Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Fabuleuze en ondraaglijk intense zoektocht naar het onmogelijke

Nico van der Sijde 18 februari 2023
Bij de onvolprezen avontuurlijke uitgeverijen IJzer en Vleugels wordt de laatste jaren veel Thomas Bernhard vertaald. Tot mijn niet geringe vreugde. Die vreugde werd zelfs bijna spasmodisch toen ik eind 2022 "Uitwissing" las, uitgegeven door IJzer, volgens velen Bernhards meesterwerk. En daar ging ik zonder meer in mee. Maar nu, begin 2023, las ik het net vertaalde "Correctie", uitgegeven door Vleugels, dat volgens veel anderen - zoals Marc Vleugels zelf! - Bernhards ultieme hoogtepunt is. En ik ben inderdaad totaal flabbergasted, nog meer dan ik van Bernhards andere prachtboeken al was. Want deze ongehoord fraaie roman is in mijn beleving zelfs nog intenser dan zijn andere werk, nog manischer, nog woedender, nog fascinerender, nog inspirerender, nog wanhopiger, nog vertwijfelder, nog schrijnender, nog aangrijpender, nog enerverender en nog ontroerender. Bij andere Bernhards kreeg ik geregeld nerveuze lachstuipen, al is zijn humor wel van een ongelofelijk ongemakkelijke en zwartgallige soort. Bij dit boek echter verging het lachen mij totaal, en werd ik steeds volkomen verbijsterd door de nauwelijks te vatten intensiteit van wat ik las. Nadat ik "Correctie" uit had las ik het meteen opnieuw. Daarna las ik allerlei stukken weer opnieuw. Sommige daarvan las ik daarna weer opnieuw. En eigenlijk wil ik nog steeds geen afscheid nemen van dit grandioze boek. Wat vast ook komt door vertaalster Ria van Hengel, want dankzij haar swingt Bernhard ook in het Nederlands volkomen de pan uit.

Hoofdpersoon van "Correctie" is de inmiddels aan zelfmoord gestorven Roithamer, een obsessief naar het onmogelijke strevende figuur, die wij alleen leren kennen via de speculatieve interpretaties van een (naamloze) vriend, of via eigen zijn eigen uitspraken uit een immense en volkomen gefragmenteerde nalatenschap die door deze vriend deels- en misschien maar voor een klein deel- is doorgekeken en geordend. Maar die nadrukkelijk niet tot een betekenisvol geheel is gereconstrueerd. Het verhaal van Roithamers leven en dood is daar echter ook te verbluffend en te ongrijpbaar voor. Want Roithamer bouwde een woonkegel, iets wat niemand ooit had gedaan of zelfs zich ooit maar had voorgenomen om te doen, in het exacte - en volgens de geleerden eigenlijk niet te berekenen- middelpunt van het Kobernausserbos. Deze toch al onmogelijke- maar niettemin verwerkelijkte! - bouwkundige onderneming staat bovendien ook nog eens in het teken van een onmogelijk- maar niettemin verwerkelijkt! - ideaal: de vertrekken van deze woonkegel zijn helemaal afgestemd op het innerlijk van zijn innig geliefde zus, zo geliefd dat hij haar zelfs als zijn "tweede, hogere wezen" beschouwt, en de woonkegel is zelfs bedoeld om zijn zus - en daarmee ook zichzelf- in een staat van het "allerhoogste geluk" te brengen.

