Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

opgroeien in 1978

hanna-vlaming 23 november 2018
Eén jaar uit het leven van een 12-jarige jongen, dat is Havik. Het jaar is 1978. De jongen blijft naamloos. ‘Ventje’, noemt zijn oma hem. De dag voor kerst halen de jongen en zijn vader oma op van het station. Thuis, aan de rand van het plaatsje Driekerken, staat het ontvangstcomité klaar; moeder, zijn zus Anna en jongere zusje Charlotte. De komst van oma brengt, in het vrome gezin, een lichte spanning met zich mee. De jongen moet zijn slaapkamer tijdelijk aan haar afstaan en de ouders proberen haar te behagen met vragen als ‘Hoe vindt oma het konijn?’. Vragen die steevast met een negatieve lading worden beantwoord: ‘vorig jaar was het beter.’ 1978, het jaar waarin we het gezin volgen, is dan ook in veel opzichten een overgangsjaar. Op kerstavond verzucht de jongen ‘ik ben zó gelukkig…’. Een dergelijke ongedwongen uiting van geluk zien we de komende 180 pagina’s niet meer terug.

Marco Kamphuis debuteerde in 1996 met De medische encyclopedie, die bekroond werd met de Debutantenprijs. De boeken die volgden kregen weinig bekendheid. Met Een rusteloos leven (2006), kwam daar verandering in. Havik lijkt Kamphuis’ echte doorbraak: DWDD riep het dit najaar uit tot boek van de maand en net na verschijnen ging het al in derde druk. Dat is niet voor niets.

Herkenning
Kamphuis’ schrijfstijl is uiterst afgewogen, geen zin in Havik is onbedoeld. Met rake beelden wordt getoond hoe de wereld van een kind steeds groter, echter en harder wordt. Een overgang die niemand vreemd is. Het maakt Havik tot een feest der herkenning. Niet alleen de rolschaatswedstrijden, het Groot Russisch Staatscircus op televisie, en de drie dagen van de Citotoets – die ‘beslissend (waren) voor de rest van je leven’ – maar ook de weg van fantasie naar zelfreflectie, brengen je moeiteloos terug naar je eigen jeugd.
Toch wringt er iets. De 12-jarige ik-persoon omschrijft zichzelf geregeld vanuit een perspectief dat niet het zijne lijkt. Bijvoorbeeld zijn beleving van de nachtmis op kerstavond: ‘Na aanvang van de mis raakte ik zoals altijd snel bedwelmd door de muziek, de gebeden, de wierook.’ Of een concurrentiestrijd met een andere jongen om de aandacht van twee meisjes: ‘(…) ik benijdde hem om zijn tegenwoordigheid van geest, een tel nadat ik me heimelijk over zijn afgang had verheugd.’ Gedachten van een 12-jarige in woorden als deze vatten schept een afstand. Hier lijkt een vijftigplusser aan het woord die terugblikt op zijn jeugd. Het doet je wachten op een perspectiefverandering die deze terugblik verklaart: een ingrijpende gebeurtenis misschien? Maar beide, verklaring of noodlot, blijven uit.

Miniatuurtjes
Wel is sprake van een sluimerende verandering, de scheiding van zijn ouders. Deze wordt feilloos aangekondigd. Bitse opmerkingen van moeder tijdens het kerstdiner, ontploffende ruzies die de jongen vanaf de overloop probeert te volgen, de terugkerende uitroep van vader ‘ik ben weg!’. Maar hij komt steeds weer terug. De angsten voor een scheiding die de ik-persoon uit, vallen in het niet door ‘een eerste liefde’, ‘een nieuwe vriendschap’ en ‘het gaan naar de brugklas’. Wanneer de scheiding een feit wordt, legt de jongen zich er vrij gemakkelijk bij neer. Het leven gaat door, en alleen de hond van het gezin Orlov toont tekenen van gemis.
Havik is dan ook niet het verhaal van een scheiding. Het is een kleine kroniek over opgroeien, geschreven in een aaneenschakeling van verfijnde miniatuurtjes. Door het onbedoeld verwarrende perspectief blijft de afstand tot de personages echter groot. De 12-jarige jongen hecht zich niet aan je, hij is vervangbaar. Deze afstand biedt tegelijkertijd een ruimte, voor eigen herinneringen, die het verhaal moeiteloos herschrijven.

paperback, 190 blz, € 18,90
Wereldbibliotheek, ISBN 978 90 284 2494 4

Reageer op deze recensie

Meer recensies van hanna-vlaming