Lezersrecensie
Een heerlijk reisverslag dat leest als een historische roman
In 1960 ondernam een bijzondere man met zijn bijzondere hond (namelijk een blauwe Franse poedel) genaamd Charley een bijzondere reis. De toen al beroemde Amerikaanse auteur John Steinbeck – schrijver van boeken ‘voor de Engelse literatuurlijst’ als Of mice and men en East of Eden- trok in drie maanden met een prototype camper door Amerika. Het leverde een heerlijk reisverslag dwars door bijna alle staten op, vol tekenende anekdotes en gewetensvolle beschouwingen, met als rode draad (destijds een nieuw fenomeen!) de snelweg.
Gewoon de boel de boel laten en ‘vacilando’ rondtrekken, reizen in een bepaalde richting zonder dat het uitmaakt of je ergens wel of niet aankomt, is een onderneming waar veel mensen je om benijden. Zo constateert Steinbeck. Maar de van oorsprong treklustige mens leeft inmiddels te geworteld, zit in zijn verlangen naar grondbezit vastgegroeid in zijn eigen kleine wereldje. Wereldjes die per staat verschillen; qua natuur en omgeving, maar ook qua levensinstelling en opvattingen. Tegelijkertijd schijnen de bewoners in wezen helemaal niet zoveel van elkaar te verschillen.
Steinbeck kan zijn vinger er maar niet opleggen. Om zijn reis doel en zin te geven –een noodzakelijke verantwoording voor geest en geweten- wil hij antwoord vinden op vragen als "Wie is ‘de’ Amerikaan precies”, en “Hoe steekt Amerika in elkaar”. Uitgebreid bespreekt hij ontmoetingen met een keur aan ‘gewone’ individuen. Het individu is interessanter dan de mens in groepen; een visie die ook spreekt uit zijn romans, met daar uit voortvloeiend zijn afkeer van regels opgelegd door bestuurlijke instanties. Zijn bevindingen maken hem wijzer, maar brengen hem tegelijkertijd ook van de wijs. Elke generalisatie wordt uitgewist door een volgende. Amerika is onderhevig aan modernisering; Steinbeck ondervindt dat op de weg (hij leidt aan panische ‘snelwegzenuwen’, wordt overweldigd door het vele verkeer), ziet het aan ingenieuze uitvindingen als frisdrank- en soepautomaten en aan de explosieve toename van belastingwet-omzeilende stacaravanparken. Hij betwijfelt of deze vooruitgang per definitie ook verbetering betekent. Vraagt zich af waarom vooruitgang er vaak uitziet als verwoesting.
Tot concrete conclusies kan Steinbeck niet komen. Wel constateert hij dat de verschillen tussen de staatsbewoners aan de oppervlakte in toenemende mate aan het afnemen zijn. De diversiteit aan dialecten neemt merkbaar af; taal en plaatselijke gewoonten ‘slijten’ door de komst van snelwegen, hoogspanningslijnen en nationale televisie. En als ‘de’ Amerikanen één ding in gemeen hebben dan is het wel het gebrek aan (politieke) opinie. Aan het verdedigen van een eigen pertinente overtuiging. Misschien is het anno 1960, midden in de Koude Winter, bijvoorbeeld wel makkelijker om op de Russen te schelden dan op de Duitsers, omdat met die eersten geen handel gedreven wordt. Aldus stelt Steinbeck, na weer een vergeefse poging het politieke standpunt van in dit geval een plaatselijk ondernemer te achterhalen.
Eén staat onderscheidt zich. Texas. Steinbeck voelde de bui al hangen en zag er tegen op. Zijn reis komt in deze staat dan ook gevoelsmatig tot een einde. In zijn tijd is de rassenhaat er onvoorstelbaar groot en hierover schroomt men in het geheel niet zijn mening te uiten. De gemoederen roeren zich aangezien de zwarte bevolking in opstand tegen de onderdrukking begint te komen. Steinbeck gruwt van de houding van veel haatdragende blanken, maar neemt zelf (welbeschouwd als ‘typische Amerikaan’) geen duidelijk of publiekelijk standpunt in; erin gelovend dat er gezien de moderne tendens een eind aan deze situatie zal komen, maar bezorgd om de manier waaróp dat dan gebeuren zal. Het blijft bij het uit zijn cabine gooien van een agressieve blanke Zuiderling. Of dat laf is, néé, zegt Steinbeck. Het is pas laf als je dat ontkent. En dat doet hij in ieder geval niet, met het schrijven van dit overigens van enig sarcasme gespeende reisverslag.
Reizen met Charley is recent opnieuw in het Nederlands vertaald. Hierdoor klinkt Steinbeck opvallend fris en hedendaags in zijn toch al pakkende, beeldende, droog-komische stijl. Zijn chronologisch vertelde verslag leest als een intrigerende roman. Komische sketches van een nogal onverwacht door jachtinstinct bezeten Charley wisselen ernstiger situaties af, zoals de blanke “Cheerleaders” in New Orleans die zwarte peuters uitschelden bij het naar school gaan. Bijna profetisch af en toe lijkt Steinbeck in zijn visies en verwachtingen, terwijl sommige daarvan anno 2012 daarentegen juist weer absurd en achterhaald zijn gebleken. Reizen met Charley is een buitengewoon boeiend en vermakelijk boek dat een geweldig treffend tijdbeeld schetst en dat tot nadenken stemt. Hoe staat het er tegenwoordig voor met ‘de’ Amerikaan en Amerika? Historisch journalist en auteur Geert Mak probeert hier een antwoord op te geven in zijn boek Reizen zonder John.
