De elfjarige Lena komt op wonderbaarlijke wijze in een andere tijd terecht. Hier wonen sprekende robots en kinderen die een atoomoorlog overleefd hebben samen met andere dieren. Het kamp ligt verscholen in de bossen en een grote doorzichtige koepel beschermt het terrein tegen luchtaanvallen en radioactieve regen. Als Lena begrijpt dat ze nooit meer naar huis kan, verlaat ze halsoverkop het kamp. Tijdens haar vlucht ziet ze de zwaargewonde John buiten de koepelomheining. Van hem hoort ze van de gruwelijke situatie buiten het kamp en hoe hij het overleefd heeft. Om het inferno te voorkomen wil Lena samen met John terug naar haar tijdperk om haar tijdgenoten duidelijk te maken dat ze de aarde voor deze ramp moeten behoeden, want we hebben maar één aarde. Als Lena jaren later het geheim ontdekt waar ze gevonden werd en hoe ze uiteindelijk weer thuis kan komen, kan niets haar meer tegenhouden.
