Lezersrecensie
Als de nacht valt en flarden zich vertonen
Met een gewelddadige, bloederige en monsterachtige daad, ontdekt door twee agenten die op een melding reageren, neemt het verhaal na wat introducties een aanvang. In een caravan vindt de politie niet alleen met een bijl afgehakte ledematen en heel veel bloed, wat later van ene Josef Lindgren blijken te zijn, maar ook een jongen die pas wakker schijnt te worden door hun komst.
De schrijver Bernard Sand krijgt bezoek van de politie. Hij en Agneta zijn de vader en stiefmoeder van Hugo, de jongen die de nacht ervoor in de caravan gearresteerd is op verdenking van moord. Hugo heeft een gecompliceerde verhouding met vader, stiefmoeder en zijn biologische moeder op afstand.
Joona Linna, inspecteur bij de Nationale Operationele Afdeling in Stockholm, wordt door het OM opgeroepen om te assisteren bij verder onderzoek naar deze zaak en het verhoor van Hugo, die zegt van niets te weten omdat hij daar mentaal niet aanwezig was aangezien hij aan parasomnie lijdt en hierdoor slaapwandelt. Hij wordt in voorlopige hechtenis opgenomen in een kliniek, maar binnen de kortste keren wordt weer een tweede persoon op bizarre wijze met een hakbijl vermoord en dat terwijl Hugo nog in de cel zit. Dat pleit voor de onschuld van hem, tenzij er tussen beide moorden geen verband zou bestaan.
Hugo is op enig moment vrijgelaten en verlaat gedesillusioneerd en in de war het ouderlijk huis en verdwijnt naar zijn, veel oudere, vriendin Olga, waar hij in zijn slaap weer een nachtelijke wandeling ervaart. Daarom wordt hij weer naar zijn oude psychiater en neuroloog Lars Grind gestuurd in de slaapkliniek waar hij al jaren komt. Bernard en Agneta besluiten, als schrijver en journaliste, dat er over dit verhaal van Hugo wel een boek zit. Er blijkt er ook een getuige te zijn van de 2e moord, maar dat wordt nu het derde slachtoffer als de bijl hem raakt. En dan volgt er ook weer een 4e. En nog lijkt het niet te stoppen; een motief of drijfveer van de slachter blijft, net als een mogelijk verband tussen de slachtoffers, totaal onduidelijk. Ook het slaapwandelen van Hugo is niet te stoppen.
Voor Joona een uitermate complexe zaak om te doorgronden. Hij speurt figuurlijk in het duister van de nacht en mist ontzettend de directe hulp van Saga Bauer. Hij heeft wel hulp van zijn collega's Stina en Rikard en gelukkig kan hij ook nu weer de hulp van psychiater Erik Maria Bark in schakelen die hem vaker geholpen heeft met lastig te doorgronden zaken om hem in contact brengen met Hugo en zo via hypnose meer inzicht te kunnen krijgen over de daad en de dader. Er zijn meerdere sessies nodig, maar langzaam komen hierdoor wel stukjes van de puzzel bovendrijven.
Lars Kepler is er in het 10e boek met Joona Linna weer in geslaagd om een dijk van een verhaal neer te zetten die boeiend is vanaf de eerste pagina tot en met de uiteindelijke en verrassende ontknoping.
Door de stevige omvang van een dikke 500 pagina's staat ook deze psychologische thriller van het Zweedse schrijversechtpaar Ahndoril weer garant voor uren leesplezier en spanning. Los van een complex en goed verhaal met de nodige spanning, geweld, vraagtekens en politiespeurwerk kenmerken zij zich ook door de gebruikte beeldspraak en het sfeervol beschrijven van gebeurtenissen, momentopnames en omgevingen; hier wordt zeker ruim aandacht aan besteed wat het verhaal extra interessant maakt. Hoewel gebruikelijk bij de verhalen van Joona Linna is hier nu eens geen aansluiting of overlap met voorgaande verhalen, zei het wel dat Erik Maria Bark als specialistisch psychiater weer ingezet wordt (zoals eerder gebeurd is in Hypnose, Stalker en Spiegelman).