Die zus bezwijkt echter aan de aanblik van deze, ook volgens haar krankzinnige woonkegel, en brengt zich om. Het waarom van haar zelfdoding wordt nergens heel expliciet verklaard of onthuld. Niettemin wordt de suggestie gewekt dat die woonkegel haar inderdaad in een toestand van het allerhoogste geluk brengt, en dat exact dat haar dood veroorzaakt. "Maar dat iemand als de zus van Roithamer zo'n toestand als hoogtepunt niet kan verdragen wordt bevestigd door het feit dat ze nu niet meer leeft", zo zegt immers Roithamers anonieme vriend. Ook parafraseert hij enkele veelzeggende zinnen uit Roithamers nalatenschap, zoals: "Het hoogste geluk, aldus Roithamer, als de onmiddellijke doodsoorzaak (van mijn zus), aldus Roithamer". Of ook: "Want het allerhoogste geluk bestaat alleen in de dood, aldus Roithamer". Het lijkt dus wel alsof de woonkegel symbool staat voor het sublieme, het ongehoorde, het ultieme, en voor kunst die radicaal en onverbiddelijk breekt met alles wat wij ons kunnen voorstellen. Zodat ook de schoonheid ervan het menselijke verstand en gevoel te boven gaat, en door zijn alle grenzen doorbrekende onvoorstelbaarheid ook ondraaglijk geluk EN ondraaglijke pijn teweeg brengt. Zoals Roithamers bovenmenselijke perfectionisme, en zijn drive om alles tot in de kleinste details te onderzoeken en tot in het oneindige te corrigeren, gewoon pijn doet aan de ogen en aan het gezonde verstand. Dat alles wordt nog onderstreept door allerlei ongelofelijk eloquente uitspraken van Roithamer - geparafraseerd of geciteerd door zijn vriend- over de onverbiddelijke radicaliteit van zijn bouwkundige onderneming en over het totaal ongehoord krankzinnige en ook voor hemzelf soms ondraaglijke karakter ervan. En ook significant is het gefragmenteerde gehalte van sommige van zijn zinnen, want die fragmentatie benadrukt in mijn beleving juist de ondoorgrondelijkheid van het raadsel en houdt elke oplossing daarvan op afstand.

Bovendien, niet alleen Roithamers zus kiest voor de dood, maar Roithamer zelf kort daarna ook. Misschien vanwege verdriet om zijn zus, misschien omdat ook hij bezwijkt aan het ondraaglijk intense en bovenmenselijke gehalte van zijn eigen bouwkunst en van zijn fragmentarische beschouwingen daarover. Wij als lezers weten dat niet. Want dit soort intense ervaringen van ondraaglijk geluk, van ongehoorde schoonheid, van oneindige correctie en voortdurende zelfcorrectie en van zelfgekozen dood gaan ons begrip te boven. Ook al omdat in "Correctie" elke plausibele psychologische of logische verklaring bewust vermeden wordt. Wel lezen we enkele tantaliserende details over die woonkegel: dat hij op een onmogelijke plek staat midden in een bos, dat de bouw ervan vele miljoenen heeft gekost, dat hij gebouwd is op basis van ondoorgrondelijke wetten van statica en symmetrie, dat bijna alle vertrekken naamloos zijn en bovendien witgekalkt, dat alle deuren alleen naar binnen toe openen en niet naar buiten, dat die toren deels ontstaat uit dromen die overdag hun betekenis verhullen, dat die toren na de dood van Roithamers zus verzwolgen zal moeten worden door het bos..... Maar ook die details versterken alleen maar de ongehoorde raadselachtigheid van die kegel. En van "Correctie" als geheel.

Inhoudelijk draait "Correctie" dus nadrukkelijk om het ongehoorde en onvoorstelbare. En dat wordt op grandioze wijze nog versterkt door Bernhards enorm intense stijl en vorm. De lange beginzin is daar meteen al een mooi voorbeeld van: "Na een aanvankelijk lichte, maar door laksheid en verwaarlozing plotseling ernstig geworden longontsteking die mijn hele lichaam had aangetast en mij niet minder dan drie maanden in het bij mijn woonplaats gelegen, op het gebied van de zogeheten inwendige ziekten beroemde Welser ziekenhuis had vastgehouden, was ik, niet EIND OKTOBER, zoals de artsen me hadden aangeraden, maar al BEGIN OKTOBER, zoals ik per se wilde en op eigen verantwoordelijkheid zoals dat heette, gehoor gevend aan een uitnodiging van de zogenoemde dierenpreparateur Höller in het Aurachdal, meteen naar het Aurachdal en het Höllerhuis gegaan, zonder de omweg naar mijn ouders in Stocket, METEEN naar Höllers zolderkamer, om mij na de zelfmoord van mijn vriend Roithamer, die ook bevriend was geweest met dierenpreparateur Höller, door een zogeheten testamentaire bepaling toegevallen, uit duizenden door Roithamer beschreven briefjes, maar ook uit het omvangrijke manuscript met de titel 'Over Altensam en alles wat met Altensam samenhangt, met bijzondere aandacht voor de kegel' bestaande manuscript door te kijken, misschien ook meteen te ordenen".

