Lezersrecensie
Topina in de hoofdrol
De wonderverteller is een prachtig verhaal over de reizen van Marco Polo. Dit is het nieuwste boek van Lida Dijkstra en Djenné Fila, die in dezelfde stijl Schaduw van Toet hebben gemaakt. Lida Dijkstra heeft van de reizen van Marco Polo een heel nieuw en uniek verhaal gemaakt door het meisje Topina een belangrijke rol te geven. Zij is eigenlijk de spil in dit verhaal: ze brengt Marco Polo en Rustichello samen en zorgt ervoor dat de reizen van Marco Polo opgeschreven kunnen worden.
Het is het jaar 1298 in Genua. Topina schrobt de vloer, brengt eten naar de gevangenen en doet de vaat in het palazzo San Giorgio. Haar eerste elf jaar heeft het weesmeisje in het Sant’Andreaklooster doorgebracht. Daar heeft ze van de nonnen de naam Maria della Pietra gekregen, maar die naam vindt ze maar kil. Marco Polo, een koopman en ontdekkingsreiziger uit Venetië, is een van de gevangene in het palazzo. Hij noemt haar Topina (kleine muis). Dat vindt ze goed gekozen, want een muis is grijs en onopvallend. Marco Polo had een cel zo groot als een feestzaaltje. Iedere dag kwamen er bewonderaars: edelen, bisschoppen en legeraanvoerders. Hij klaagt erover dat hij elke dag weer zijn verhalen moet vertellen en dat niet iedereen zijn verhalen gelooft. Topina komt met het idee om zijn verhalen op te schrijven. Een paar cellen verder zit een man met allerlei schrijfgerei: Rustichello da Pisa.
Lida Dijkstra (1961) heeft verschillende boeken geschreven voor kinderen van alle leeftijden. Ze heeft kunstgeschiedenis en archeologie gestudeerd en in een museum gewerkt, maar sinds 1992 is ze fulltime schrijfster. Dijkstra heeft onder andere de boeken Het beest met de kracht van tien paarden en Schaduw van Toet geschreven.
Djenné Fila (1995) heeft illustratie gestudeerd aan de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost. Met haar illustraties in Het beest met de kracht van tien paarden maakte ze haar debuut in de kinderboekenwereld. In 2023 won ze een gouden penseel voor haar illustraties in Een kleine geschiedenis van de mens door dierenogen. Haar stijl is zo kenmerkend doordat ze beelden vol structuur maakt met een collagetechniek waarbij soms wel 500 lagen gebruikt worden.
In De wonderverteller brengt Topina de twee gevangenen Marco Polo en Rustichello samen, met als eis dat ze erbij mag zijn als Marco Polo zijn verhalen aan Rustichello vertelt. Topina kan niet lezen, maar ze vertelt: “Boeken vond ik magisch. Ze hoorden bij een wereld die ik niet kon betreden.”
Als Marco Polo begint te vertellen, staat deze tekst in een ander kleur lettertype en wordt het verteld vanuit de ik-persoon van Marco Polo. Hierdoor wordt het verhaal een soort raamvertelling. Dit leest heel fijn, want het verhaal vanuit Topina wordt onderbroken en afgewisseld met de verhalen van Marco Polo. Door deze manier van vertellen voel je je als lezer soms net als Topina: jij kent de onbekende werelden zoals ze toen waren ook niet en je wordt net als Topina meegesleurd door de verhalen van Marco Polo.
Door het verhaal heen wordt duidelijk dat Topina een bijzonder meisje is. Ze is onwijs veerkrachtig: ze weet niet wie haar ouders zijn of dat iemand haar mist. Ze heeft het gevoel dat niemand om haar geeft, maar toch houdt ze vol. Ze verlangt naar mensen, naar eigen mensen.
De illustraties van Fila geven het boek iets magisch. De verschillende texturen komen goed naar voren, de beelden zijn mysterieus en ze spreken tot de verbeelding. Fila heeft de sfeer van het oosten zo mooi weten te vatten in haar werk. Op de schutbladen is in dezelfde stijl een kaart gemaakt met de reis die Marco Polo heeft afgelegd. Tijdens het lezen kun je dus altijd even kijken waar je je bevindt.
Of de reizen van Marco Polo echt zo gebeurd zijn blijft een grote vraag. In zijn tijd waren er al discussies of wat hij vertelde echt zo gebeurd is. Daarnaast is het eerste manuscript van Rustichello niet bewaard gebleven en er zijn door de tijd heen vele kopieën gemaakt en bewerkingen geweest. Lida Dijkstra geeft dan ook aan: “Als schrijver was mijn inspiratiebron dus een boek waarin feiten en verzinsels door elkaar liepen. […] Alles in dit boek is echt gebeurd, behalve de stukken die volslagen verzonnen zijn.”
