De vader van Bob Evers, die een fabriek in Pittsburgh heeft, is op een van zijn afdelingen aan het experimenteren met een wielloze auto: de zogenoemde hovercraft-car. Alles gebeurt in het diepste geheim, want de concurrentie zit ook niet stil en iedereen wil met een zo perfect mogelijk model op de markt komen. Ondanks alle getroffen veiligheidsmaatregelen wordt op zekere dag de auto toch uit de fabriek ontvreemd. Bobs vader wil, om ruchtbaarheid te voorkomen, voorlopig geen inmenging van de politie en roept daarom de hulp in van Jan Prins, Arie Roos en zijn zoon Bob. De drie jongens vertoeven in België, waar zij juist een schilderijensmokkel tot klaarheid hebben gebracht. Ze vertrekken onmiddellijk naar Amerika en starten met hun onderzoek. Het wordt weer een mooi klusje voor de vrienden. Uit alles blijkt dat de diefstal bijzonder goed is voorbereid en een concurrent van Bobs vader hier zeker mee te maken heeft. Jan, Bob en Arie verzeilen weer in een reeks van spannende avonturen, maar ze zijn geslepen genoeg om zich overal doorheen te slaan en de zaak tot een goed einde te brengen.
