Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Meeslepend Dickensiaans epos dat bezwijkt aan pretenties

De Quincunx is het magnus opus van Charles Palliser, waar hij naar verluid 12 jaar aan heeft gewerkt. Met haar ruim 800 pagina en bepaald kleine kriebellettertjes is het een flinke, flinke kluif.
De ik-persoon van het boek is John Huffam (niet toevallig ook de tweede en derde doopnaam van Charles Dickens), en hij vertelt hoe vanaf zijn kindertijd zijn leven wordt bepaald door de strijd die wordt uitgevochten om het eigendom van het landgoed Hougham, iets waar hij ook een belangrijke rol in speelt.
En zo lezen we hoe Johnnie met zijn moeder en strenge kinderjuf Bissett opgroeit in een idyllisch engels dorpje. Maar John komt er langzaam maar zeker achter dat zijn moeder zich hier eigenlijk verbergt voor onbekende vijanden. Het blijkt allemaal te gaan om een ‘codicil’, een onbekende bijlage van een testament, dat Johnnie’s moeder zou kunnen aanwijzen als de erfgenaam van Hougham. Maar zij houdt het codicil angstvallig verborgen, bang als ze is dat haar ‘vijanden’ haar wat aandoen.
Maar natuurlijk kan ze zich niet eeuwig verstoppen en als ze dan uiteindelijk worden ontdekt door die vijanden, vluchten ze naar Londen…. Wat het begin is van alle ellende, want een lange en moeizame strijd om het bestaan begint. De jonge Johnnie wordt gedwongen snel volwassen te worden en overvleugelt al snel zijn bange, naieve en vaak zelfs ronduit dommige moeder. Palliser geeft in dit deel van het boek een indringend beeld van de zelfkant van het negentiende eeuwse Londen: een barre en smerige metropool met schrijnende armoede. Voor Johnnie en zijn moeder is het een vreselijke tijd en ze worden meermalen bedrogen, raken volledig berooid en verliezen uiteindelijk zelfs het codicil.
Dit deel van het boek sleept je echt mee, want je begint echt mee te leven met onze ongelukkige Johnnie, die zich moedig door al die misère probeert heen te slaan. Palliser schetst een intrigerend en zeer volledig beeld van deze tijd. Johnnie maakt echt alles mee: hij raakt betrokken in verschillende bendes (waaronder grafschenders), moet het vreselijkste werk doen (waaronder sloof spelen in een adellijk huishouden en het schilderachtige ‘riooljutten’), ziet zijn beide ouders sterven, moet meerdere keren uit vreselijke omstandigheden vluchten (hij wordt opgesloten in een gekkenhuis en in een door een sadist geleide ‘kostschool’) en wordt meer dan eens met de dood bedreigt.

Hier doet dit boek natuurlijk al snel denken aan de al eerder aangehaalde Charles Dickens, een schrijver waar ik kort geleden, hoe toevallig inderdaad, ook al over las. Heel veel Dickensiaanse elementen zien we immers in dit boek terug: hoe de sociale misstanden uit die tijd aan de kaak worden gesteld, de worsteling van een buitenstaander, een wees nota bene, om zijn plek in de maatschappij te vinden, de kwaadaardige boeven, noem het maar op, want het zit er allemaal in. Het is dan ook dit deel van het boek, dat naar mijn idee het beste is.
De mindere kanten van het boek manifesteren zich vooral aan het einde. Want tegen het einde wordt alle complotten en plotwendingen rondom de erfenis van John Huffam wel erg complex. We lezen over allerlei verwikkelingen en intriges die zich hebben afgespeeld in de vele generaties van de vijf families die afstammen van Hougham en dat wordt toch wel erg veel. Ook lezen we wel heel veel over al het denkwerk dat John moet doen om alle puzzelstukjes op hun plaats te krijgen, op basis van alles wat hij ziet en hoort. Aanvankelijk wilde ik nog wel meegaan in die zoektocht, maar aan het einde wordt het allemaal iets te complex en ondoorzichtig. Hier komt ook de obsessie van Pallisser bij dat hij alle toevalligheden in het verhaal, John ontmoet continu mensen van allerlei pluimage die allemaal op de een of andere wijze met elkaar verbonden zijn, wil uitleggen. Om blijkbaar de boodschap uit te dragen: toeval bestaat niet. Het haalt onnodig de snelheid uit het boek.
De wel erg formalistische structuur van de vertelling had wat mij betreft ook niet gehoeven: het gehele boek bestaat uit vijf boeken, die elk bestaan uit vijf delen, die elk bestaan uit vijf hoofdstukken. Zo weerspiegelt het hele boek de vorm van de quincunx (zeg maar de ‘vijf’ op de dobbelsteen), toevallig natuurlijk ook het familiewapen van de Hougham’s. Allemaal erg leuk, maar of dit nu heel erg veel toevoegt…
Wat ik ten slotte jammer vond aan het boek, was het einde. Bij lezing van dit boek had ik er steeds meer behoefte aan, dat alles uiteindelijk op zijn pootjes terecht komt, als in een Dickensiaanse vertelling. Helaas gebeurt juist dat in dit boek niet, want Palliser breidt aan zijn verhaal een veel cynischer einde: Palliser, maar maakt dat het slot bevredigender? Niet echt naar mijn idee. Het einde van het boek is ook nog eens heel abrupt: over hoe het nu afloopt met Johnnie, tast je eigenlijk nog steeds in het duister.
Tja, niet echt de ontknoping dus waar je op hoopt. En dan heb ik het nog niet eens over die uiterst raadselachtige laatste zin van het boek gehad, die alles wat je dacht te weten over die uitgebreide en uiterst complexe intrige, weer op losse schroeven zet. Misschien had Palliser gehoopt dat hij hiermee de verwoede puzzelaars nog eens zou kunnen aanzetten om het boek nog eens te lezen, om te zien welke aanwijzingen ze misschien gemist hadden die het mysterie konden ontrafelen, maar ik vond het vooral irritant: je investeert geen 800 pagina’s leestijd in het boek om dan vervolgens te zien dat je het allemaal toch niet begrepen hebt.

En zo laat dit boek een dubbel gevoel achter. De prachtige, uitgebreide en schrijnende vertelling over de worsteling van de jonge Johnnie in het Dickensiaanse Londen was een genot om te lezen, maar die über-ingewikkelde intrige, de formalistische structuur en dat verwarrende, abrupte en ongedroomde slot hadden voor mij niet gehoeven.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Christian Deterink

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.