Vrienden Rosie en Moussa wonen in de grote stad en beleven daar avonturen. 9789044333657

Vrienden in de grote stad

In het boek "Rosie en Moussa" van schrijver Michael De Cock en tekenaarster Judith Vanistendael verhuist Rosie samen met haar moeder naar een grauw, hoog flatgebouw in een grote stad. Daar leert ze Moussa kennen, die het gebouw op zijn duimpje kent. Met hem klimt ze meer dan honderd treden naar het dak van de flat. Vanaf daar hebben ze een waanzinnig wijds uitzicht: ze zien het voetbalstadion, het station, kantoorgebouwen, hijskranen en een wirwar aan straten en pleinen.

Judith Vanistendael heeft het uitzicht over de stad mooi getekend. Ze gebruikt in geen enkele tekening kleur en dat past goed bij de stad, die grijs, druk en vol uitlaatgassen is. Toch is het gebrek aan kleur ook een beetje jammer. Kleur had het verhaal en de karakters net iets extra"s kunnen geven. De illustraties in "Rosie en Moussa" zijn even belangrijk als de tekst: op sommige pagina"s vertellen alleen de tekeningen het verhaal en is tekst overbodig.

Rosie en Moussa komen vast te zitten op het dak van de flat: de conciërge van het gebouw sluit ze op om ze een lesje te leren. Op het dak komen is namelijk verboden. Natuurlijk vinden de twee een manier om te ontsnappen! Ze krijgen daarbij hulp van een aardige buurvrouw. Op dit dakavontuur na gebeurt er weinig in het verhaal. Je zou wel meer dingen willen weten over Rosie en Moussa. Als je het verhaal uit hebt, zul je zeker nog vragen hebben. Waar is Rosies vader bijvoorbeeld? Als Moussa naar hem vraagt, antwoordt Rosie telkens dat ze het er niet over wil hebben.

Antwoord op die vraag krijg je wél in het vervolg "Rosie en Moussa. De brief van papa". Rosies vader blijkt in de gevangenis te zitten! Op een dag gaat de telefoon en neemt Rosie op. Het is papa, die nooit iets durfde zeggen als mama opnam. Rosies ouders willen elkaar niet meer zien of spreken. Volgens mama trekt Rosies vader "problemen aan als een magneet een stuk ijzer". Het enige goede dat ze aan hem heeft overgehouden is Rosie. Rosie besluit samen met Moussa op bezoek te gaan in de gevangenis zonder dat haar moeder er iets van weet.

Tijdens een gesprek dat Rosie en Moussa over ouders hebben, merk je de culturele verschillen tussen de twee vrienden op. Moussa antwoord op Rosies vraag hoe zijn ouders verliefd op elkaar werden:

"Ik geloof dat mijn opa mama heeft uitgekozen en tegen papa heeft gezegd: "Hier, dit is een goede vrouw voor je.""
"En wanneer zijn ze dan verliefd geworden?" wil Rosie weten.
Moussa haalt zijn schouders op. Dat weet hij niet.

Het is niets geks dat Moussa een andere achtergrond heeft dan Rosie. Slechts terloops, zoals in een gesprek als dit, merk je er iets van.

De makers van de boeken hebben aangekondigd dat er een hele serie over Rosie en Moussa wordt gemaakt. Hopelijk komen we zo steeds meer over de twee stadskinderen te weten!

Linda.