Lezersrecensie
Als de Hemel genoeg ruimte heeft is sprookjesachtig in het magische realisme, het leest als feeëngezang in het maanlicht, Splinter heeft zichzelf, wederom, overtroffen.
Splinter leerde ik kennen tijdens Wie Is De Mol, in het begin dacht ik, “Wie is die rare snuiter?”, maar al snel begon ik van hem te houden, zoals je van een goed boek kan houden, bij elke bladzijde die je leest leer je meer, ontdek je meer, alle kleuren bijeenkomend tot een groot kleurenpalet. Eerst las ik Confettiregen, het verhaal van Wobi, een jongen die ontdekt dat hij anders is dan alle andere, en op zoektocht gaat naar zijn ware ik, dit genre, “Queer”, trekt mij sowieso erg aan. Zo nu ook weer met Als de Hemel genoeg ruimte heeft, het leest heel anders, heeft veel meer de Barok-stijl waar Splinter om bekend staat, dit ruim 500 bladzijden tellende boek is met haar grote woordenschat dik gevuld, vol avontuur en fijne zinsbouw. Wij volgen Magnus en Elias, op avontuur, op reis via Het Dorp, Het Bos, Het Klooster, De Stad, via Het Woud naar de De Berg, een reis om te reizen, plezier te maken, herinneringen op te doen, maar ook een reis om henzelf beter te leren kennen, om de wereld beter te leren kennen. Wat voor Magnus een reis is met een eindbestemming, is het voor Elias een reis vol zelfreflectie, twee jongens samen, twee geliefden, want ook in vriendschap is veel liefde te vinden, soms nog wel meer als in een relatie, je bent er altijd voor elkaar, onvoorwaardelijk. Aan de buitenkant kan je niet altijd zien wat er in iemand omgaat, dat bewijst Magnus maar al te goed, zelfs beste vrienden weten niet alles van elkaar. Uiteindelijk ben je toch alleen met je gedachtes, met je gevoelens, een ander kan er enkel onvoorwaardelijk voor je zijn, je steunen met wat je doet en met wat je voelt. De een gaat alles aan, elk avontuur, niks is te veel, de ander kijkt liever eerst de kat uit de boom, en laat zich meeslepen door de ander. Tegenpolen. Maar wellicht is dat is juist wat de vriendschap tussen Magnus en Elias zo sterk maakt. Na publicatie begint voor Splinter een “mini-rouwproces”, hij is van de personages gaan houden, en dat is voor mij het zelfde, ook ik ben van deze twee vrienden gaan houden, dat is precies wat een boek zo sterk maakt, je raakt er emotioneel bij betrokken. Tijdens het lezen stelde ik mij als lezer mooie Italiaanse dorpjes voor, waar mensen op de hoek van de straat genieten van hun espresso, het mediterraanse. Het is een boek over het duister wat je in jezelf tegen kan komen, maar ook de lichtpuntjes, en dat allemaal verpakt in fantasievolle woorden. Als de Hemel genoeg ruimte heeft is sprookjesachtig in het magische realisme, het leest als feeëngezang in het maanlicht, Splinter heeft zichzelf, wederom, overtroffen.
1
2
Reageer op deze recensie