Amsterdam, zomer 2003. Robert Verhoeven wordt bedreigd. De psychiater draagt de bijnaam Dokter Mambo, vanwege zijn activiteiten voor Latijns-Amerikaanse vluchtelingen. Een nieuwe klus voor Lex Eckhardt, die na de zaak met de Bacardi-juwelen wel weer tijd heeft voor een privé-opdracht. Enige tijd later meldt Angelito, een Cubaanse vluchteling, zich eveneens bij Eckhardt; ook hij wordt bedreigd. Beide zaken tonen een grimmig verband. Via de minnaressen van dokter Mambo en via de salsabar waarvan Eckhardt een regelmatig bezoeker is, voert het spoor hem naar Cuba, eind jaren tachtig. De gebeurtenissen die toen plaatsvonden zijn nog steeds actueel. En gevaarlijk voor iedereen die te veel weet.