Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een ware aanwinst voor een ieder die geïnteresseerd is in de andere kant van het Naziregime

Annabel Junge 16 augustus 2015
Toen Hitler in 1939 begon aan zijn opmars om de omringende landen te onderwerpen aan het Naziregime, kon hij verzet verwachten van de bevolking die onder voet gelopen werd. Maar in eigen land ontkwam hij ook niet aan tegenstand. Over dit Duitse verzet is weinig bekend geworden na de oorlog, maar er was meer verzet dan altijd aangenomen werd. Randell Hansen, hoogleraar politicologie in Toronto en auteur, heeft een gedeelte van het Duits verzet belicht in zijn boek “Duits verzet tegen Hitler”. Het boek is onlangs in de Nederlandse vertaling verschenen bij BBNC Uitgevers.

Adolf Hitler wist circa 43 aanslagen te overleven. Op 20 juli 1944 vond de aanslag plaats die het meest bekend zou worden: het complot van de 20ste juli. In de Wolfschanze, één van de hoofdkwartieren van Hitler, ondernam kolonel Claus Graf von Stauffenberg een poging tot een staatsgreep door een bom tot ontploffing te brengen. De aanslag had een staatsgreep moeten inluiden, maar door haar mislukking had ze vreselijke represailles tot gevolg. De samenzweerders werden zo snel mogelijk gearresteerd en berecht, dikwijls luidde het vonnis de doodstraf; en hun families werden slachtoffer van Sippenhaft. Mensen werden gevangengezet, raakten hun kinderen en al hun bezittingen kwijt. Wanneer wij denken aan verzet, dan denken we meestal aan dit soort moedige daden, maar er was ook veel verzet op kleinere schaal en na juli 1944 nam het verzet juist toe. Randall Hansen geeft hiervan voorbeelden in “Duits verzet tegen Hitler”.

Ook Hansen begint zijn boek met de coup tegen Hitler in 1944. Hij staat uitgebreid stil bij de samenzwering die in hoofdzaak een militaire aangelegenheid was. Het is ook overwegend de militaire kant van het verzet, waarop de auteur zich richt in zijn boek. Lange tijd werd aangenomen dat veldmaarschalk Erwin Rommel ook tot de samenzweerders hoorde. In ieder geval zou hij geweten hebben van het plan om de Führer om te brengen, zo ging het verhaal. In zijn boek zet Hansen de argumenten die zijn betrokkenheid aannemelijk maken tegenover het bewijs dat Rommel nergens van wist. Zelf concludeert de auteur dat Rommel geen echte verzetsman was. Hij was veel meer een militair in hart en nieren en voor militairen gaat de strijd boven politiek. Naarmate de oorlog vorderde en het duidelijk werd dat Duitsland aan de verliezende hand was, kwam Rommel tot inkeer. Ondanks dat Duitsland de oorlog verloren had, wilde Hitler, dat er gestreden werd tot het bittere eind. Die houding deed de veldmaarschalk beseffen dat hij met een krankzinnige te maken had en hij nam meer afstand van Hitler. Rommel was niet de enige die er zo over dacht. In “Duits verzet tegen Hitler” blijkt dat deze redenering voor veel militairen de aanleiding was om zich niet lager gebonden te voelen aan hun eed van trouw aan de Führer. Ze gingen bevelen negeren, in het bijzonder het bevel van de verschroeide aarde – de totale vernietiging van steden en infrastructuur, en het Nero-bevel – alle zaken van militaire of economische waarde moesten vernietigd worden, zodat die niet in de handen van de geallieerden konden vallen. Vooral het bevel tot vernietiging van de steden riep weerstand op, omdat dit duizenden levens van onschuldige burgers zou kosten. Soms uit zichzelf, maar vaak beïnvloed door burgerverzetsmensen begonnen de militaire bezetters die orders naast zich neer te leggen. Een bekend voorbeeld die ook ruim aandacht krijgt in het boek, was generaal Dietrich von Choltitz, de Duitse commandant in Parijs. Na lang aarzelen besloot hij de stad te sparen.

Een ander opzienbarend figuur, wiens houding tot veel controverse heeft geleid en die in “Duits verzet tegen Hitler” besproken wordt, is Albert Speer, Rijksminister voor Bewapening en Munitie. Om de uitgevaardigde bevelen van Hitler die verwoesting eisten, te ontkrachten, vaardige Speer tegenbevelen uit. Speer hoopte door zijn acties, deelgenoot te kunnen zijn aan het naoorlogse Duitsland dat toch weer opgebouwd moest worden. De voorbereidingen voor het naoorlogse werk ving hij al in 1944 aan. Ook luitenant-kolonel Josef Ritter von Gadolla weigerde burgers op te offeren aan een oorlog, die verloren was. Gadolla was militair commandant in Gotha, een stad in Thüringen die vlakbij een belangrijk hoofdkwartier lag. Hij probeerde te onderhandelen met de Amerikanen over overgave, maar een auto-ongeluk voorkwam dit. Gadolla werd er nog van verdacht medestander te zijn geweest van de coup op de 20ste juli en hij werd ook verhoord door de Gestapo. Uiteindelijk werd hij voor een militair tribunaal van de Wehrmacht gebracht en ter dood veroordeeld voor zijn daden.

De reden waarom het Duits verzet nooit goed van de grond is gekomen, was te wijten aan het feit dat een goede organisatie ontbrak. Die conclusie trekt Hansen ook. De meeste verzetsdaden waren individueel van aard of opgezet door kleine groepen. Hansen haalt enkele van deze burgerverzetsgroepen aan, in feite waren het er veel meer. In “Duits verzet tegen Hitler” worden de Antifaschistische Kampforganisation – de Antifako en de Duitse Vrijheidsbeweging – de DVB nader besproken. Aanvankelijk ging het om eenvoudige daden, zoals het verspreiden van pamfletten, hulp bieden aan vluchtelingen en het oproepen tot ongehoorzaamheid, maar in de laatste oorlogsjaren werden de acties heftiger. Er kwamen meer aanslagen en er werd sabotage gepleegd. In het voorjaar van 1945 was het aantal Duitse burgers dat verzet bood enorm toegenomen. Nu de oorlog verloren was, wilden ze niet meer dat het leger bleef doorvechten. Hun inzet om de militaire commandanten tegen te houden om hun steden te vernietigen, droeg er na de oorlog toe bij dat Duitsland zich snel kon herstellen. Randall Hansen eindigt zijn boek met het oordeel dat alle verzetsstrijders dapper zijn, ook de samenzweerders van de 20ste juli. Hij plaatst echter wel de kanttekening dat de aanslag van Stauffenberg alleen maar mensenlevens gekost heeft in tegenstelling tot de verzetsmensen die streden voor behoud van hun steden. Zij hebben vele levens op die manier gered.

“Duits verzet tegen Hitler” is een ware aanwinst voor een ieder die geïnteresseerd in de andere kant van het Naziregime, want die was absoluut aanwezig en wijder vertakt in de maatschappij dan de auteur bespreekt in dit boek. Ook al is het deels, toch is het goed dat dit facet eindelijk meer aandacht krijgt en Randall Hansen doet dat op een voortreffelijke manier!

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Annabel Junge

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.