Voordat alles anders werd, waren ze een gewoon gezin: Hendrik, Ida, Pieter en de hond Boudewijn. Boudewijn is een heel bijzondere hond. Hij is vrolijk, vriendelijk en verstandig en hij heeft een wijze blik in z'n ogen alsof hij alles begrijpt.
Maar op een dag verandert alles: Hendrik loopt weg en hij neemt Boudewijn mee. Pieter is heel boos op zijn vader. Hoe kan hij Ida en hem nu zomaar achterlaten. En hoe durft hij Boudewijn mee te nemen! Als er post komt van zijn vader besluit Pieter ook een brief te schrijven. Maar niet aan Hendrik - Pieter schrijft een brief aan zijn hond.
Tot zijn grote vreugde schrijft Boudewijn terug. Hij vertelt dat hij met Hendrik in Italië woont en dat hij het reuze naar z'n zin heeft. Boudewijn schrijft ook over Hendrik. Over dat hij verdrietig is dat hij Pieter moest achterlaten, maar dat Ida en hij niet meer samen konden leven.
Pieter is echter niet van plan om zijn vader te vergeven. En als hij in de zomer naar Italië vertrekt, gaat hij bij Boudewijn logeren, niet bij Hendrik.
Maar op een dag verandert alles: Hendrik loopt weg en hij neemt Boudewijn mee. Pieter is heel boos op zijn vader. Hoe kan hij Ida en hem nu zomaar achterlaten. En hoe durft hij Boudewijn mee te nemen! Als er post komt van zijn vader besluit Pieter ook een brief te schrijven. Maar niet aan Hendrik - Pieter schrijft een brief aan zijn hond.
Tot zijn grote vreugde schrijft Boudewijn terug. Hij vertelt dat hij met Hendrik in Italië woont en dat hij het reuze naar z'n zin heeft. Boudewijn schrijft ook over Hendrik. Over dat hij verdrietig is dat hij Pieter moest achterlaten, maar dat Ida en hij niet meer samen konden leven.
Pieter is echter niet van plan om zijn vader te vergeven. En als hij in de zomer naar Italië vertrekt, gaat hij bij Boudewijn logeren, niet bij Hendrik.