Fascinerend: ook Bernhard zelf trotseerde als doodzieke longpatiënt ooit zijn artsen, als we zijn autobiografische novellen "De adem" en "De kou" mogen geloven, en wekte daarmee zichzelf door zijn alles trotserende wilskracht en verbeeldingskracht tot leven, totaal tegen de keer in. Misschien is die ik- figuur dus een alter ego van Bernhard zelf? Misschien ziet ook hij zijn longziekte - en andere ziektes- dus als een "beslissend noodzakelijk denkgebied", en als een voor schrijvers noodzakelijke confrontatie met de verschrikkingen van het lichaam en de geest? En even fascinerend vind ik het dat de ik- figuur, die verder weinig over zichzelf vertelt, wel laat doorschemeren dat hij misschien wel net zo radicaal onconventioneel is als zijn vriend Roithamer. En dat die radicaliteit - waarin ook de eigen gezondheid en het eigen zelfbehoud volkomen compromisloos op het spel worden gezet- misschien wel de verbindende factor was in hun vriendschap.

Het allermooist vind ik echter hoe meteen in die eerste lange zin al veel verteld wordt over inhoud en opzet van "Correctie". Een naamloze ik- figuur die de artsen trotseert, met een niet te breken eigenwijze levenswil en met een al even compromisloos onbuigbare onwil om welke autoriteit dan ook te volgen, gaat ons dus na Roithamers zelfmoord het verhaal over de compromisloze Roithamer vertellen. Op basis van duizenden nog te ordenen briefjes en een omvangrijk- en naar later blijkt alleen in meerdere elkaar corrigerende versies bestaand - manuscript. Deel 1 van "Correctie", "Höllers zolderkamer", bestaat zelfs louter uit de innerlijke monoloog van deze ik- figuur over hoe hij vol verbazing en onwetendheid aankijkt tegen Roithamers zo ongrijpbare leven en dood. Die innerlijke monoloog bevat diverse ellenlange zinnen, vaak nog langer en meanderender dan deze geciteerde openingszin, en vaak met nog meer bevreemdende bepalingen en bijvoeglijke naamwoorden -zoals "zogeheten", "zoals dat heette", "zogenoemde" - die veel van wat gezegd wordt meteen ondermijnen of op mijn minst minder vanzelfsprekendheid laten klinken. Want een "zogeheten testamentaire bepaling" klinkt toch anders dan gewoon "een testamentaire bepaling". De zinnen worden bovendien steeds koortsachtiger, grilliger, en ondermijnen zichzelf steeds meer, terwijl ook steeds vaker gezegd wordt dat alles wat gezegd wordt "alleen bij benadering" wordt gezegd, Of zelfs dat alles wat gezegd wordt per definitie helemaal het omgekeerde is van wat feitelijk het geval is. En dat de feitelijke werkelijkheid ons altijd ontglipt, zelfs als we - zoals de ik- figuur, zoals Roithamer- tot in het oneindige alles corrigeren, en opnieuw corrigeren, en opnieuw corrigeren, en wéér opnieuw corrigeren. Met zelfmoord en zelfvernietiging en vernietiging van al het gemaakte of opgeketende als de allerlaatste nog mogelijke correcties.

Door hun lengte en hun meanderende gehalte onderstrepen Bernhards zinnen bovendien vaak hun eigen onvermogen om de werkelijkheid te vatten. En dat doen ze op formidabele wijze. Voorts rijgen de zinnen zich zonder pauzes of stukken wit aan elkaar, waardoor het proza steeds koortsachtiger en ademlozer wordt. Tevens worden sommige motieven steeds weer herhaald, op steeds verhittere toon, zodat de innerlijke monoloog van de ik- figuur doordrenkt is met obsederende en steeds vertwijfelder klinkende crescendo's, maar zonder ooit tot conclusies te komen. Zo vertelt hij ons bladzijden lang over hoe Höller en hij elkaar aan Höllers keukentafel toezwijgen, en uit pure spanning en ondraaglijke gêne juist geheel NIET praten over de zelfmoord van hun vriend Roithamer. En ook hoe hij vervolgens vertwijfeld rondloopt in Höllers zolderkamer, steeds koortsachtiger en vertwijfelder omdat hij voelt - of: hallucineert- dat Höller hem observeert, maar vooral door zijn eigen onbeslistheid: hoe te beginnen aan de papierberg die Roithamer hem naliet en hoe ooit greep te krijgen op al die brokstukken zonder verband?

