Een vijftienjarige skinhead bezoekt advocaat Svend Foyn op zijn kantoor, maar voordat de jongen een woord heeft uitgebracht, gaat hij er weer vandoor. Een paar uur later wordt de jongen - Elvis Kristiansen - dood aangetroffen, overreden door een trein. Foyn, die niet in toevalligheden gelooft, wil zich er niet bij neerleggen dat het een ongeluk was. Wat wilde de jongen van hem?
Foyn begint de omstandigheden rond Elvis' dood te onderzoeken en in de loop van de tijd vallen er nog enkele slachtoffers onder de mensen die met de jongen te maken hebben. Hoe dieper Foyn in Elvis' voorgeschiedenis duikt, des te duidelijker wordt dat hij te maken heeft met een louche en luguber pedo-netwerk met vertakkingen naar de Joegoslavische onderwereld.
De ontknoping van het zaak is dramatisch. Een met een hoog tempo en trefzekere, laconieke humor geschreven thriller. Bekroond met de Rivertonprijs, de Noorse gouden strop.