De schrijver Bernard Sand krijgt bezoek van de politie. Hij en Agneta zijn de vader en stiefmoeder van Hugo, de jongen die de nacht ervoor in de caravan gearresteerd is op verdenking van moord. Hugo heeft een gecompliceerde verhouding met vader, stiefmoeder en zijn biologische moeder op afstand.
Joona Linna, inspecteur bij de Nationale Operationele Afdeling in Stockholm, wordt door het OM opgeroepen om te assisteren bij verder onderzoek naar deze zaak en het verhoor van Hugo, die zegt van niets te weten omdat hij daar mentaal niet aanwezig was aangezien hij aan parasomnie lijdt en hierdoor slaapwandelt. Hij wordt in voorlopige hechtenis opgenomen in een kliniek, maar binnen de kortste keren wordt weer een tweede persoon op bizarre wijze met een hakbijl vermoord en dat terwijl Hugo nog in de cel zit. Dat pleit voor de onschuld van hem, tenzij er tussen beide moorden geen verband zou bestaan.
Hugo is op enig moment vrijgelaten en verlaat gedesillusioneerd en in de war het ouderlijk huis en verdwijnt naar zijn, veel oudere, vriendin Olga, waar hij in zijn slaap weer een nachtelijke wandeling ervaart. Daarom wordt hij weer naar zijn oude psychiater en neuroloog Lars Grind gestuurd in de slaapkliniek waar hij al jaren komt. Bernard en Agneta besluiten, als schrijver en journaliste, dat er over dit verhaal van Hugo wel een boek zit. Er blijkt er ook een getuige te zijn van de 2e moord, maar dat wordt nu het derde slachtoffer als de bijl hem raakt. En dan volgt er ook weer een 4e. En nog lijkt het niet te stoppen; een motief of drijfveer van de slachter blijft, net als een mogelijk verband tussen de slachtoffers, totaal onduidelijk. Ook het slaapwandelen van Hugo is niet te stoppen.
Voor Joona een uitermate complexe zaak om te doorgronden. Hij speurt figuurlijk in het duister van de nacht en mist ontzettend de directe hulp van Saga Bauer. Hij heeft wel hulp van zijn collega's Stina en Rikard en gelukkig kan hij ook nu weer de hulp van psychiater Erik Maria Bark in schakelen die hem vaker geholpen heeft met lastig te doorgronden zaken om hem in contact brengen met Hugo en zo via hypnose meer inzicht te kunnen krijgen over de daad en de dader. Er zijn meerdere sessies nodig, maar langzaam komen hierdoor wel stukjes van de puzzel bovendrijven.
Lars Kepler is er in het 10e boek met Joona Linna weer in geslaagd om een dijk van een verhaal neer te zetten die boeiend is vanaf de eerste pagina tot en met de uiteindelijke en verrassende ontknoping.
Door de stevige omvang van een dikke 500 pagina's staat ook deze psychologische thriller van het Zweedse schrijversechtpaar Ahndoril weer garant voor uren leesplezier en spanning. Los van een complex en goed verhaal met de nodige spanning, geweld, vraagtekens en politiespeurwerk kenmerken zij zich ook door de gebruikte beeldspraak en het sfeervol beschrijven van gebeurtenissen, momentopnames en omgevingen; hier wordt zeker ruim aandacht aan besteed wat het verhaal extra interessant maakt. Hoewel gebruikelijk bij de verhalen van Joona Linna is hier nu eens geen aansluiting of overlap met voorgaande verhalen, zei het wel dat Erik Maria Bark als specialistisch psychiater weer ingezet wordt (zoals eerder gebeurd is in Hypnose, Stalker en Spiegelman).
1
Reageer op deze recensie