Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Praten met de doden

Kris 09 juni 2015

Alle collega’s dood van Nachoem Wijnberg kent een bruusk, maar intrigerend begin: zowat alle personages en hoofdthema’s komen al in de eerste pagina’s aan bod. De toon is hiermee gezet. De Janprofessor, hoogleraar economie, heeft een aantal uitgesproken obsessies, zoals nieuwsfeiten, de dood, zijn collega’s, lekker eten, waarover hij graag uitgebreid spreekt met zijn student-assistent, de ik-figuur/-verteller. Deze heeft een ex, een paar fysieke afwijkingen en een vrouwelijke fanclub met wie hij sessies heeft over goocheltrucs en het spreken met de doden. De verbitterde Janprofessor leeft in zijn eigen wereld van theoretische beschouwingen over economie, filosofie en andere bijzondere onderwerpen. De jonge, afhankelijke ik-figuur fungeert als zijn verslaggever. Hij luistert trouw naar de Janprofessor, met verwondering en ontzag, maar ook vanuit een zeker opportunisme en gemakzuchtige luiheid. Uiteindelijk komt hij tot een besef, treffend verwoord als: "Ik moet ook eens zelf bedenken wat ik wil en niet alleen maar doen wat anderen voorgesteld hebben en waar ik geen overweldigende bezwaren tegen heb."

Alle collega’s dood is een moeilijke roman: opvallend eigenzinnig en onconventioneel qua stijl, met afwisselende vertelperspectieven en absurde, ongecontroleerde dialogen waarin uiteenlopende gespreksonderwerpen de revue passeren. De vele personages blijven vrij obscuur en ondoorgrondelijk. Ook over de ik-persoon wordt weinig meegedeeld en zelf voegt hij vrijwel niks toe aan wat hij observeert en registreert als figurant-reporter in zijn leven, c.q. het leven van de Janprofessor. Het laatste hoofdstuk brengt een stilistisch contrast: in een klassieker gestructureerd verhaal wordt het personage van de Janprofessor geschetst binnen zijn concrete, praktische werkelijkheid als jonge promovendus. Hierdoor wordt aan de eerdere hoofdstukken van het boek een gewijzigd, duidelijker en interessanter perspectief meegegeven.

Dit nieuwe boek van Nachoem Wijnberg is, zoals zijn poëzie, een uitdaging voor de lezer. Het is niet bedoeld als ontspannende strandlectuur, maar vraagt een actieve, aandachtige leeshouding. Hierdoor wordt de lezer deelgenoot van de ik-figuur, om samen met hem te interpreteren wat er gezien, gehoord (en gelezen) wordt. Tijdens deze ontdekkingstocht door scènes, gesprekken en personages wordt er gezocht naar relevantie, waarheid en orde in de chaos, waarbij het belangrijk is niet afgeleid te worden door het minder relevante – overigens een mooie metafoor voor het dagelijks leven. In een eerder gedicht schrijft Wijnberg: "Dat is wat ik gehoord heb, het is mij verteld, maar niet als iets wat ik niet moet vergeten". De schrijver brengt zijn lezer voortdurend op het verkeerde spoor. Zoals de Janprofessor tijdens een Italiaanse les en na allerlei zijsprongetjes (over konijnen, goocheltrucs, het verschil tussen ‘kennen’ en ‘weten’, voetbal, werkwoordvervoegingen en het avondeten) plots declameert: "Pas verwachtingen aan, schep verwachtingen, laat ze achteraf denken dat ze iets verwacht hadden".

Nachoem Wijnberg debuteerde als dichter in 1989 en publiceerde sindsdien verschillende dichtbundels, maar ook romans. Hij is bovendien hoogleraar aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam en kent de academische wereld als insider. Alle collega’s dood is dus ook een kritische blik op de deze wereld, met zijn bijzondere wetmatigheden, wetenschappelijke teleurstellingen of academische afwijzingen. Ook de Janprofessor probeert tegenslagen te verwerken, waarbij zijn mentorschap en monologen als uitlaatklep dienen. Woordenschat, grammatica en communicatie krijgen veel aandacht in deze roman. De taal, in al haar diversiteit en complexiteit, speelt een hoofdrol in het web van interacties tussen de verschillende personages. Tijdens groepsgesprekken of dialogen moet er voortdurend geïnterpreteerd, gefilterd en gedecodeerd worden en dit proces loopt niet altijd foutloos. Een monoloog is daarom eenvoudiger qua opzet. Als ‘alle collega’s dood’ zijn, is het niet meer belangrijk wat je precies zegt en hoe dit overkomt. Dan kan je gewoon met jezelf praten. Of met de doden. 

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Kris