Historische sciencefiction

Het verhaal speelt zich af in Londen, 1982. Margaret Thatcher is premier van Groot-Brittannië, dat net de Falklandoorlog tegen Argentinië heeft verloren. Alan Turing, de Britse wiskundige die tijdens de tweede wereldoorlog de Enigma-code van de Duitsers wist te kraken, is niet gestorven in 1954 en heeft zijn leven verder besteed aan het ontwikkelen van computers en artificiële intelligentie. In 1982 is men zo ver dat de eerste humanoïden zijn gecreëerd, 25 Adams en Eva’s.

De werkloze Charlie Fiend haalt met de erfenis van zijn moeder zo’n Adam in huis. Samen met zijn bovenbuurvrouw Miranda, met wie hij een relatie begint, ontwerpt hij de persoonlijkheid van Adam en zo ontstaat er een wat vreemde driehoeksrelatie tussen twee ‘echte’ mensen en een robot die in niets van een echte mens lijkt te onderscheiden te zijn. Door Adam komt ook aan het licht dat Miranda een donker geheim met zich meedraagt dat deze relatie onder druk zal komen te zetten.

Ian McEwan zet met Machines zoals ik de lezer beslist tot nadenken aan. Hoe zullen wij omgaan met artificiële intelligentie, die in sneltempo wordt ontwikkeld, en die binnenkort tot ons dagelijks bestaan zal behoren? Hoe moeten we humanoïden behandelen? Waar staat de mens als deze niet meer het meest intelligente wezen op deze planeet is?
Door het verhaal in een alternatieve werkelijkheid in 1982 te laten plaatsvinden, creëert McEwan ook een bijzondere sfeer die de roman kwalitatief ver boven de zoveelste sciencefictionroman uittilt.