En dan, als hij geteisterd door zijn hallucinaties en toenemende vertwijfeling, ineens alle papieren door elkaar gooit, kan hij alleen nog maar wanhopig en obsessief herhalen "doorkijken en ordenen..... doorkijken en ordenen.....". Wat dan meteen de titel is van deel 2 van "Correctie". Een titel die dus in het teken staat van onmacht en ontoereikendheid. En in dit tweede deel volgen we niet meer de innerlijke monoloog van de ik- figuur, maar die van Roithamer, die zowel in de ik- vorm als in de hij- vorm aan het woord komt. Maar dan wel geparafraseerd door de ik- figuur, die aan veel van de zinnen toevoegt "aldus Roithamer" - zie ook een paar van de hierboven aangehaalde zinnen. Ook vermeldt hij geregeld dat een woord door Roithamer is onderstreept. Of doorgestreept, later weer hersteld, en weer doorgestreept. Wat benadrukt dat we niet Roithamer zelf horen, maar de Roithamer zoals zijn anonieme vriend hem ziet. Op basis van een berg van onsamenhangende documenten en herinneringen waarop hij het zicht helemaal kwijt is. Van documenten bovendien waarin Roithamer zelf geregeld zegt dat hij alles moet corrigeren, nogmaals corrigeren en nogmaals corrigeren. En waarin hij alles wat hij denkt steeds aanduidt als "pogingen tot beschrijven", die de feitelijkheid hoogstens aanduiden maar nooit helemaal raken.

In die pogingen beschrijft Roithamer maar zelden - en veelal slechts zijdelings- zijn zus. Wat haar raadselachtigheid naar mijn gevoel nog vergroot. Veel uitgebreider echter zijn Roithamers pogingen om zijn moeder te beschrijven, en hoe hij zich door haar en zijn kindertijd in Altensam gefnuikt en beknot voelde. Om niet te zeggen: gekerkerd, gebreideld, misvormd, op redeloze en Kafkaëske wijze gestraft, en als in een Kafkaësk proces veroordeeld met een ondoorgrondelijk vonnis. Bernhard laat zijn hoofdpersonen wel vaker woedend en wanhopig razen over de kerker van hun afkomst, cultuur en kindertijd. Maar volgens mij zelden zo intens, aangrijpend en meeslepend als in "Correctie". Ronduit prachtig zijn bijvoorbeeld de passages waarin hij in steeds luidere crescendo's vol steeds schrillere woede en onmacht beschrijft hoe zijn moeder en hij elkaar voortdurend pijnigden, en elkaar in de pijn gevangen hielden, zonder daar iets aan te kunnen doen. En heel effectief zijn ook de hyperbolen en uitvergrotingen: bijvoorbeeld het beeld van miljoenen houtwormen die alles opvreten in Altensam, of het beeld van honderdduizenden dode en stinkende vliegen in de kamer waarin Roithamer als kind soms werd opgesloten. Altensam, een vreselijk oord, al was het maar door die moeder, dat lijkt wel duidelijk......

Maar Roithamer zegt in zijn nalatenschap nog iets anders: "Omdat we in Altensam zijn geboren, zonder voorbereiding, zoals iedereen onvoorbereid wordt geboren in een onbekende omgeving, die er alles aan doet de nieuwe daar geboren mens te vernietigen, zoals Altensam altijd heeft geprobeerd mij te vernietigen, het begrip Altensam: vernietiging van mijn persoon, van het wezen van de aan Altensam uitgeleverde, weerloze, volkomen onbeschermde mens. Opeens tegenover Altensam, zonder te weten wat dat was, en voorbij Altensam, om Altensam heen, zonder te weten wat dat was". En daarmee zegt hij ook dat iedereen in zijn eigen kerker wordt geboren, in zijn eigen milieu en omgeving die hij niet gekozen heeft maar die hem wel gevangen houden. Voor hem was dat Altensam, voor de ik- figuur is dat zijn geboortedorp Stocket, voor ons is het de omgeving waarin wij zijn opgegroeid. Altensam is kortom het beeld van het menselijk tekort in het algemeen, of van de geworpenheid van elke mens. Elke mens zit immers - aldus Roithamer- gevangen in de kerker van de conventies waarmee hij is opgegroeid, de cultuur die hem is aangeleerd, de taal die hem is ingefluisterd. Ook elke mens die angstig en pips naar Roithamers hyperbolen kijkt en met bibberige opluchting denkt dat die op hem niet van toepassing zijn. Ook u, dus. En ook ik.

