Godsdienst helpt je op weg naar het ene moment, dat iedereen wel eens heeft meegemaakt. Je loopt bijvoorbeeld in een bos. Je ziet hoe het licht langs een boomstam strijkt. Je ruikt de geuren in de wind. Je voelt het prikken van de zon op je huid. Je hoort een vogel in het struikgewas zingen en opeens ontsnapt er uit je binnenste een niet te stuiten: JAAAAAAA! Je voelt, dat alles precies op zijn plaats is. Dat alles met elkaar is verbonden en dat jij én het licht, de boomstam, de geur, de wind, de zon, de vogel en zijn lied volstrekt één zijn. Maar álles is op dat ene sublieme moment precies op zijn plaats. Dus niet alleen het zonlicht, maar ook de schaduw. Niet alleen de geuren, maar ook de stank. Niet alleen je gezondheid, maar ook je ziekte. Niet alleen het leven, maar ook de dood. Op dat geheiligde moment weet je, dat alles perfect is, zoals het is. Je geeft je over.
De godsdiensten zijn de voederplanken die in de tuin zijn gezet om de duif uit te nodigen.
Maar als mensen hun godsdienst gaan verwarren met de duif, dan gaat het mis. Dat eindigt in tranen. Als dat gebeurt, roep ik: Weg met die voederplanken!
Want het is de duif, die je het leven brengt en niet de voederplank.
De godsdiensten zijn de voederplanken die in de tuin zijn gezet om de duif uit te nodigen.
Maar als mensen hun godsdienst gaan verwarren met de duif, dan gaat het mis. Dat eindigt in tranen. Als dat gebeurt, roep ik: Weg met die voederplanken!
Want het is de duif, die je het leven brengt en niet de voederplank.