Een knap debuut

Nog voor je de eerste pagina van Onderschepping helemaal hebt gelezen, heb je het gevoel in een film te zijn beland. Je ziet het voor je: de auto’'s remmen voor de controlepost op de George Washington-brug, de politieagenten lopen langs de auto’'s en het zweet parelt op het voorhoofd van een van de bestuurders. Het beeld stijgt van de pagina op – dat auteur Dick Wolf gewend is om in beelden en scripts te denken wordt direct duidelijk. Wolf werd bekend als producer van misdaadseries als 'Miami Vice' en 'Law & Order'; Onderschepping is zijn debuut als thrillerauteur.

Dat het een zeer geslaagd debuut is, weet je eigenlijk al na die eerste pagina’'s. Je zit direct midden in het verhaal, en jaagt samen met speciaal agent Jeremy Fisk van Intel, een speciale eenheid van de politie van New York die zich met terrorisme bezighoudt, op een groepering die plannen lijkt te hebben om een vervolg aan 9/11 te geven.

Na de opening, die zich afspeelt in 2009, verplaatst het verhaal zich naar 2011, het jaar waarin herdacht werd dat de aanval op de Twin Towers tien jaar geleden was. Hoewel Osama Bin Laden gedood is, blijft de dreiging van een nieuwe aanval op New York groot. Fisk weet bijna zeker dat hij het onverwachte moet verwachten en dat er iets groots op stapel staat. Wanneer er vlak voor 4 juli, Onafhankelijkheidsdag, een vliegtuigkaping verijdeld wordt door een dappere actie van enkele passagiers, vermoedt Fisk dat er meer aan de hand is. Hij vertrouwt het niet: waarom zou een niet zo snuggere solo-terrorist een actie ondernemen die gedoemd was te mislukken? Hier moet een groter plan achter zitten, en Fisk is vastbesloten dat plan te verijdelen.

Vanaf dat moment begint een kat-en-muisspel waarin Fisk en zijn partner (en stiekeme geliefde) Krina Gersten proberen te achterhalen wat er nu precies aan de hand is. Dat valt niet mee, want het lijkt erop dat elk van de verschillende schakels in het complot geen idee heeft van zijn precieze rol en hoe die aansluit op het grote geheel. De verdachten tasten wat dat betreft net zo in het duister als Fisk en Gersten, en ook als lezer weet je heel lang niet hoe het zit.

Wanneer langzaamaan duidelijk wordt hoe de vork in de steel zit, is dat een behoorlijke verrassing. Wolf heeft het complot zo gelaagd opgebouwd dat het zeer logisch in elkaar zit, maar niet gemakkelijk te doorzien is. Dat maakt de speurtocht van Fisk extra spannend. Tel daarbij op dat de dialogen vlot en realistisch zijn en dat Wolf, zoals gezegd, erg beeldend en actief schrijft, en je hebt een zeer plezierige terrorisme-thriller in handen. Het debuut van Wolf biedt misschien geen verrassende setting – terrorisme, New York, Osama Bin Laden, vliegtuigkaping, taliban: de ingrediënten zijn bekend – maar het leest als een trein. Onderschepping leg je pas weg als je, op het allerlaatst, ontdekt hebt hoe het in elkaar steekt. Kortom: een knap debuut van iemand die heel goed weet hoe je een spannend verhaal vertelt.