Maar anders dan u en ik poogt Roithamer radicaal, uit alle macht en ten koste van alles uit precies die kerker te ontsnappen: "We komen in een voor ons vastgestelde, maar niet op ons voorbereide wereld en moeten het met die wereld zien te redden, als we het niet redden met die wereld, dan gaan we te gronde, maar als we niet te gronde gaan, om welke reden dan ook, moeten we ervoor zorgen dat we van die voor ons vastgestelde en niet voor ons en op ons voorbereide wereld, die een wereld is die ons in elk geval, omdat ze door onze voorgangers is gemaakt, wil aanvallen en verwoesten en uiteindelijk vernietigen, niets anders is die wereld met ons van plan, dat we van die wereld een wereld maken naar onze eigen ideeën en steeds weer pogingen doen om die wereld naar onze eigen ideeën te veranderen, eerst op de achtergrond, onopvallend, maar daarna met alle geweld en heel duidelijk, zodat we na enige tijd kunnen zeggen, WIJ LEVEN IN ONZE EIGEN WERELD, NIET IN DE VOOR ONS VASTGESTELDE WERELD, die altijd een wereld is die ons niet aangaat en ons wil verwoesten en vernietigen".

Een wereld maken naar eigen idee, als radicaal verzet tegen de voor hem vastgestelde wereld waarin hij is geworpen...... Precies dat is dus de inzet van Roithamers krankzinnige onderneming om een woonkegel te bouwen die het hoogste - en dus ondraaglijke- geluk moet geven aan zijn zus. Hij breekt dus vol woedende intensiteit met alles wat door zogenaamd verstandige mensen als mogelijk, haalbaar en wenselijk wordt beschouwd, omdat hij ZIJN woonkegel en ZIJN bouwkundig kunstwerk maakt dat met alle conventies en natuurwetten spot. En ook een beschouwing - het omvangrijke manuscript in zijn nalatenschap over Altensam en in het bijzonder de kegel- die deze kegel juist in al zijn krankzinnigheid rechtvaardigt, en daarmee zelf krankzinnig is. Vanuit conventioneel burgermannenperspectief is dat een mislukking: de kegel leidt tot de dood van zijn zus en hemzelf, zijn manuscript is doordesemd van correcties en aanzetten tot nieuwe veel kortere versies en vernietigt daarmee zichzelf. Maar vanuit zijn radicaal eigen perspectief (en dat van zijn naamloze vriend) zit dat vermoedelijk anders: Roithamer kiest immers bewust voor het onmogelijke, het ondraaglijk intense dat alle grenzen doorbreekt, en de prijs daarvoor - zo zegt hij geregeld- kan alleen ALLES zijn. En DIE prijs heeft hij nu dus betaald..... Wat tegelijk misschien de prijs is voor zijn compromisloze perfectionisme, dat geen genoegen neemt met dat wat volgens de conventies en natuurwetten en het gezonde verstand "goed genoeg" is. Zodat hij, alles voortdurend corrigerend en vernietigend, maar doorgaat en doorgaat en doorgaat, tot hij ook zichzelf vernietigd heeft......

