Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

De obsessie van Lars Mytting voor tweelingen in de Hekne-familiesaga duurt voort

Wil 28 februari 2022
met HET ZUSTERTAPIJT - deel II van de ZUSTERKLOKKEN-trilogie.

In deel I lazen we “alles” over de legende van de Siamese tweeling Halfrid en Gunhild Hekne, in 1595 geboren en het ontstaan en het gieten van de ZUSTERKLOKKEN, onafscheidelijk en onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze familiesaga speelt zich hoofdzakelijk af in het fictieve Butangen in Noorwegen. Zie eventueel mijn recensie over deel I - https://www.hebban.nl/recensie/wil-over-de-zusterklokken.

Het is niet echt noodzakelijk om deel I te lezen want deel II begint met ”EEN VERGETEN VERHAAL – 1611-1613”, een terugblik naar het leven van deze tweeling met de raadselachtige, profetische uitspraak van Gunhild op hun sterfbed die Halfrids handen in de hare nam en zei: “Jij zult wijd rennen en ik zal nauw rennen, en als het weefsel geweven is, zullen wij samen weer terugkeren”.

De Hekne-meisjes werden beroemd om hun traditionele volksweefkunst (met vier handen!) en hun laatste weefsel, het Hekne-tapijt, later het ZUSTERTAPIJT genoemd, werd na hun overlijden aan de kerk geschonken en was het fraaiste en raadselachtigste van al hun werkstukken. Maar waar is het? En waar ligt de Hekne-tweeling eigenlijk begraven?

Wat was er daar een paar eeuwen geleden toch gebeurd in het Noorden? Waar was het tapijt gebleven nadat de plaatselijke staafkerk verkocht was en in zijn geheel verplaatst naar Dresden, eind 19e eeuw? Welke rol speelde dominee Kai Schweigaard en waarom trouwde hij niet met de aantrekkelijke, levenslustige Astrid Hekne? En was het de Duitse architect Gerhard Schönauer die het hart van Astrid wist te veroveren en met wie zij grootse plannen had om te gaan emigreren. Helaas stierf zij in het kraambed (1860-1881) nadat zij het leven had geschonken aan, naar later blijkt, een tweeling jongens… Jehans en Edgar.

In deel II volgen wij hoofdzakelijk het leven van de slimme, eigenzinnige en eigenwijze Jehans die aanvankelijk liefdevol werd opgevoed door de dominee, wiens boeken hij las en van wie hij veel leerde. Toch krijgt Jehans ruzie met hem, wil hem niet meer zien en verhuist naar het de arme, kinderloze pachtersechtpaar Adolf en Ingeborg die hem liefdevol opvangen.

Wij volgen Jehans op rendierjacht in het woeste gebergte boven het Gudbrandsdal boven Butangen en heel toevallig schiet hij op exact hetzelfde moment als de rijke Britse sportjager, Victor Harrison een prachtige rendierstier dood. Een TWEELINGSCHOT! Wij lezen op blz. 56 als een flashforward: “Ze gingen allebei op hun knieën zitten en tastten met hun vingers tot ze twee schotwonden vlak bij elkaar ontdekten. (…) Harrison pakte de hoeven beet en strekte de poten, zodat de stier er mooier bij lag. Die beweging moest een klep in het hart hebben geopend, want het bloed begon door de twee schotwonden in de vacht te trekken. Het verspreidde zich langzaam, tot de twee bloedvlekken met elkaar vervloeiden en je niet meer kon zien welk bloed uit welke wond sijpelde, ze wisten alleen dat het bloed uit hetzelfde hart stamde.” Nadere uitleg is niet nodig. De twee mannen verdelen de buit op een hun passende manier.

De dominee blijft geobsedeerd door de legende van de Zusterklokken en het geheimzinnige Zustertapijt. Ook kan hij in zijn hart Astrid Hekne en haar zoon Jehans niet loslaten. Hij laat enkele raadselachtige uitspraken van oude dorpsgenoten tot zich doordringen en weet uiteindelijk waar hij het tapijt moet zoeken. Eerst vindt hij zelf twee hoofdkussens, naast elkaar in een kist op het kerkhof met een vlijmscherp lemmet ertussen. De patronen op de kussens vertellen twee verhalen. Heel bijzonder voor deze tweeling. Wat betekenen bijvoorbeeld de vogels en de andere dierfiguren? Wat is daar gebeurd? Hoe deze verhalen te duiden? Wie was die Schotse jongen die naar het Hekne-huisje van de tweeling kwam en wegvluchtte…?

