Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

“Curaçao is een patiënt geworden, eentje met vele doorligwonden…”

Wil 27 juli 2020
verzucht broeder Daniel, de verteller, geboren en getogen op Curaçao en in wiens (zwarte) huid de Vlaamse schrijver Stefan Brijs gekropen is. Een niet erg voor de hand liggende combinatie en eigenlijk nogal opmerkelijk! Maar… de vrouw van Brijs heeft Antilliaanse roots en is op Curaçao geboren.

DE SCHRIJVER
Brijs is voor mij in alle opzichten een zeer talentvol schrijver moet ik concluderen nadat ik al eerder De Engelenmaker en Arend heb gelezen. Alle drie geheel verschillend van opbouw en thematiek en zeker ook van schrijfstijl. Brijs past zich wat dat betreft moeiteloos en verrassend aan bij zijn onderwerp en de taal van zijn hoofdpersonen. Zo ook in deze roman met als plaats van handeling Willemstad, de hoofdstad van Curaçao, gelegen in het Caraïbisch gebied en de lezer leert zo nu en dan wat Papiaments. De tropische “couleur locale” spat al van de cover af. Door de titel natuurlijk en vooral door de kleuren geel en het azuurblauw van de auto, de taxi, een Dodge Matador, die het hele boek door zijn rondjes over het eiland rijdt. Jammer dat de auto op de cover maar twee portieren heeft… Elke taxi heeft vier deuren! Deze taxi symboliseert het onheil van het gezin Tromp.

DE VERTELLER en de OPBOUW
Broeder Daniel, onderwijzer in de zeer arme en afgelegen wijk Barber vertelt het verhaal van de drie generaties Tromp (van 1961 – 2001) in één lange flashback, want hij doet dit in het krappe tijdsbestek van enkele uren, namelijk exact de tijd van de vliegreis van Hato naar Nederland van hoofdpersoon Max. Het vliegtuig gaat de lucht in op 18 juli 2001 om 19u25 en landt op Schiphol op 19 juli 2001 in de vroege ochtend om 5u55. Inclusief tijdverschil, heb ik me afgevraagd… Het laatste hoofdstuk is iets later gedateerd, namelijk 26 juli 2001 – 19u45. Drie generaties armoede en ellende.

Broeder Daniel heeft onmiddellijk een klik met de kleine Max en ontfermt zich over hem. Hij gaat op huisbezoek bij zijn moeder en weet ook door haar aanvankelijk wat vijandige houding heen te breken. Niet echt gebruikelijk in die tijd om op huisbezoek te gaan, corrigeren zijn blanke medebroeders/onderwijzers hem. Daniel is een warme man, met veel compassie, als zwarte man begrijpt hij zijn leerlingen en ouders als de beste. Hij weet wat armoede is, wanhoop na de zoveelste teleurstelling en uitzichtloosheid. Zijn vrije manier van vertellen geeft juist daardoor “kleur” aan het verhaal, vooral dus door zijn eigen gedachten en visie op de dingen die gaan komen. Een vondst van de auteur. Maan en Zon is een diep triest en pessimistisch verhaal, vooral ook door het wrede einde. In 2020 weten we dat de realiteit op Curaçao nog steeds niet veel beter is. En als toerist zie je of merk je dit waarschijnlijk nauwelijks. De lezer krijgt gratis een geschiedenisles mee.

Max is een voortreffelijke leerling en Broeder Daniel stimuleert hem om door te gaan leren en net als hij, onderwijzer te worden. Max heeft er ook alles voor over. Maar dan heeft hij niet gerekend op de tegenwerking van vader Roy (koning…) en het wrede lot.

Het verhaal wordt redelijk chronologisch verteld, hoewel er wel flashbacks zijn die verder teruggaan dan de jaren ’60. De schrijfstijl is heel simplistisch, heel basaal. Korte zinnen, eenvoudige woorden, weinig taalkundige hoogstandjes of spitsvondigheden. Een enkele keer heb ik wel een mooi geformuleerde zin aangetroffen. Zie onderaan dit verslag. Het boek laat zich dus uitermate gemakkelijk lezen.

WAAR GAAT HET OVER?
De hoofdpersoon van Maan en Zon is Max Tromp. In 2001 is hij begin 50, vader van Sonny, getrouwd met Lucia en de zoon van taxichauffeur Roy Tromp en de eenvoudige, moederlijke Myrna Cortès. Max wil alles beter doen dan zijn eigen vader.

In het begin van het verhaal is Max elf/twaalf jaar en wordt hij op zijn eerste schooldag door zijn vader Roy in de flamboyante Dodge Matador (taxi) afgezet bij het armoedige schooltje waar broeder Daniel sinds kort onderwijzer is. Een bling bling begin voor het verlegen jongetje Max. Deze vader is erg aanwezig, ziet er goed uit, een reus om te zien, het is een aantrekkelijke en verleidelijke man en daardoor, zoals elke man op dit eiland, uiteraard een rokkenjager en vrouwenversierder. Hij liegt en bedriegt, fantaseert, manipuleert en profiteert, geeft veel te veel uit en is gewoon de baas….Heer en meester, zogezegd. Hij zegt meerdere kinderen te hebben bij verschillende vrouwen. De waarheid ligt toch iets anders.

