Recensie Komrij's canon

Driedubbeltjes! Wat een fijn boek ! Ik had - tot nu - eigenlijk nooit begrepen wat er nu zo fijn is aan het lezen van gedichten, maar er is een tipje van de sluier voor mij opgelicht: het is een kwestie van de 'juiste dichters' vinden. Ja, duhhuh, zal iedereen nu zeggen of op zijn minst denken, maar voor mij is het een hele ontdekking. En dankzij Komrij en Bernlef (wiens De tweede ruimte ik inmiddels ook heb gelezen) heb ik nu een aantal dichters 'ontdekt' die ik apprecieer. Niet alleen dankzij Komrij en Bernlef, trouwens. Ook dankzij Dizzieleden en dan met name Andriez, Sini en Hanneke, die me tips hebben gegeven.

Terug naar Komrij. Het fijne van dit boek is dat Komrij echt *vertelt* over de gedichten. Hij vermijdt het uitleggen van allerlei technische termen en dubbele en driedubbele bodems niet koste wat kost, maar hij heeft ze nauwelijks nodig. Hij analyseert de gedichten niet of nauwelijks, hij leest ze en laat de lezer meelezen. Een enkele keer heeft Komrij's verhaal over een gedicht er voor gezorgd dat ik een gedicht, dat ik bij eerste (en tweede) lezing niet aansprekend vond, daarna wel waardeerde. Heel vaak kwam dat niet voor, want de gekozen gedichten hebben niet veel uitleg nodig om al dan niet geapprecieerd te kunnen worden. Ook door een leek op het gebied van dichters, zoals ik. En Komrij staat het je toe om een eigen mening te vormen. Heerlijk. Komrij's canon is mede daardoor een lekker leesbaar boek, en een echte aanrader voor iedereen die zich, net als ik, in de wereld van de dichtbundels verdwaald voelt. Mede dankzij deze canon weet ik in ieder geval welke Nederlandse dichters ik (nu? voorlopig?) moet mijden en naar welke ik eens goed moet gaan luisteren. En dat voor 10 euro....

De plek

Je moet niet alleen, om de plek te bereiken,
thuis opstappen, maar ook uit manieren van kijken.
Er is niets te zien, en dat moet je zien
om alles bij het zeer oude te laten.

Er is hier. Er is tijd
om overmorgen iets te hebben achtergelaten.
Daar moet je vandaag voor zorgen.
Voor sterfelijkheid.

Herman de Coninck