilste spoorlijn ter wereld de eindbestemming Lhasa bereikte, overspoelde een stortvloed van Chinese gelukszoekers Tibet. Het aangezicht van lokale gemeenschappen veranderde drastisch – soms ten goede, maar in vele opzichten ook niet. Het spoor naar Tibet is een actueel, schokkend en aangrijpend ooggetuigenverslag van de onwaarschijnlijk snelle economische groei van China. Het belicht ook de keerzijde daarvan: de offers die land en burgers moeten brengen
