Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Alex Boogers beantwoordt de leesclubvragen

op 29 december 2017 door

20160506_161836%282%29.jpg

Vraag 1. Door Ine.

Dag Alex, in de leesclub werd een vraag gesteld over de afbeelding van Basquiat, Now's the time. Ik vond dat er nogal wat verbanden te leggen waren met het boek: Basquiat zelf, Charlie Parker, Bird, jazz en de tekening. Tijdens mijn zoektocht op het internet vond ik toevallig ook dit citaat uit de beroemde speech van Martin Luther King. 

"Now is the time to make real the promises of democracy.
Now is the time to rise from the dark and desolate valley of segregation to the sunlit path of racial justice.
Now is the time to open the doors of opportunity to all of God's children. Now is the time to lift our nation from the quicksands of racial injustice to the solid rock of brotherhood.”

Voor mij past dit sowieso ook bij jouw boek door zijn strijd voor de emancipatie van de zwarte gemeenschap, maar had jij dit verband ook in gedachten? Is het toeval? Of vind je dit veel te vergezocht? Bedankt!

alexboogers.jpeg

Antwoord door Alex Boogers

Dat verband is geenszins te ver gezocht. Het kunstwerk en de titel vormen de eerste belangrijke motto’s van het boek: het ritme an sich ( in dit boek hopelijk ook merkbaar door de cadans waarop de verschillende personages bewegen en spreken ), de liefde voor jazz van Jacob, en het gevecht van de zwarte mens, de onderdrukte mens, de onzichtbare mens.

Door mijn achtergrond en jeugd heb ik mij altijd zeer verwant gevoeld met de ongelijke strijd. Ik was immers het dubbeltje dat nooit een kwartje mocht worden. Dat geloof zat diep, niet alleen bij mijn familie, maar ook bij de docenten op school, in de maatschappij, en later ook weer, toen ik mijn intrede maakte in de letteren. Ik werd ‘de kickboksende schrijver’. Onlangs werd ik ‘de volksschrijver zonder status’ genoemd, meen ik. Het is altijd wat. In het begin verzette ik mij tegen deze titels. Nu omarm ik ze als geuzennamen. We moeten de culturele elite kennelijk nog altijd wat tijd gunnen om te wennen aan het idee dat kunst voor iedereen is. Dat lijkt een verouderde boodschap, maar als dat zo is, dan vraag ik mij af waarom etniciteit nog altijd zo’n belangrijke rol speelt als een schrijver, kunstenaar, artiest moet worden geduid. Dat kan overigens ook – zoals in mijn geval – iemands milieu of achtergrond zijn. Ter illustratie: een paar maanden geleden was een zwarte actrice te gast in een praatprogramma. Ze had iets gewonnen, begreep ik. De presentator zei: ‘Geweldig, de eerste zwarte actrice die…’

De actrice zelf leek die kwalificatie niet helemaal te kunnen waarderen en probeerde de uitleg van de presentator beleefd te nuanceren, maar die prees haar bijzondere prestatie nog maar eens: ‘Kom, zeg. Ben je niet trots? Je bent toch de eerste zwarte actrice die…’

Het ontging hem compleet: ‘De eerste zwarte actrice’. Doet dat ertoe? Had ze misschien een horde genomen? Een obstakel overwonnen? Vaak wordt juist ontkend dat zulke obstakels er zijn. Maar als het in dit geval zo nadrukkelijk wordt benoemd, dan betekent het kennelijk dat die obstakels er wel zijn, maar slecht benoemd worden als er ‘eentje’ door de wegversperring is gekomen.

