Seppe is rijk, heel rijk. Hij heeft een kamer en een bed en wel zeventien knuffels. Hij heeft twee glazen potten gevuld met zeewier en schelpen en vijfendertig spannende boeken. Maar bovenal heeft hij een papa met een baard en een mama die zegt: "Ik zal altijd, altijd, altijd van je houden!"
Soms is Seppe bang van de wind die zo verschrikkelijk hard waait, van de wilde dieren in het oerwoud, van het vuur dat alles verwoest, van de sneeuwstorm die alles doet verdwijnen... Maar telkens wanneer Seppe denkt dat hij het zal uitschreeuwen van angst, hoort hij de stem van zijn mama die zegt: "Niet bang zijn. Ik ben bij je. Je weet toch dat ik altijd, altijd, altijd van je zal houden!"
Om met kinderen te filosoferen over 'rijk zijn' en 'geborgen zijn'.
Soms is Seppe bang van de wind die zo verschrikkelijk hard waait, van de wilde dieren in het oerwoud, van het vuur dat alles verwoest, van de sneeuwstorm die alles doet verdwijnen... Maar telkens wanneer Seppe denkt dat hij het zal uitschreeuwen van angst, hoort hij de stem van zijn mama die zegt: "Niet bang zijn. Ik ben bij je. Je weet toch dat ik altijd, altijd, altijd van je zal houden!"
Om met kinderen te filosoferen over 'rijk zijn' en 'geborgen zijn'.