Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Vraag 8. Stelling nemen?

op 28 november 2017 door

Vraag 8a. Dit boek lijkt levensecht. Elsschot karakteriseert mensen en situaties scherp. Maar het boek is meer. De auteur wil wel iets zeggen, heeft een idee over de maatschappij. Elsschot, zo blijkt uit de secundaire literatuur, is  iemand die niet expliciet stelling neemt. Hij signaleert dingen (denk bijvoorbeeld aan de tegenstelling tussen Vlamingen en 'francofonen'), maar veroordeelt nergens. Hij zet de lezer aan het denken.

Twee voorbeelden:

-          Louis de Keizer is het prototype van een Vlaamse burger van voor de Eerste Wereldoorlog: een kleine ondernemer van een familiebedrijf die alle zeilen moet bijzetten om het hoofd boven water te houden. Er is een kloof met de Franstaligen, kijk bijvoorbeeld naar Dubois. De Katholieke partij steunt de francofonen. Kareltje gaat dus niet naar een katholieke school.

-          De Keizer wordt gedwongen kolen bij Dubois te bestellen. De steenkool kwam uit Wallonië. De kolen worden afgeleverd en in de kelder gestort. Vlaanderen worden 'bedolven'. En je moet nog goed uitkijken. De Keizer zegt tegen zijn vrouw dat moet opletten of het gewicht van de afgeleverde kolen klopt.

Ben je het met deze opvatting eens? Kun je dat onderbouwen met een voorbeeld?

 

Vraag 8.b. Het laatste diepgravertje (facultatief).

Een ontgoocheling wordt gezien als een aanklacht tegen de verfransing van het onderwijs en de zakenwereld in Vlaanderen in de periode van voor de Eerste Wereldoorlog. Zou de slotscene met de treurende moeder daarnaar verwijzen? Hoe interpreteer je die slotscene?

67e11976b0c164d1ca1ed881fa2d797d.jpg



Reacties op: Vraag 8. Stelling nemen?

Meer informatie