En waar is het unieke zustertapijt uit 1813, het jaar van de hongersnood? Weet de oude huishoudster Margit Bessum meer of misschien de oude Ingeborg en Adolf? Waarom noemden zij De Dag des Oordeels waarover hij als dominee wel eens preekt?

We volgen ook Victor Harrison, hoewel mondjesmaat. Hij is terechtgekomen (hoe?) in een gefortuneerde familie. Ragna, het Noorse kindermeisje geeft hem een gebreid Noors vestje als ze de familie moet verlaten. Ze zegt: “Je moeder wilde dat je dit kreeg” en zij was het die Victor aanraadde om in Butangen te gaan jagen… Victor vraagt zich jarenlang af waarom zijn adoptief moeder voor hem had gekozen en niet voor Jehans? Komen we hier achter?

Harrison gaat na verloop van tijd weer terug naar de plek waar hij en Jehans het rendier hebben geschoten. Echter, zoals het hoofdstuk al aangeeft: “Een rendier is nooit daar waar het was”- blz. 162. Wel ontmoet hij Jehans en de twee voelen genegenheid voor elkaar. Victor biedt hem geld en werk aan, maar Jehans heeft een wurgcontract met zijn oom, de herenboer Osvald Hekne, twijfelt heel lang en moet besluiten te blijven. Maar dat ging niet zo maar… Overigens, zijn grote liefde, Kristine Messelt, het botermeisje, is daar wel blij mee. De avond vóór het afscheid besluiten Jehans en Victor samen een poging te doen om een van de zusterklokken die in het LØsnesvatn-meer ligt naar boven te takelen. Maar op het cruciale moment, snijdt Victor het touw door! Een fikse ruzie volgt tussen de twee vrienden. Jehans gaat ervandoor. Victor geneest van zijn blessures op de pastorie en verdwijnt daarna in de nacht via Dresden naar Groot-Brittannië, nadat hij samen met de dominee achter een paar geheimen is gekomen…
Einde eerste verhaal over “De kinderen van de Zilverwinter”, zo werd Astrid Hekne genoemd.

Het leven gaat verder. Nieuwe tijden breken aan. De uitvinding van elektriciteit en andere technieken en machines bespoedigt het einde van de feodale verhoudingen in Butangen en daarbuiten. De eerste wereldoorlog breekt uit. Daarna de pest. Tweede en derde verhaal.
De mensen worden oud(er). Komen de twee broers nog bij elkaar of moeten we wachten op deel III? Wat is de rol van de dominee? Van de vrouw van Jehans? Heeft Victor een geliefde? En zijn er nog meer tweelingen waar ik het in mijn recensietitel over heb? Tja,… Lezen maar!

DE SCHRIJFSTIJL
Myttings vertelkunst is ongeëvenaard en zo beeldend! Hij sleept de lezer mee in toevallige, bijna surrealistische gebeurtenissen, in heel wat avonturen in het onheilspellende gebergte en in het oorlogs-“luchtruim” waar we Victor volgen. Maar soms (in alle eerlijkheid) zijn deze verhalen toch wat ongeloofwaardig, te voorspelbaar en eigenlijk irreëel. Misschien is mythisch een beter woord dan surrealistisch. Vooral komt dit ook door de vele oudere dorpelingen die van generatie op generatie volksverhalen vertellen, deze weten te duiden en daarin geloven. Vaak, zoals de oude tante Klara Mytting van de schrijver, doen zij raadselachtige, haast cryptische uitspraken. En wat te denken van de zusterklokken zelf, die op grote afstand van elkaar, op hetzelfde moment zich laten horen, luid klinken en landen ver nagalmen bij speciale gebeurtenissen of als er onheil dreigt. Het wordt zodanig beschreven dat we een triest en eenzaam geluid horen en we zien de treurberken heen en weer wiegen.
Maar ondanks deze “minpuntjes”…, je blijft lezen, 430 bladzijden lang. En wanneer je de laatste bladzijde gelezen hebt, moet je wel concluderen: “Ook HET ZUSTERTAPIJT is beslist de moeite waard!” En kijk je uit naar deel III want er zijn nog heel veel open eindjes en geheimen om op te lossen. Ik heb al een lijstje gemaakt…

VIER STERREN.
Zeist, 28 februari 2022

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Wil

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.