Meer dan 6,5 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Feelgood Friday met Renée Olsthoorn

op 23 februari 2018 door

Het is vrijdag! Was het op de spot van de Feelgood club in de afgelopen weken nog Valentijn Vrijdag, nu gaan we over op Feelgood Friday. Elke vrijdag iets anders, iets nieuws of iets bijzonders of juist iets heel gewoons, alles kan op op Feelgood Friday.
Vandaag plaatsen we een gastcolumn geschreven door Vriend van de Feelgood Club Reneé Olsthoorn.

Renée Olsthoorn is naast auteur, vertaalster van verschillende (historische) romans. In het kader van de maand van de historische roman vroegen we Renée om een column te schrijven over haar werk.

f89d4f8d9912360b660a1ac5fbedcdb6.jpg

Je verliezen in bals bij kaarslicht en ruisende zijde...

- door Renée Olsthoorn -

Het verschijnsel 'historische roman' is niet van vandaag of gisteren. Het genre ontstond in de negentiende eeuw in Engeland, en is een typisch verschijnsel van de Romantiek: de periode waarin het gevoel boven de rede werd gesteld, als reactie op de Verlichting, waarin men juist de rede, het denken centraal stelde. In de periode van de Romantiek hunkerde men naar lang vervlogen tijden uit een soort van onvrede met de eigen tijd.

Sir Walter Scott, die we onder andere kennen van zijn middeleeuwse held Ivanhoe, kunnen we de vader van het genre noemen. En het zou niet lang duren of hij kreeg navolging ver buiten de grenzen van Engeland. In Frankrijk was Alexandre Dumas père, auteur van onder meer De drie musketiers, een doorslaand succes. In Nederland was Jacob van Lennep razend populair, schrijver van De roos van Dekama, een middeleeuws verhaal waarin de twisten tussen de Hollanders en Friezen centraal staan.

Schrijvers als zij hebben het genre onsterfelijk gemaakt, en de historische roman is sindsdien niet meer uit de literatuur weg te denken. Ook grote twintigste-eeuwse Nederlandse schrijvers, zoals Aart van der Leeuw, Hella Haasse of Theun de Vries hebben prachtige historische romans geschreven, die de tand des tijds ongetwijfeld zullen doorstaan.

Het begrip 'historische roman' is overigens niet eenduidig. Aan de ene kant kennen we de zuiver fictionele kasteelromans, de superromantische liefdesverhalen waarin het decor een specifieke periode uit de geschiedenis is, maar waarin de beschreven personages en gebeurtenissen voor het leeuwendeel zijn voortgesproten uit de fantasie van de auteur, de structuur van de verhalen veelal in een format te vatten zijn en... waarin de erotiek meestal een niet onbelangrijke rol speelt. Bovendien spelen ze zich voor het leeuwendeel af in de Victoriaanse tijd of de Regency, de periode in Engeland in het begin van de negentiende eeuw, waarin de latere koning George IV zijn vader verving die aanvallen van krankzinnigheid had als gevolg van een stofwisselingsziekte.

Aan de andere kant zijn er de 'semi-fictionele' historische romans, waarin personen en/of gebeurtenissen worden beschreven die hebben bestaan, respectievelijk hebben plaatsgevonden, of waarin de hoofdpersonen níét hebben bestaan maar worden geplaatst in een waargebeurde situatie. In dit genre veroorlooft de auteur zich zekere vrijheden, c.q. laat hij of zij zijn of haar fantasie de vrije loop om het boek tot een roman te maken. In het laatstgenoemde type valt er ook nog onderscheid maken tussen literatuur en ontspannende lectuur.

Het zal mijn onverbeterlijk romantische inborst zijn die van mij, al in mijn vroege tienerjaren, niet alleen een fan van historische romans heeft gemaakt - ongeacht de beschreven periode, ongeacht het type en ongeacht het tijdperk. Van Sir Walter Scott en Alexandre Dumas via Leo Tolstoi tot Georgette Heyer... Ik verslond hun boeken. Daarnaast heb ik tot op de dag van vandaag een voorliefde voor negentiende-eeuwse auteurs van wie het oeuvre in hun eigen tijd speelt, met als grootste liefde Jane Austen en de zusters Charlotte en Emily Brontë samen als goede tweede.  

