Majoor Joseph Teleman voert in zijn A-17 - een toestel dat meer weg heeft van een bestuurbare raket dan van een vliegtuig - een waarnemingsvlucht uit boven het grensgebied tussen de Sovjet-Unie en China. Hij verzamelt belangrijke gegevens, maar op de terugweg naar de Noordelijke IJszee, waar hij zijn gegevens zal overdragen aan de slagkruiser Robert F. Kennedy, slagen Russische jagers erin hem te onderscheppen, ondanks de onoverwinnelijk geachte beschermingsapparatuur waarvan de A-I 7 is voorzien. Teleman ontsnapt op het nippertje, maar hij moet een noodlanding maken op de Noordkaap, het noordelijkste punt van West-Europa, waar op dat moment een orkaan woedt. Het Amerikaanse schip stuurt een reddingsgroep uit, die hem in half bevroren toestand aantreft, en dan volgt een verschrikkelijke tocht door de dodelijke kou, waarbij ze achtervolgd worden door twee Russische patrouilles welke door een onderzeeër aan land zijn gezet. Zwak en uitgeput worden ze gevangengenomen, maar door een gelukkig toeval weten ze zich te bevrijden en ze zetten de wanhopige tocht voort, over sneeuw en rotsen, naar de Noorse NAVO-basis, onophoudelijk bedreigd door de grimmige natuur en opgejaagd door hun achtervolgers.