Over de thematiek in mijn boeken heb ik eens gehoord en ik parafraseer: ‘Boogers schrijft steeds over dezelfde soort mensen. Mensen die moeten knokken in het bestaan. Volkse types die niet groeien en die geen ontwikkeling doormaken. Maar als schrijver moet je ook werelden kunnen beschrijven waarin mensen zichzelf niet kunnen herkennen, maar waar ze naar kunnen verlangen, of naartoe willen vluchten.’ O, ja? Wie bepaalt dat? Waar staan die wetten geschreven? En over welke werelden hebben we het, eigenlijk? Zijn dat de fictieve werelden die sinds de Tweede Wereldoorlog verschenen zijn? Romans die zich voornamelijk afspelen in de hoofdstad waar al zo’n 70 jaar beschreven levens in de middenklasse en bovenklasse hun weg vinden naar de lezer, en liefde wordt gevonden, ziekte wordt bestreden, verraad wordt bestraft, verzet wordt gebroken, helden triomferen, en hoofse poëzie en muziek van de grote componisten de pijn van het grote lijden verzacht. In dat geval lever ik met mijn werk juist die andere werelden aan, vensters op een schaduwrijk en soms duister gedeelte van de wereld, in andere steden, in een naamloos gat, een straat, stegen, flats, en pleinen, waar gevochten, geleden, gehuild, gelachen, gedanst en geschreeuwd wordt. En waar hoop gloort, dwars tegen alles in.

Het wordt tijd dat we een verhaal waarderen voor wat het is, zonder dat er allerlei sentimenten meespelen, opzichtige kwalificaties aan worden gegeven, die vaak niet eens kloppen, maar waar de gevestigde orde zich kennelijk veilig bij voelt. Zo van: ‘Zo zien wij dat.’ En dan moet de rest van Nederland dat ook maar vinden, die natuurlijk te stom is om te herkennen wat een kunstwerk is, laat staan om het op waarde te schatten.

Je noemde zelf de beroemde speech van MLK, die ervan droomde dat zijn kinderen zouden worden beoordeeld op wie ze zijn, op de inhoud van hun karakter, in plaats van dat er iets van ze wordt gevonden vanwege hun huidskleur. Die speech. En dan denk ik weer aan hoe de zwarte actrice werd ‘bejubeld’ in een praatprogramma: ‘De eerste zwarte actrice, die…’

Ik weet nog steeds niet hoe goed ze echt is. Ik weet in elk geval dat ze als zwarte actrice wordt gezien.

IMG_3240%20%284%29.jpg

Vraag 2. Door Pollie

Je boek was oorspronkelijk aangekondigd met verschijningsdatum april 2018. Echter, het duurde een half jaar langer voordat het boek daadwerkelijk gepubliceerd werd. Wellicht is er een heel simpele, praktische reden hoor maar ik vroeg me af of je niet helemaal tevreden was en bent gaan sleutelen aan het verhaal?

alexboogers.jpeg

Antwoord door Alex Boogers

Ik denk dat je bedoelt: verschijningsdatum april 2017. In dat geval heb je gelijk. Het boek heeft een half jaar vertraging opgelopen, deels door het succes van Alleen met de goden en dan vooral door de vele lezingen die ik heb gedaan. Ik heb altijd gezegd dat ik die ene lezer daarbuiten wil vinden, de lezer of lezeres die denkt dat er geen boek meer voor hem of haar is. Toen kwamen de vele verzoeken ( dat begon eigenlijk met de novelle Wanneer de mieren schreeuwen ). Ik wilde zoveel mogelijk scholen, bibliotheken, boekhandels en leesclubs tegemoetkomen. Het tarief opzettelijk laag houden, toegankelijk blijven, tijgeren, blijven tijgeren. Laten weten dat er voor iedereen wel ergens een boek is. Niet eens zozeer mijn boek, maar een boek. Lopen, rennen, overtuigen, winnen, zonder lang stil te staan. Het was letterlijk te veel. Ik hield geen maat, verloor mijzelf een beetje onderweg, en moest weer terugkeren naar de stilte, het schrijfhok, waar niets anders klinkt dan het rammen van de toetsen. Nu doe ik het anders. Ik probeer iets selectiever te zijn. Ik moet iets strenger zijn. In de eerste plaats draait het om het ritme in het hoofd, de beelden die ik moet vangen, de verhalen die ik moet schrijven, de toetsen die ik moet rammen.    

DRUPPEL.jpg

Vraag 3. Door Paul Wormsbecher

Hallo Alex, allereerst van harte gefeliciteerd met het verschijnen van dit prachtige nieuwe boek.
Ik heb er zeer van genoten en je hebt me opnieuw geraakt met de inhoud en opzet van het verhaal.

