Zijn grote wielerhard was eindelijk gesatureerd
Ik las "Heldenlevens" van Martin Ros. Uitgebracht als
"Sportklassieker" in mei 2015. In het colofon staat keurig dat de
tekst van dit boek al eerder verscheen in eerdere boeken van
Martin Ros, uitgegeven door Agathon in 1987. Nu had ik zelf al
het boek "Wielerhelden", uitgegeven door Het Spectrum in 1991.
Zelfde schrijver, zelfde tekst.
Onlangs bracht de Volkskrant ( 20 juni 2015) een overzicht van
recent verschenen wielerboeken. "Heldenlevens" staat daar niet
bij. Nu ik het boek las, denk ik te weten waarom: het voegt niets
toe. Jan van Zanen, burgemeester van Utrecht , schreef het
voorwoord in het boek en legt een link met de tourstart in
Utrecht, 4 juli 2015. Dat is het enige wat actueel is, voor de
rest duikt Martin Ros op herhaling de wielergeschiedenis
in.
Nu ken ik Martin Ros nog van de televisie, waar hij tot 2007
boeken besprak. Dat deed hij fenomenaal; als je hem had gehoord
over een boek, zo enthousiast en meeslepend, wilde je het zo snel
mogelijk zelf ook lezen. Maar nu ik Heldenlevens las, weet ik dat
vertellen over een boek iets anders is, dan er zelf ook een
schrijven. Het viel namelijk tegen. Het boek begint sterk: als
Martin schrijft over zijn eigen, "rijke Roomse"jeugd en over hoe
hij verliefd raakte op de wielersport. Tot en met bladzij 44 gaat
het goed. Maar dan komen de helden van Martin. De meeste uit
tijden die u en ik niet meer kennen: vóór de Tweede Wereldoorlog.
En helaas slaagt hij er niet in de helden tot leven te wekken:
dat komt door zijn taalgebruik. Martin wil teveel in één zin. En
overdrijft. Een paar voorbeelden? "Bartali, deze verdomde Toscaan
naar het woord van Malaparte, is nog altijd iemand met een
ouderwets, maar kerngezond kloppend, rooms hart." En dat terwijl
Bartali nog amper is geïntroduceerd. Hoezo verdomde Toscaan? En
hoezo Malaparte? Dat kom je als lezer niet te weten.
Nog een: ""Zoals het jaar daarop Kübler tegen Coppi, zo opende
Louison Bobet tegen Bartali op de zwaarste Alpenkammen nog een
door moed, inzet en wilskracht imponerend tegenoffensief." Zo'n
zin moet je drie keer lezen voor je begrijpt wie wat doet. Martin
Ros slaagt er niet in om zijn helden een identiteit te geven. De
ene keer rijden ze de concurrentie (dezelfde helden die in een
ander hoofdstuk worden opgehemeld) in een bergrit op een half uur
achterstand, de andere keer storten ze in en verliest de held
zelf op een verschrikkelijke manier. Maar waarom dat zo gaat?
En de opgeklopte manier van schrijven gaat je op een gegeven
moment tegenstaan. "De renners gebruiken hun vrouwen vaak
niet meer dan als washandjes voor hun vuile sokken". Pardon?
"Coppi laat zich te achteloos op het hele kwartieren aan z'n
broek smeren, vindt Kübler". Over Hugo Koblet: "Heeft hij zijn
carrière door zich te bandeloos uit te leven te vroeg ten
verderve gevoerd?" Over Kübler: "In 1942 staat Kübler voor het
eerst oog in oog met Fausto Coppi, die dan al, wat Kübler niet
weet en zo graatmager als hij is, in het hoofd rondloopt met het
werelduurrecord".
Na die zin dacht ik: wie is er nu graatmager (Coppi of Kübler) en
wat heeft dat nu met dat werelduurrecord te maken en begon ik me
te ergeren. En dan kom je ook nog eens fouten tegen: "Zelfs de in
Bobets gouden jaren -1953, 1954, 1955- waren schrijvers van het
uitzichtloze existentialisme bij het zien van Bobet soms bereid
toe te geven dat het leven toch geen geheel zinloze passie was".
En op blz. 258: "Al was Jean ,daar ng een stuk briljanter". Het
rare is dat in het boek uit 1991, in dezelfde tekst niet deze
fouten staan. Ik worstelde door en las toen: "Bovendien nog
gekweld door koorts lag Bobet huilend in zijn bed, niet meer in
staat om te lopen, ook door de aambeien die een paar jaar later
ook Koblet vaak zouden vellen".
Toen werd mij wel duidelijk: dit boek is opnieuw uitgebracht in
de hoop graantjes mee te pikken uit de Tour-de-France-ruif van
dit jaar. Er is niet gekeken naar de zinsopbouw, naar de
leesbaarheid en er zijn alleen maar fouten aan toegevoegd. Jammer
dat ik dit moet schrijven over de man die ik in zijn optreden als
boekbespreker zo bewonderde. Maar ja, zoals hij zelf schrijft
over Eddy Merckx: mijn wielerhard is door dit boek meer dan
voldoende gesatureerd!
Reageer op deze recensie