De zevenjarige Davy Boyd is een stug, angstig kind. Sinds de dood van zijn moeder heeft hij geen woord meer gesproken.
Zijn stiefvader heeft de zorg van Davy op zich genomen. Ze wonen in een caravan. Als Davy op school een leerkracht in zijn hand bijt, komt hij terecht bij psychologe Celia Griswold. Zij leert hem zijn gevoelens om te zetten in tekeningen en wint langzaam maar zeker zijn vertrouwen.
Haar analyse van zijn tekeningen leidt maar tot een conclusie: Davy is misbruikt. Ze probeert haar vermoedens met de directeur te bespreken maar die weigert elke medewerking en verbiedt haar zelfs verdere contact met de jongen.
Griswold besluit zelf op onderzoek uit te gaan. Daarbij komt ze te dicht in de buurt van een nietsontziende moordenaar die ook haar voorgoed wil laten zwijgen.
Zijn stiefvader heeft de zorg van Davy op zich genomen. Ze wonen in een caravan. Als Davy op school een leerkracht in zijn hand bijt, komt hij terecht bij psychologe Celia Griswold. Zij leert hem zijn gevoelens om te zetten in tekeningen en wint langzaam maar zeker zijn vertrouwen.
Haar analyse van zijn tekeningen leidt maar tot een conclusie: Davy is misbruikt. Ze probeert haar vermoedens met de directeur te bespreken maar die weigert elke medewerking en verbiedt haar zelfs verdere contact met de jongen.
Griswold besluit zelf op onderzoek uit te gaan. Daarbij komt ze te dicht in de buurt van een nietsontziende moordenaar die ook haar voorgoed wil laten zwijgen.