Bert Kemp, handelaar in antieke vuurwapens, heeft een avontuurlijk bijbaantje: kunstsmokkelaar. En als zodanig wordt hij ingehuurd door een miljonairsweduwe uit Nicaragua, die voor haar land een kunstcollectie bij elkaar aan het halen is. Kemps eigen methoden zijn niet altijd even officieel, maar de manier waarop de weduwe en haar gezelschap zaken doen, gaat hem toch iets te ver. Als hij na zijn eerste smokkelactie in Amsterdam aankomt, heeft hij bovendien aanwijzingen dat Dona Margarita's eigen vrienden haar bedriegen.
Na een aanslag op hemzelf, de moord op een collega en de vernieling van zijn dierbare smokkelkoffer, wordt de tocht langs Europese kunsthandels voor Bert Kemp een gevecht om te overleven. Bij elke stap die hij doet moet hij de anderen te slim af zijn. Tenslotte komt het in Wenen, waar de kunstkopers hun grote slag willen slaan, tot een gewelddadige confrontatie. En dan blijkt dat Kemps tegenstanders zowel zijn gevechtstactiek als zijn kennis van oude kunst hebben onderschat.
Na een aanslag op hemzelf, de moord op een collega en de vernieling van zijn dierbare smokkelkoffer, wordt de tocht langs Europese kunsthandels voor Bert Kemp een gevecht om te overleven. Bij elke stap die hij doet moet hij de anderen te slim af zijn. Tenslotte komt het in Wenen, waar de kunstkopers hun grote slag willen slaan, tot een gewelddadige confrontatie. En dan blijkt dat Kemps tegenstanders zowel zijn gevechtstactiek als zijn kennis van oude kunst hebben onderschat.