Lezersrecensie
Zeer verdienstelijke roman
Hoewel Elizabeth Gilbert al een tijdje schreef, is ze vooral bekend geworden door haar in 2006 verschenen memoires Eten, bidden, beminnen, waarin ze over haar jaar van spirituele en persoonlijke verkenning vertelt. In 2013 werd Het hart van alle dingen uitgebracht, een roman die door Wall Street Journal het meest ambitieuze en puur denkbeeldige werk van haar twintigjarige carrière werd genoemd. Onder andere The New York Times ging een stapje verder en riep het werk uit tot het beste boek van het jaar van uitgifte.
Engelsman Henry Whittaker en zijn Nederlandse vrouw Beatrijs emigreren aan het eind van de achttiende eeuw naar Pennsylvania, waar in 1800 hun dochter Alma wordt geboren. Net als haar ouders krijgt ze een fascinatie voor de botanie en al op jonge leeftijd heeft ze een grote kennis van deze wetenschap. Alles wijst erop dat ze haar hele leven in het teken van de plantkunde stelt, maar een ontmoeting met de ruim tien jaar jongere Ambrose Pike zorgt voor een kentering die voor beiden grote gevolgen heeft.
In het eerste deel van de roman – het boek beslaat in totaal vijf delen – maakt de lezer kennis met Henry Whittaker, die op jonge leeftijd al min of meer voor ogen had wat hij van zijn eigen leven wilde gaan maken. Een aantal voorvallen zorgt ervoor dat hij hierin steeds meer gedreven raakt en dat is een karaktereigenschap die in feite kenmerkend voor hem is. Het verhaal draait echter niet om deze geboren Engelsman, maar vooral om zijn dochter Alma, want vanaf deel twee wordt hun levensloop voornamelijk vanuit haar perspectief verteld, waardoor haar doen en laten uiteraard het meest onder de aandacht wordt gebracht.
Door wat Alma meemaakt ziet de lezer dat zij een heel duidelijke ontwikkeling doormaakt. Niet wat kennis betreft – vanaf erg jonge leeftijd is ze namelijk al behoorlijk slim – maar vooral als personage, ze maakt een overduidelijke groei door. Hoewel ze in eerste instantie een nogal beschermend en luxe leventje leidt, verandert dit in de plot geleidelijk aan meer en meer en uiteindelijk is ze dusdanig veranderd dat ze niet meer wereldvreemd door het leven gaat. Hierdoor wint ze zonder meer aan sympathie. Dit is onder andere te danken aan haar kennismaking met verschillende interessante en daardoor boeiende personen.
Omdat Alma een vooraanstaand botanist en natuurvorser is, wordt in het boek vanzelfsprekend ook ruim aandacht geschonken aan plantkunde in het algemeen. Over het algemeen is dit onderhoudend, maar er zijn wel enkele fragmenten die enigszins saai zijn, de lezer kan dan snel zijn belangstelling verliezen. Alma’s levensgeschiedenis vergoedt echter heel veel, want die is hoe dan ook pakkend, van begin tot eind. Natuurlijk is de roman volledig fictief, maar omdat de auteur waargebeurde feiten in het verhaal verwerkt heeft, er eveneens namen van mensen in voorkomen die werkelijk geleefd hebben en enkele maatschappelijke thema’s aangehaald worden, komt het geheel heel realistisch over. Aan het eind geeft Gilbert de lezer zelfs nog wat stof tot nadenken, want op sommige spirituele vragen wordt geen antwoord gegeven of kan geen antwoord worden gegeven.
Het hart van alle dingen bevat logischerwijs wetenschappelijke termen, maar dit is absoluut niet hinderlijk of lastig. De auteur heeft het voor iedereen begrijpelijk gemaakt. Ook haar schrijfstijl is erg prettig en toegankelijk. Soms leest het boek als een avonturenroman, soms als een liefdesgeschiedenis en soms als non-fictie. Eigenlijk is het van alles een beetje, maar Gilbert heeft er wel voor gezorgd dat ze er geen rommeltje van heeft gemaakt. Al met al is dit een zeer verdienstelijke roman.
Engelsman Henry Whittaker en zijn Nederlandse vrouw Beatrijs emigreren aan het eind van de achttiende eeuw naar Pennsylvania, waar in 1800 hun dochter Alma wordt geboren. Net als haar ouders krijgt ze een fascinatie voor de botanie en al op jonge leeftijd heeft ze een grote kennis van deze wetenschap. Alles wijst erop dat ze haar hele leven in het teken van de plantkunde stelt, maar een ontmoeting met de ruim tien jaar jongere Ambrose Pike zorgt voor een kentering die voor beiden grote gevolgen heeft.
In het eerste deel van de roman – het boek beslaat in totaal vijf delen – maakt de lezer kennis met Henry Whittaker, die op jonge leeftijd al min of meer voor ogen had wat hij van zijn eigen leven wilde gaan maken. Een aantal voorvallen zorgt ervoor dat hij hierin steeds meer gedreven raakt en dat is een karaktereigenschap die in feite kenmerkend voor hem is. Het verhaal draait echter niet om deze geboren Engelsman, maar vooral om zijn dochter Alma, want vanaf deel twee wordt hun levensloop voornamelijk vanuit haar perspectief verteld, waardoor haar doen en laten uiteraard het meest onder de aandacht wordt gebracht.
Door wat Alma meemaakt ziet de lezer dat zij een heel duidelijke ontwikkeling doormaakt. Niet wat kennis betreft – vanaf erg jonge leeftijd is ze namelijk al behoorlijk slim – maar vooral als personage, ze maakt een overduidelijke groei door. Hoewel ze in eerste instantie een nogal beschermend en luxe leventje leidt, verandert dit in de plot geleidelijk aan meer en meer en uiteindelijk is ze dusdanig veranderd dat ze niet meer wereldvreemd door het leven gaat. Hierdoor wint ze zonder meer aan sympathie. Dit is onder andere te danken aan haar kennismaking met verschillende interessante en daardoor boeiende personen.
Omdat Alma een vooraanstaand botanist en natuurvorser is, wordt in het boek vanzelfsprekend ook ruim aandacht geschonken aan plantkunde in het algemeen. Over het algemeen is dit onderhoudend, maar er zijn wel enkele fragmenten die enigszins saai zijn, de lezer kan dan snel zijn belangstelling verliezen. Alma’s levensgeschiedenis vergoedt echter heel veel, want die is hoe dan ook pakkend, van begin tot eind. Natuurlijk is de roman volledig fictief, maar omdat de auteur waargebeurde feiten in het verhaal verwerkt heeft, er eveneens namen van mensen in voorkomen die werkelijk geleefd hebben en enkele maatschappelijke thema’s aangehaald worden, komt het geheel heel realistisch over. Aan het eind geeft Gilbert de lezer zelfs nog wat stof tot nadenken, want op sommige spirituele vragen wordt geen antwoord gegeven of kan geen antwoord worden gegeven.
Het hart van alle dingen bevat logischerwijs wetenschappelijke termen, maar dit is absoluut niet hinderlijk of lastig. De auteur heeft het voor iedereen begrijpelijk gemaakt. Ook haar schrijfstijl is erg prettig en toegankelijk. Soms leest het boek als een avonturenroman, soms als een liefdesgeschiedenis en soms als non-fictie. Eigenlijk is het van alles een beetje, maar Gilbert heeft er wel voor gezorgd dat ze er geen rommeltje van heeft gemaakt. Al met al is dit een zeer verdienstelijke roman.
2
Reageer op deze recensie