Gewoon de boel de boel laten en ‘vacilando’ rondtrekken, reizen in een bepaalde richting zonder dat het uitmaakt of je ergens wel of niet aankomt, is een onderneming waar veel mensen je om benijden. Zo constateert Steinbeck. Maar de van oorsprong treklustige mens leeft inmiddels te geworteld, zit in zijn verlangen naar grondbezit vastgegroeid in zijn eigen kleine wereldje. Wereldjes die per staat verschillen; qua natuur en omgeving, maar ook qua levensinstelling en opvattingen. Tegelijkertijd schijnen de bewoners in wezen helemaal niet zoveel van elkaar te verschillen.
Steinbeck kan zijn vinger er maar niet opleggen. Om zijn reis doel en zin te geven –een noodzakelijke verantwoording voor geest en geweten- wil hij antwoord vinden op vragen als "Wie is ‘de’ Amerikaan precies”, en “Hoe steekt Amerika in elkaar”. Uitgebreid bespreekt hij ontmoetingen met een keur aan ‘gewone’ individuen. Het individu is interessanter dan de mens in groepen; een visie die ook spreekt uit zijn romans, met daar uit voortvloeiend zijn afkeer van regels opgelegd door bestuurlijke instanties. Zijn bevindingen maken hem wijzer, maar brengen hem tegelijkertijd ook van de wijs. Elke generalisatie wordt uitgewist door een volgende. Amerika is onderhevig aan modernisering; Steinbeck ondervindt dat op de weg (hij leidt aan panische ‘snelwegzenuwen’, wordt overweldigd door het vele verkeer), ziet het aan ingenieuze uitvindingen als frisdrank- en soepautomaten en aan de explosieve toename van belastingwet-omzeilende stacaravanparken. Hij betwijfelt of deze vooruitgang per definitie ook verbetering betekent. Vraagt zich af waarom vooruitgang er vaak uitziet als verwoesting.
Tot concrete conclusies kan Steinbeck niet komen. Wel constateert hij dat de verschillen tussen de staatsbewoners aan de oppervlakte in toenemende mate aan het afnemen zijn. De diversiteit aan dialecten neemt merkbaar af; taal en plaatselijke gewoonten ‘slijten’ door de komst van snelwegen, hoogspanningslijnen en nationale televisie. En als ‘de’ Amerikanen één ding in gemeen hebben dan is het wel het gebrek aan (politieke) opinie. Aan het verdedigen van een eigen pertinente overtuiging. Misschien is het anno 1960, midden in de Koude Winter, bijvoorbeeld wel makkelijker om op de Russen te schelden dan op de Duitsers, omdat met die eersten geen handel gedreven wordt. Aldus stelt Steinbeck, na weer een vergeefse poging het politieke standpunt van in dit geval een plaatselijk ondernemer te achterhalen.
Eén staat onderscheidt zich. Texas. Steinbeck voelde de bui al hangen en zag er tegen op. Zijn reis komt in deze staat dan ook gevoelsmatig tot een einde. In zijn tijd is de rassenhaat er onvoorstelbaar groot en hierover schroomt men in het geheel niet zijn mening te uiten. De gemoederen roeren zich aangezien de zwarte bevolking in opstand tegen de onderdrukking begint te komen. Steinbeck gruwt van de houding van veel haatdragende blanken, maar neemt zelf (welbeschouwd als ‘typische Amerikaan’) geen duidelijk of publiekelijk standpunt in; erin gelovend dat er gezien de moderne tendens een eind aan deze situatie zal komen, maar bezorgd om de manier waaróp dat dan gebeuren zal. Het blijft bij het uit zijn cabine gooien van een agressieve blanke Zuiderling. Of dat laf is, néé, zegt Steinbeck. Het is pas laf als je dat ontkent. En dat doet hij in ieder geval niet, met het schrijven van dit overigens van enig sarcasme gespeende reisverslag.
Reizen met Charley is recent opnieuw in het Nederlands vertaald. Hierdoor klinkt Steinbeck opvallend fris en hedendaags in zijn toch al pakkende, beeldende, droog-komische stijl. Zijn chronologisch vertelde verslag leest als een intrigerende roman. Komische sketches van een nogal onverwacht door jachtinstinct bezeten Charley wisselen ernstiger situaties af, zoals de blanke “Cheerleaders” in New Orleans die zwarte peuters uitschelden bij het naar school gaan. Bijna profetisch af en toe lijkt Steinbeck in zijn visies en verwachtingen, terwijl sommige daarvan anno 2012 daarentegen juist weer absurd en achterhaald zijn gebleken. Reizen met Charley is een buitengewoon boeiend en vermakelijk boek dat een geweldig treffend tijdbeeld schetst en dat tot nadenken stemt. Hoe staat het er tegenwoordig voor met ‘de’ Amerikaan en Amerika? Historisch journalist en auteur Geert Mak probeert hier een antwoord op te geven in zijn boek Reizen zonder John.
2
Reageer op deze recensie