Aanrader, maar niet gemakkelijk!

In deel 1, Musserts schaduw, maakten we kennis met hoofdinspecteur Charlie Swieninck, rechercheur in den Haag. Het speelt in 1940, niet lang na de inval van de Duitsers. In dit tweede deel vinden we Charlie terug in 1941, ruim een jaar later. Charlie is eigenwijs, tegendraads en gaat zijn eigen gang. Hij komt dus nogal eens in conflict met zijn superieuren en zeker met de Duitse gezagsdragers. Wat is er gebeurd: in het Mauritshuis is een schilderij van Frans Hals gestolen: het is onlangs ontdekt en het Mauritshuis is van plan om het te kopen. En in de Hofvijver drijft het lijk van een Belgische kunstkenner. Het Mauritshuis had hem ingeschakeld als expert vanwege de authenticiteit van het schilderij. Aan Charlie de taak om te achterhalen wie de kunstkenner heeft vermoord en waar het verdwenen schilderij is gebleven. Hij duikt in de schimmige wereld van kunstkenners en -handelaren, vervalsers en oplichters, een heel nieuwe wereld voor hem. Gelukkig krijgt hij snel assistentie van Rosalie Callenbach. Al snel komt hij erachter dat meer mensen geïnteresseerd waren in het schilderij van Frans Hals, waaronder ook Rijksmaarschalk Hermann Göring.
Het boek is om twee redenen interessant: het mysterie van het gestolen schilderij en de moord op de expert natuurlijk. We krijgen een inkijkje in de schimmige kunsthandel en ook de schandalige manipulaties van de Duitsers hierin: zo wordt nog even uit de doeken gedaan wat de Joodse kunsthandelaar Goudstikker overkwam: één dag voor de capitulatie ging hij met vrouw en zoon op een vrachtschip naar Engeland, hiervoor had hij 30.000 gulden betaald. Tijdens de reis viel hij in het vrachtruim en overleed. Göring en zijn medewerker namen vrijwel alle kunstwerken van Goudstikker over (zo'n 1.300 topstukken) en ze "kochten" zijn onroerend goed, een pand aan de Herengracht, een buiten in Ouderkerk en landgoed Nijenrode. De moeder van Goudstikker kreeg er een schijntje voor. John Kuipers beschrijft dit alles op een licht ironische manier: "meneer Miedl (de medewerker van Göring) handelt intussen gewoon verder aan de Herengracht en in Nijenrode. Jacques Goudstikker is niet de enige Joodse handelaar die door Miedl quasi behulpzaam en behendig van zijn voorraad is en wordt afgeholpen." Schrijnend!
Maar daarnaast geeft de schrijver ook een heel goed beeld van het dagelijks leven in den Haag onder de Duitsers: de constante controles, de belemmeringen van het telefoonverkeer, de gebouwen die ze in bezit hebben genomen, de arrogantie van de macht en de dreiging. Dit was ook al te lezen in Musserts schaduw, het tilt de boeken zeker uit boven een "gemiddelde" detective.
Minpuntje: er komen heel veel namen en functies voorbij, het is aan te raden om een lijst met personen te maken. Verder is de uiteindelijke oplossing van de diefstal en de moord erg ingewikkeld. Dus aandacht bij het lezen is wel vereist. Maar een deel drie zou ik zeker meteen gaan lezen.