Lezersrecensie
Eenzijdige belichting van autochtone ouders uit Amsterdam-West
In het boek neemt Kleijwegt je mee naar een wijk in Amsterdam-West.
In de beschrijving van haar boek laat de uitgever opnemen dat Mohammed Bouyeri (de moordenaar van Theo van Gogh) ook in deze wijk opgroeide, maar in het boek komt de impact van deze moord en het feit dat hij er woonde pas in de laatste hoofdstukken ter sprake. Daarmee lijkt het meer als marketing strategie ingezet te zijn, dan dat het daadwerkelijk van toegevoegde waarde is. In het nawoord licht de schrijfster deze keuze toe: de moord op van Gogh leidt nog meer tot onthechting.
Kleijwegt is geïnteresseerd in de ouders van drieëntwintig leerlingen uit klas 2K van het Calvijn in Amsterdam. Zij gaat op zoek naar wie de ouders zijn en hoe zij leven. Een mooi streven, maar tijdens het lezen blijken de vooroordelen (die wij vanuit onze culturele inslag [ons gekleurde kijkglaasje] hebben) al snel van toepassing:
* De leerlingen en hun ouders wonen in een verwaarloosde buurt. (Die buurt wordt wel opgeknapt, maar het zijn de goed verdienende
Nederlanders die de nieuwe huizen betreden, waardoor de ouders geen aanspraak meer hebben.
* Ouders van deze leerlingen spreken geen of slecht Nederlands en zijn ook niet van plan om dat te leren of vinden dit te moeizaam.
* Ouders hebben veelal het streven om hier maar een korte periode te blijven om vervolgens weer terug te gaan naar hun
geboorteland.
* Zicht op wat hun kind doet is nauwelijks aan de orde. Dit komt door de taalbarrière, maar ook door het geloof dat de leerlingen zich houden
aan de regels van het geloof.
* Onmachtige ouders, machteloosheid bij het onderwijzend personeel.
* Leven in een geïsoleerde wereld.
Kleijweg bezoekt zoals eerder geschreven de ouders, de ondersteuners (leerplichtambtenaar, medewerker internaat) en praat met leerlingen, broers en zussen. Dat zet soms aan tot nadenken: Waarom accepteren enkele moeders de status van analfabeet; hoe kan men zich onttrekken aan de uitzichtloosheid, welke middelen zijn in te zetten tegen drugs, spijbelen en uitval als ouders en docenten zich onmachtig voelen.
De bureaucratie in hulpverleningsland en het onvoldoende in staat zijn perspectief te bieden, zullen hier geen positief steentje aan bijdragen. Het nadenken daarover is het resultaat van het lezen van dit boek…
Prima, maar nauwelijks vernieuwend, verfrissend of inzichtgevend. Datgene wat voorgekauwd is, wordt in dit boek herhaald.
Overigens is er nog een vervolg geschreven op dit boek waarin Kleijwegt na tien jaar nog eens terug gaat om te bekijken hoe het dan met de leerlingen van 2K gaat.
In de beschrijving van haar boek laat de uitgever opnemen dat Mohammed Bouyeri (de moordenaar van Theo van Gogh) ook in deze wijk opgroeide, maar in het boek komt de impact van deze moord en het feit dat hij er woonde pas in de laatste hoofdstukken ter sprake. Daarmee lijkt het meer als marketing strategie ingezet te zijn, dan dat het daadwerkelijk van toegevoegde waarde is. In het nawoord licht de schrijfster deze keuze toe: de moord op van Gogh leidt nog meer tot onthechting.
Kleijwegt is geïnteresseerd in de ouders van drieëntwintig leerlingen uit klas 2K van het Calvijn in Amsterdam. Zij gaat op zoek naar wie de ouders zijn en hoe zij leven. Een mooi streven, maar tijdens het lezen blijken de vooroordelen (die wij vanuit onze culturele inslag [ons gekleurde kijkglaasje] hebben) al snel van toepassing:
* De leerlingen en hun ouders wonen in een verwaarloosde buurt. (Die buurt wordt wel opgeknapt, maar het zijn de goed verdienende
Nederlanders die de nieuwe huizen betreden, waardoor de ouders geen aanspraak meer hebben.
* Ouders van deze leerlingen spreken geen of slecht Nederlands en zijn ook niet van plan om dat te leren of vinden dit te moeizaam.
* Ouders hebben veelal het streven om hier maar een korte periode te blijven om vervolgens weer terug te gaan naar hun
geboorteland.
* Zicht op wat hun kind doet is nauwelijks aan de orde. Dit komt door de taalbarrière, maar ook door het geloof dat de leerlingen zich houden
aan de regels van het geloof.
* Onmachtige ouders, machteloosheid bij het onderwijzend personeel.
* Leven in een geïsoleerde wereld.
Kleijweg bezoekt zoals eerder geschreven de ouders, de ondersteuners (leerplichtambtenaar, medewerker internaat) en praat met leerlingen, broers en zussen. Dat zet soms aan tot nadenken: Waarom accepteren enkele moeders de status van analfabeet; hoe kan men zich onttrekken aan de uitzichtloosheid, welke middelen zijn in te zetten tegen drugs, spijbelen en uitval als ouders en docenten zich onmachtig voelen.
De bureaucratie in hulpverleningsland en het onvoldoende in staat zijn perspectief te bieden, zullen hier geen positief steentje aan bijdragen. Het nadenken daarover is het resultaat van het lezen van dit boek…
Prima, maar nauwelijks vernieuwend, verfrissend of inzichtgevend. Datgene wat voorgekauwd is, wordt in dit boek herhaald.
Overigens is er nog een vervolg geschreven op dit boek waarin Kleijwegt na tien jaar nog eens terug gaat om te bekijken hoe het dan met de leerlingen van 2K gaat.
1
Reageer op deze recensie