De levensloop van Nus David en Reen Willemsen. Twee inwoners van Nederlands Indië die een mooie jeugd en een gouden toekomst voor zich hadden. De jeugd wordt wreed verstoord door het uitbreken van de oorlog met Japan. Nus komt terecht in een krijgsgevangenkamp in Japan en Reen wordt in de Bersiaptijd geïnterneerd door de TRI/TNI. Na de oorlog vinden beiden elkaar weer en beginnen aan een opbouw van hun leven in de Republiek Indonesië. Nus krijgt een goede baan, en start samen met Reen zijn gezin. Ook deze gelukkige tijd wordt echter weer verstoord en men wordt "gedwongen" Indonesië te verlaten door toedoen van de Nederlandse regering. In Nederland moet het gezin van de grond af aan beginnen. Verblijf in contractpensions, kille ontvangst door de bevolking en jarenlange afbetalingsregelingen vallen hun ten deel. Nus en Reen overwinnen ook deze problemen. Deze geschiedenis staat niet op zichzelf maar is exemplarisch voor vele Indische gezinnen. Hun nakomelingen mogen trots op hun Indo-status zijn en "Proud to be an Indo" hun geuzenmotto.