Geen wonder dus dat ik spontaan `ja, graag!' antwoordde, toen ik ergens in 2006 of 2007 van Harlequin Holland - tegenwoordig HarperCollins Holland - het verzoek kreeg een roman van Stephanie Laurens te vertalen. Ik kende Stephanie Laurens als bestsellerschrijfster van historische romans, maar had nog nooit een boek van haar gelezen. Een goed moment dus om ermee te beginnen. Bovendien had ik voor die uitgeverij tot dan toe alleen modern romance vertaald, dus zou ik met deze opdracht een voor mij nieuw `vertaalgebied' aanboren. Ik greep die kans met beide handen aan.

Na de vertaling van mijn eerste Stephanie Laurens zijn er meer gevolgd, maar niet alleen van haar. Ook Nicola Cornick, Courtney Milan en Susan Wiggs hebben mij menig heerlijk vertaaluurtje bezorgd, waarin ik me kon verliezen in bals bij kaarslicht, fonkelende juwelen, ruisende zijde, knappe lords en lieftallige ladies.

Anders dan bij modern romance, moet je bij het vertalen van historische romans een aantal aspecten zorgvuldig in acht nemen: de `toon' van de dialogen, de taal van de narratieve gedeelten en, niet onbelangrijk, de etymologie.

De dialogen mogen niet te modern klinken, maar ook weer niet stijf overkomen. Je mag best hier en daar een ouderwetse uitdrukking gebruiken, maar het is en blijft een romantische roman voor fans van het genre van nú, dus het moet wel lekker leesbaar blijven.

In beschrijvingen moet je je juist weer gewoon in modern Nederlands uitdrukken. Deze moeten dus niet lezen alsof ze overgenomen zijn uit een roman van mevrouw Bosboom-Toussaint, om nog een beroemde negentiende-eeuwse auteur van historische romans te noemen. Wat ik verder heel belangrijk vind, is een adequate weergave van de couleur locale. De leefomgeving, de kleding, de gewoonten, et cetera moeten uiteraard effectief de sfeer van het bewuste tijdperk oproepen. Men moet zich als lezer in het bewuste tijdperk kunnen wanen, en dat kan best in ons moderne Nederlands.

Ooit kwam ik in een kasteelromannetje dat zich in de middeleeuwen afspeelde de term `slipje' tegen... Als je bedenkt dat de dames vanaf het tweede decennium van de negentiende eeuw pas drawers (hele grote onderbroeken) gingen dragen en daarvóór helemaal niets (echt waar), slaat een term als `slipje' natuurlijk nergens op. Zulke onnozele fouten zul je niet tegenkomen in de romans van Stephanie Laurens c.s.

Ten slotte het etymologisch aspect. Ik zie er altijd zorgvuldig op toe geen termen of uitdrukkingen te gebruiken, die men in de bewuste periode nog niet kende. Een begrip als `oké' is uit den boze, evenals zoiets hips als `cool' of `te gek'.

De laatste historische roman die ik tot nu toe heb vertaald is Dilemma van de liefde, ofwel The Taming of Ryder Cavanaugh van Stephanie Laurens. Een deel uit de omvangrijke Cynster-saga en deel twee van het tweeluik over Henrietta en Mary Cynster. Weer zo'n boek vol avontuur, spanning en sensatie en... erotiek. Want de meisjes Cynster hebben er een gezonde interesse in, en welke man zegt nu nee als hét hem in de schoot wordt geworpen? Voor de liefhebbers van historische liefdesromans een boek om heerlijk bij weg te zwijmelen.

Hoe dan ook, zoals het iedere serieuze vertaler betaamt, streef ik naar een vertaling die in alle opzichten recht doet aan het origineel. En dat vereist tijd, creativiteit en soms ook fantasie of, liever gezegd, een behoorlijke dosis inlevings- en voorstellingsvermogen. Daarnaast mag de lezer niet het gevoel krijgen een vertáling te lezen, want dat is natuurlijk dodelijk voor de magische wereld die de auteur heeft willen scheppen.

Kijk hier voor meer informatie over Renée Olsthoorn en hier voor meer informatie over boeken die ze geschreven en vertaald heeft.



Reacties op: Feelgood Friday met Renée Olsthoorn

Meer informatie

Gerelateerd

Over

Renee Olsthoorn

Renee Olsthoorn

Auteur, blogger en vertaler Engels en Frans. Trotse moeder en grootmoeder. Werkt...