De flaptekst bestaat uit een gedicht (behorende bij de cover illustratie): De peterselie, de hortensia, de dahlia, de weegbree - zie je ze bewegen en er is geen zuchtje wind. Alle planten rillen, willen weg, zijn in paniek maar ik kan alleen tegen ze praten (zoals de buurvrouw doet, soms draait ze ook muziek); ik zeg: "met wat geluk verlies je een paar blaadjes of een bloem, en is het weer voorbij" - en dan springt het konijn er middenin. Voetstappen klinken op het pad, dus we hebben allebei ons huiswerk af en kunnen buiten spelen. Ze heet Jasmijne, maar heeft niets te vrezen van die veelvraat: hij weet dat zij voor mij in onze tuin staat.