Lezersrecensie
Alles komt goed
15 augustus 2022
Willem die Madoc maakte – Nico Dros
Jammer dat de auteur Nico Dros niet Willem heet.
De titel van dit boek duidt op het episch dierdicht Van den Vos Reijnaerde dat in de middeleeuwen door een onbekende Willem is geschreven.
Nico Dros schept in deze roman een mediëvist, dr. Willem de Reuvere, die na het verkrijgen van een codex uit een nalatenschap een verhaal gaat schrijven over een vroeg twaalfde-eeuws persoon die zich op latere leeftijd Willem gaat noemen. Deze laatste Willem koopt begin dertiende eeuw het Latijnse dierenepos Ysengrimus – met daarin Van den Vos Reijnaerde - en gaat dat in het Diets vertalen.
Je zou dit boek dus een dubbele raamvertelling met Droste-effect kunnen noemen.
In 1196 vindt er een schipbreuk plaats voor de Vlaamse kust bij Brugge, een kind wordt gered en ondergebracht bij het benedictijnse klooster Sint-Odulfus. Deze Beda ontwikkelt zich tot een sterke, knappe, intelligente jongeman die nadat hij uit het klooster is ontsnapt de wereld intrekt onder de naam Madoc. Hij heeft wel tegenslagen te verduren, maar komt er altijd en beter bovenop. Zo wordt hij persoonlijk secretaris bij graaf Hincmar op zijn kasteel in La Couronne en stelt orde op zaken in de warboel van documenten, overeenkomsten, leningen en schrijft een nieuw, economisch beter leenstelsel uit op perkament terwijl hij ook nog nachtelijke escapades heeft met de gravin Adelina en er zelfs een zoon bij krijgt. Dankzij zijn lessen in zwaardvechten en lanssteken legt de onoverwinnelijke bruut Osemund het loodje na een tweegevecht. De avonturen gaan verder als Madoc Wijchje ontmoet en hij zich voorstelt als Willem. Met haar gaat hij naar Gent en het land van Waes. In Gent schaft hij op de boekenmarkt het lijvige, in Latijn geschreven epos Ysengrimus aan dat hij gaat vertalen in het Diets en er fragmenten aan toevoegt. Ook in Gent ontmoet hij Geeraert Verspronck, koopman, magistraat en grootgrondbezitter. Willem presenteert bij hem zijn plan voor turfafgraving wat natuurlijk een succes gaat worden. Aan het einde schrijft hij Duo Somnia waarin hij de instorting van de kerk en het hiernamaals beschrijft waardoor hij door de Inquisitie opgepakt en berecht wordt.
Het is een echte alleskunner, onze Beda/Madoc/Willem, in staat om vrijwel elk probleem te tackelen. Je kunt dit spannende jongensboek met hoogrode konen in hoog tempo verslinden. Dat komt omdat er geen diepgang in zit.
Jammer dat de auteur Nico Dros niet Willem heet.
De titel van dit boek duidt op het episch dierdicht Van den Vos Reijnaerde dat in de middeleeuwen door een onbekende Willem is geschreven.
Nico Dros schept in deze roman een mediëvist, dr. Willem de Reuvere, die na het verkrijgen van een codex uit een nalatenschap een verhaal gaat schrijven over een vroeg twaalfde-eeuws persoon die zich op latere leeftijd Willem gaat noemen. Deze laatste Willem koopt begin dertiende eeuw het Latijnse dierenepos Ysengrimus – met daarin Van den Vos Reijnaerde - en gaat dat in het Diets vertalen.
Je zou dit boek dus een dubbele raamvertelling met Droste-effect kunnen noemen.
In 1196 vindt er een schipbreuk plaats voor de Vlaamse kust bij Brugge, een kind wordt gered en ondergebracht bij het benedictijnse klooster Sint-Odulfus. Deze Beda ontwikkelt zich tot een sterke, knappe, intelligente jongeman die nadat hij uit het klooster is ontsnapt de wereld intrekt onder de naam Madoc. Hij heeft wel tegenslagen te verduren, maar komt er altijd en beter bovenop. Zo wordt hij persoonlijk secretaris bij graaf Hincmar op zijn kasteel in La Couronne en stelt orde op zaken in de warboel van documenten, overeenkomsten, leningen en schrijft een nieuw, economisch beter leenstelsel uit op perkament terwijl hij ook nog nachtelijke escapades heeft met de gravin Adelina en er zelfs een zoon bij krijgt. Dankzij zijn lessen in zwaardvechten en lanssteken legt de onoverwinnelijke bruut Osemund het loodje na een tweegevecht. De avonturen gaan verder als Madoc Wijchje ontmoet en hij zich voorstelt als Willem. Met haar gaat hij naar Gent en het land van Waes. In Gent schaft hij op de boekenmarkt het lijvige, in Latijn geschreven epos Ysengrimus aan dat hij gaat vertalen in het Diets en er fragmenten aan toevoegt. Ook in Gent ontmoet hij Geeraert Verspronck, koopman, magistraat en grootgrondbezitter. Willem presenteert bij hem zijn plan voor turfafgraving wat natuurlijk een succes gaat worden. Aan het einde schrijft hij Duo Somnia waarin hij de instorting van de kerk en het hiernamaals beschrijft waardoor hij door de Inquisitie opgepakt en berecht wordt.
Het is een echte alleskunner, onze Beda/Madoc/Willem, in staat om vrijwel elk probleem te tackelen. Je kunt dit spannende jongensboek met hoogrode konen in hoog tempo verslinden. Dat komt omdat er geen diepgang in zit.
1
1
Reageer op deze recensie