In veel van Bernhards boeken draait het om briljante beschrijvingen van een totale mislukking: zie bijvoorbeeld het fenomenale "De kalkfabriek", waarin de hoofdpersoon een heel boek lang er niet in slaagt om aan zijn grootse project te beginnen. In "Correctie" echter gaat het naar mijn idee om de geslaagde verwerkelijking van een onmogelijkheid, om de voortdurende correctie van alles waarin alles ook voortdurend op het spel staat, en om de verschrikkelijk- onverbiddelijke grootsheid daarvan. Roithamer zal de voltooiing van de kegel niet louter als triomf hebben beleefd, want we mogen aannemen -al weten we het niet- dat hij groot verdriet had om de dood van zijn zus, en zijn manuscript vernietigt zichzelf bovendien in een oneindige reeks van correcties. Maar het vuur van de onmogelijkheid en ongehoordheid was voor hem onontbeerlijk. Alleen in dat vuur kon hij leven. Alleen in de koorts van voortdurende correcties kon hij bestaan. Alleen het grenzeloze drijft hem voort. Dat hij voortdurend alles corrigeren moet getuigt zeker van zijn eigen ontroereikendheid, en die van de mens in het algemeen. Maar dat hij tot voorbij alle grenzen maar doorgaat en doorgaat en doorgaat met die correcties getuigt naar mijn gevoel van zijn compromisloze inzet voor het onmogelijke en ongehoorde. En precies die inzet wordt op elke bladzij van "Correctie" prachtig voelbaar gemaakt.

Bovendien, Roithamer had een inspirerend voorbeeld in zijn hierboven al even gememoreerde vriend Höller. Deze dierenpreparateur heeft namelijk eveneens een onmogelijk huis gebouwd, het Höllerhuis, precies in de vernauwing van een woeste rivier en dus op een bizarre en onmogelijke plek. Hij trotseerde daarmee alle natuurwetten, net als later Roithamer met zijn woonkegel in het exacte midden van het Kobernausserbos. En met succes: alle huizen in de omgeving zijn door de modder meegesleept, alleen Höllers huis niet. Höllers onmogelijke huis is bovendien, aldus tenminste Roithamer, de exacte kopie van Höllers innerlijke wezen: door Höller te observeren kreeg Roithamer onontbeerlijke inspiratie voor zijn woonkegel, en alleen door zich vele dagen lang in Höllers zolderkamer terug te trekken kon Roithamer het ontwerp van zijn kegel voltooien en het manuscript erover - in zijn vele gecorrigeerde en zichzelf vernietigende gecorrigeerde versies- schrijven. Alleen in de afzondering van DIE kamer, in DAT onmogelijke huis: dezelfde kamer (in hetzelfde huis) waarin de ik- figuur Roithamers nalatenschap doorkijkt en ordent. En ja, Roithamer ging ten onder, maar Höller niet. Terwijl ook hij zich, aldus tenminste Roithamer, inzette voor het onmogelijke en ongehoorde. Hij speelt het zelfs klaar om in die onmogelijkheid te wonen. En de zolderkamer in die onmogelijkheid is voor Roithamer en voor de ik- figuur een unieke vrijplaats, waar het ongehoorde voor even ruim baan krijgt en tot bloei kan komen.....

Suggereert Bernhard daarmee, tussen de regels door, dat een dergelijke ongehoordheid wellicht toch zonder zelfvernietiging mogelijk is? En houdt hij het bewust bij een suggestie door juist niet heel diep en concreet in te zoomen op Höller, die daardoor een oningevuld raadsel voor ons blijft? Dat weet ik niet. Zoals ik ook niet weet of de naam Höller bewust verwijst naar Hölle, dus naar de hel. Maar ik weet wel wel dat ik erg geraakt werd door de enorme intensiteit van Roithamer, van de hem zo inspirerende Höller met zijn onmogelijke Höllerhuis, en zeker ook van de ik- figuur die, een longziekte trotserend, zich helemaal onderdompelt in de gefragmenteerde en van correcties doordesemde nalatenschap van Roithamer. Intenser proza dan dat van "Correctie" is volgens mij ter wereld nauwelijks te vinden. Compromislozere zoektochten naar het onmogelijke trouwens ook niet. Op ongehoorde wijze tasten naar het onmogelijke, omdat de voor ons vastgestelde wereld met al zijn begrenzingen en conventies een kerker is........ Leven in de koorts van eindeloos elkaar corrigerende correcties uit snakkend verlangen naar het ultieme..... Ik vind dat prachtig, en enorm inspirerend, zeker als dat zo beschreven wordt als in "Correctie". Ik bewonder die inzet, die totale compromisloosheid, dat enorme vuur. Ook al kan en durf ik dit soort dingen zelf helemaal niet.
4

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.