Zijn moeder Myrna is een vrouw uit duizenden. Ze probeert Max die zonder vader opgroeit goed op te voeden. Broeder Daniel geeft haar een baantje als schoonmaakster op het schooltje, zodat ze wat minder armoede hebben. Ondanks alles, schijnt ze toch nog van vader Roy te houden. Roy verlaagt zich niet om enige gevoelens te tonen voor zijn vrouw en zoon. Hartverscheurend was de sterfscène van Myrna. Pas als zijn kleinzoon Sonny in zijn leven komt, geeft hij blijk van enige liefde. Maar, helaas, ook op hem heeft hij een kwaadaardige invloed.

THEMATIEK
DE GESCHIEDENIS. Komt de oorspronkelijke bevolking van Curaçao ooit uit deze maatschappelijk ellende? De aanvankelijk goed bedoelde KOLONIALISATIE heeft uiteindelijk alleen maar méér problemen veroorzaakt en daarmee ook de rassenstrijd, discriminatie en vooroordelen aangewakkerd. Het verloop van de geschiedenis er daaraan natuurlijk ook debet. Een zeker fatalisme is voelbaar door het hele verhaal heen. Men is niet in staat om het lot een draai te geven. Eigenlijk kan alleen de verteller, broeder Daniel dat. Na een kort verblijf in Nederland bij zijn congregatie, wordt hij zich, door broeder Jan, pijnlijk bewust hoe de feiten precies liggen en besluit hij zijn habijt af te doen en daardoor nog meer één te worden met zijn eigen mensen. “In mijn habijt had ik me minder zwart gevoeld. Ook ik had aan een gebrek aan zelftrots geleden.”

DE VADER-ZOON RELATIES behoeven hier eigenlijk geen nadere uitleg. Ze blijven ontoereikend. Zowel voor Roy-Max, als voor Max-Sonny. Ook al vullen de vaders deze rol geheel anders in.

CONCLUSIE
Ik heb veel geleerd over het eiland Curaçao dat pas in 2010 onafhankelijk van Nederland werd. De opstand van 30 mei 1969 was mij volledig onbekend. Had ik kunnen weten…
Kan de nog immer bestaande kloof tussen blank en zwart, arm en rijk die er al sinds generaties is, ooit gedicht worden? Bladzijde 130 geeft hier een mooie uitleg over. “Elke nieuwe regering beloofde beterschap, niet één heeft die in de volgende jaren gebracht”.
Stefan Brijs heeft ons hier op duidelijke wijze de andere kant van de kolonialisatie laten zien. Er wordt, vooral door de laatste generaties geen middel geschuwd om een beter leven te krijgen. En als het niet lukt, dan heb je “pech gehad, brute pech” en word je ergens in een sloot teruggevonden. Er was geen keuze. Feelgood-liefhebbers zou ik aanraden dit boek niet te lezen.

VIER STERREN.

NOG EEN PAAR MOOIE, TOEPASSELIJKE CITATEN:
p. 35 – Myrna vertelt Daniel over haar miskraam die ze nooit aan Roy had gemeld. “Hij zou me niet meer willen! Niemand zou me nog willen. Een vrouw móét kinderen krijgen, dat begrijpt u toch wel?”
p. 38 – Max heeft zich geschikt in zijn lot nooit onderwijzer te kunnen worden. “Het was een weemoedige gedachte die hem al een groot deel van zijn leven kwelde en ook nu weer de hele weg lang als een stilzwijgende passagier met ons mee bleef reizen”.
p. 75 – Over moeder Myrna. “Zonder de steun van Roy kwam Myrna moeilijk rond. Toch vroeg ze zelden om hulp. Trots bedekte haar armoede.”
p. 142 – Broeder Tinus wil dat Daniel even vakantie neemt in Nederland. “Je kunt niet het hele eiland redden”.
p. 146 – De memorabele woorden van broeder Jan die zorgen voor een orkaan in de blanke religieuze broedergemeenschap: “We hebben niets anders geprobeerd dan blanken van hen te maken. Liefst van al nog Nederlanders. Onze taal, onze cultuur, onze normen en waarden, alleen die telden. We dachten dat we ze vormden, maar in werkelijkheid waren we bezig ze te vervormen.”
p. 174 – over vader Roy. “Na al die jaren waren zijn leugens stopwoorden geworden.”
p. 175 – “Curaçao is een patiënt geworden, eentje met vele doorligwonden…”
p. 216 – “Talent alleen is niet genoeg op Curaçao”.
p. 238 – “Waar is het misgegaan, broeder? Ben ik te streng geweest?”
p. 239 – “Bolitas” was het toverwoord.
p. 246 – “Zijn gebit was een bankkluis aan goud.”

Zeist, 26 juli 2020

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Wil

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.