Het is het jaar 1298 in Genua. Topina schrobt de vloer, brengt eten naar de gevangenen en doet de vaat in het palazzo San Giorgio. Haar eerste elf jaar heeft het weesmeisje in het Sant’Andreaklooster doorgebracht. Daar heeft ze van de nonnen de naam Maria della Pietra gekregen, maar die naam vindt ze maar kil. Marco Polo, een koopman en ontdekkingsreiziger uit Venetië, is een van de gevangene in het palazzo. Hij noemt haar Topina (kleine muis). Dat vindt ze goed gekozen, want een muis is grijs en onopvallend. Marco Polo had een cel zo groot als een feestzaaltje. Iedere dag kwamen er bewonderaars: edelen, bisschoppen en legeraanvoerders. Hij klaagt erover dat hij elke dag weer zijn verhalen moet vertellen en dat niet iedereen zijn verhalen gelooft. Topina komt met het idee om zijn verhalen op te schrijven. Een paar cellen verder zit een man met allerlei schrijfgerei: Rustichello da Pisa.
Lida Dijkstra (1961) heeft verschillende boeken geschreven voor kinderen van alle leeftijden. Ze heeft kunstgeschiedenis en archeologie gestudeerd en in een museum gewerkt, maar sinds 1992 is ze fulltime schrijfster. Dijkstra heeft onder andere de boeken Het beest met de kracht van tien paarden en Schaduw van Toet geschreven.
Djenné Fila (1995) heeft illustratie gestudeerd aan de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost. Met haar illustraties in Het beest met de kracht van tien paarden maakte ze haar debuut in de kinderboekenwereld. In 2023 won ze een gouden penseel voor haar illustraties in Een kleine geschiedenis van de mens door dierenogen. Haar stijl is zo kenmerkend doordat ze beelden vol structuur maakt met een collagetechniek waarbij soms wel 500 lagen gebruikt worden.
In De wonderverteller brengt Topina de twee gevangenen Marco Polo en Rustichello samen, met als eis dat ze erbij mag zijn als Marco Polo zijn verhalen aan Rustichello vertelt. Topina kan niet lezen, maar ze vertelt: “Boeken vond ik magisch. Ze hoorden bij een wereld die ik niet kon betreden.”
Als Marco Polo begint te vertellen, staat deze tekst in een ander kleur lettertype en wordt het verteld vanuit de ik-persoon van Marco Polo. Hierdoor wordt het verhaal een soort raamvertelling. Dit leest heel fijn, want het verhaal vanuit Topina wordt onderbroken en afgewisseld met de verhalen van Marco Polo. Door deze manier van vertellen voel je je als lezer soms net als Topina: jij kent de onbekende werelden zoals ze toen waren ook niet en je wordt net als Topina meegesleurd door de verhalen van Marco Polo.
Door het verhaal heen wordt duidelijk dat Topina een bijzonder meisje is. Ze is onwijs veerkrachtig: ze weet niet wie haar ouders zijn of dat iemand haar mist. Ze heeft het gevoel dat niemand om haar geeft, maar toch houdt ze vol. Ze verlangt naar mensen, naar eigen mensen.
De illustraties van Fila geven het boek iets magisch. De verschillende texturen komen goed naar voren, de beelden zijn mysterieus en ze spreken tot de verbeelding. Fila heeft de sfeer van het oosten zo mooi weten te vatten in haar werk. Op de schutbladen is in dezelfde stijl een kaart gemaakt met de reis die Marco Polo heeft afgelegd. Tijdens het lezen kun je dus altijd even kijken waar je je bevindt.
Of de reizen van Marco Polo echt zo gebeurd zijn blijft een grote vraag. In zijn tijd waren er al discussies of wat hij vertelde echt zo gebeurd is. Daarnaast is het eerste manuscript van Rustichello niet bewaard gebleven en er zijn door de tijd heen vele kopieën gemaakt en bewerkingen geweest. Lida Dijkstra geeft dan ook aan: “Als schrijver was mijn inspiratiebron dus een boek waarin feiten en verzinsels door elkaar liepen. […] Alles in dit boek is echt gebeurd, behalve de stukken die volslagen verzonnen zijn.”
1
Reageer op deze recensie