Lezersrecensie
Op zoek naar wie je bent
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog wordt vlak achter de frontlinie een soldaat gevonden. Ogenschijnlijk mankeert hij niets, maar hij is zijn geheugen kwijt. Men brengt hem naar een gesticht waar hij in de loop der jaren een dagelijks ritme opbouwt. Als de behandelend artsen een advertentie plaatsen op zoek naar familie van de man, melden zich enige dames, allen hoopvol gestemd om vier jaar na de Grote Oorlog hun vermiste geliefde weer te vinden. Eén van hen vertelt vol overtuiging dat hij Amand Coppens is, fotograaf van beroep. Haar echtgenoot en vader van hun twee kinderen. Zij neemt hem mee naar Kortrijk waar zij een kleine fotostudio heeft.
Amand herinnert zich niets meer van zijn nieuwe omgeving, maar dan vertelt ze hem dat hij vroeger in Meenen woonde, een plaats verderop waar zijn ouders een kruidenierszaakje hadden. Ook zijn kinderen Gust en Roos zeggen hem niets. Samen met zijn vrouw Julienne probeert hij het leven weer op te pakken. Zij leert hem foto’s te ontwikkelen en weet hem als attribuut in te zetten voor weduwen die hun geliefde in de oorlog zijn verloren. Langzaam maar zeker ontsluit zij hem zijn verleden. Niet dat dit hem enigszins geruststelt. Bijna iedere nacht heeft hij vreselijke nachtmerries waarbij hij soms een gevaar vormt voor Julie en de kinderen. Zelfs is hij bang dat hij zijn vrouw eens zal vermoorden. Zij weet hem te troosten door met hem te vrijen, een probaat middel om hun ergernissen aan elkaar en hun sporadische ruzies de kop in te drukken. Toch dweept hij met zijn Julie, hij betitelt hun samenzijn als ware romantiek.
“… romantiek, zegt ze, is voor onnozelaars die van alles verzinnen om de waarheid niet onder ogen te hoeven zien…”
Regelmatig keren dromen terug bij Amand. Hij ziet een vrouw met lange blonde haren en hij herinnert zich haar naam: Käthe, een Duitse. Ook een zwarte hond wandelt steeds vaker het irreële decor binnen. Er zijn zelfs momenten dat hij overdag begint te raaskallen en dat hij zich inbeeldt dat hij ene Louis is. Ondertussen probeert Julie er het beste van te maken, ook al verzoekt hij haar hem naar het gesticht terug te brengen nu zijn waanbeelden alsmaar terugkeren en hem soms dagenlang niet meer verlaten. Dat zij dat voor zichzelf doet, voordat zijn geheugen hem volledig in de steek laat. Toch treedt er ook enig herstel op: soms herinnert hij zich recente gebeurtenissen. Dan slaat de argwaan toe: vertelde Julie vorige keer niet een hele andere versie van een gebeurtenis? Houdt zij hem voor de gek?
“”…hij zegt dat ze niet tegen hem moet liegen, ze weet dondersgoed dat ze niet eerlijk tegen hem is…”
Helaas is haar geheugen het enige kompas waarop Amand kan varen. Op enig moment geeft ze toe dat ze hem niet de gehele waarheid heeft verteld en als zij hem vervolgens zaken uit haar verleden opbiecht, gelooft hij haar weer. Enige rust schept dat niet, want zijn waanideeën spelen hen steeds vaker parten.
De ontwikkeling van Amand komt traag tot stand, waardoor je regelmatig het gevoel besluipt dat je het nu wel zo ongeveer weet en geneigd bent pagina’s over te slaan. Alles wordt zeer gedetailleerd beschreven, de kleding die men draagt, het interieur van het huis, het ontwikkelen van foto’s. Dat zou een onsje minder mogen zijn. Een nawoord van iemand als Vlaming Stefan Hertmans zou een mooie aanvulling zijn op dit verhaal van een frontsoldaat uit WO-I. Tot slot: Anjet Daanje heeft een knap geconstrueerd verhaal geschreven, waarvan de ontknoping een verrassing vormt.
Amand herinnert zich niets meer van zijn nieuwe omgeving, maar dan vertelt ze hem dat hij vroeger in Meenen woonde, een plaats verderop waar zijn ouders een kruidenierszaakje hadden. Ook zijn kinderen Gust en Roos zeggen hem niets. Samen met zijn vrouw Julienne probeert hij het leven weer op te pakken. Zij leert hem foto’s te ontwikkelen en weet hem als attribuut in te zetten voor weduwen die hun geliefde in de oorlog zijn verloren. Langzaam maar zeker ontsluit zij hem zijn verleden. Niet dat dit hem enigszins geruststelt. Bijna iedere nacht heeft hij vreselijke nachtmerries waarbij hij soms een gevaar vormt voor Julie en de kinderen. Zelfs is hij bang dat hij zijn vrouw eens zal vermoorden. Zij weet hem te troosten door met hem te vrijen, een probaat middel om hun ergernissen aan elkaar en hun sporadische ruzies de kop in te drukken. Toch dweept hij met zijn Julie, hij betitelt hun samenzijn als ware romantiek.
“… romantiek, zegt ze, is voor onnozelaars die van alles verzinnen om de waarheid niet onder ogen te hoeven zien…”
Regelmatig keren dromen terug bij Amand. Hij ziet een vrouw met lange blonde haren en hij herinnert zich haar naam: Käthe, een Duitse. Ook een zwarte hond wandelt steeds vaker het irreële decor binnen. Er zijn zelfs momenten dat hij overdag begint te raaskallen en dat hij zich inbeeldt dat hij ene Louis is. Ondertussen probeert Julie er het beste van te maken, ook al verzoekt hij haar hem naar het gesticht terug te brengen nu zijn waanbeelden alsmaar terugkeren en hem soms dagenlang niet meer verlaten. Dat zij dat voor zichzelf doet, voordat zijn geheugen hem volledig in de steek laat. Toch treedt er ook enig herstel op: soms herinnert hij zich recente gebeurtenissen. Dan slaat de argwaan toe: vertelde Julie vorige keer niet een hele andere versie van een gebeurtenis? Houdt zij hem voor de gek?
“”…hij zegt dat ze niet tegen hem moet liegen, ze weet dondersgoed dat ze niet eerlijk tegen hem is…”
Helaas is haar geheugen het enige kompas waarop Amand kan varen. Op enig moment geeft ze toe dat ze hem niet de gehele waarheid heeft verteld en als zij hem vervolgens zaken uit haar verleden opbiecht, gelooft hij haar weer. Enige rust schept dat niet, want zijn waanideeën spelen hen steeds vaker parten.
De ontwikkeling van Amand komt traag tot stand, waardoor je regelmatig het gevoel besluipt dat je het nu wel zo ongeveer weet en geneigd bent pagina’s over te slaan. Alles wordt zeer gedetailleerd beschreven, de kleding die men draagt, het interieur van het huis, het ontwikkelen van foto’s. Dat zou een onsje minder mogen zijn. Een nawoord van iemand als Vlaming Stefan Hertmans zou een mooie aanvulling zijn op dit verhaal van een frontsoldaat uit WO-I. Tot slot: Anjet Daanje heeft een knap geconstrueerd verhaal geschreven, waarvan de ontknoping een verrassing vormt.
2
Reageer op deze recensie