Mijn vraag gaat over jouw hoofdpersonen in het algemeen:
Ik lees-merk dat in jouw boeken de hoofdpersonen allemaal een struggle-in-life hebben of doormaken; ze schrijven allemaal om hun situatie te reflecteren, een plek te geven en dingen van zich af te zetten.....tevens fixeren ze zich in een hobby of interesse (Angelo: boeken / Jacob: jazz / Amy: kunst / Aaron: kickboksen) om boven te komen drijven of in het leven gezien te worden.

Wat is de reden dat al deze personen vergelijkbaar met elkaar zijn en mogelijk in sommige gevallen zelfs inwisselbaar? Zit hier een bepaalde levensfilosofie aan vast of een algemene gedachte?

alexboogers.jpeg

Antwoord door Alex Boogers

Nu ben ik opgegroeid in een arbeidersmilieu. Er was geen boekenkast in huis, geen ruimte voor een gesprek, geen interesse voor de dromen die ik had, de talenten die ik bezat. Ik was het jongetje dat niet hoefde op te kijken, want er was genoeg sores om mij heen. Ik was het kereltje dat voor zijn omgeving vooral ‘een mannetje’ moest blijven, ‘een ventje’, ‘een verschoppelingetje’. In mijn jeugd kreeg ik veel aandacht voor oosterse wijsbegeerte, die ik natuurlijk niet meteen begreep. Maar ik werd er in elk geval door gegrepen. Veel later ging ik filosofie studeren ( niet afgemaakt, overigens ). Ik geloof in de Taoïstische waarheid: je werk blijven doen, teruggetrokken leven, dat is de Hemelse weg die men gaan moet. Dat ‘werk’ moet iets zijn waardoor je wordt aangetrokken, als de dansende vonkjes van een groot oplaaiend vuur. Je moet de vonkjes zien, je moet het vuur voelen branden. Als je daar gehoor aan geeft ( de kunst van Amy, het kickboksen van Aaron, of veel eerder de citaten van Estee ) dan maakt het niet uit wat voor obstakels het leven opwerpt. Je gaat door en door en door. In sommige interviews die niet alleen over mijn schrijverschap gaan, maar ook over mijn achtergrond en jeugd wordt er vaak gevraagd hoe ik mij staande heb gehouden. Wat heb ik ertegenover kunnen stellen? Tegenover die sores uit mijn jeugd.

Ik keek op. Dat is het simpele antwoord, denk ik. Ik durfde op te kijken. Ik weigerde te aanvaarden dat ik dat dubbeltje was. Ik raakte gebiologeerd door die spreekwoordelijke vonkjes. Het vuur dat ik had voor de vechtkunsten, en tegelijk voor het schrijven, het krassen van de woorden, het rammen van de toetsen. Het boeide mij niet wat men van mij vond, hoe er over mij werd gedacht, of wat ze in mij zagen. Ik ging door. Zo denk ik er nog steeds over. Ik ga door en ik stop niet. Ik ram alles eruit wat erin zit. Wie het ziet, die ziet het.

margo.jpg

Vraag 4. Door Margo de Vries

Hallo Alex,
Ik heb een vraag over het vertelperspectief. Dat van Harvey en Amy begrijp ik, maar hoe komen de verhalen van Jacob bij de verteller Harvey terecht?
Heeft het een betekenis dat Claire haar man Cor noemt?
Ben benieuwd naar je antwoord.

alexboogers.jpeg

Antwoord door Alex Boogers

Op pagina 20 hebben Jacob en Harvey een kort gesprek waarna Jacob afscheid van hem neemt. Hij zegt: ‘Ze achten jou er niet toe in staat. Ze vinden iets van je, ze denken iets van je. Je telt niet mee. Juist daarom moet jij vertellen wat hier gebeurd is.’

Wat er werkelijk is gebeurd, dat kan Harvey juist niet vertellen. Jacob ( Cor ) maakt het grootste offer: hij geeft zijn leven voor dat van Harvey. Je zou kunnen zeggen dat Jacob als eis voor dat offer een beroep doet op de verbeelding van Harvey. Vertel het zoals jij het ziet.

Iets verderop op dezelfde pagina zegt Harvey: ‘…en ik zou vooral de oude man zijn verhaal laten vertellen in zijn woorden, want dat had ik opgepikt uit de boeken van Angelo.’

De boeken die Angelo hem aanreikt zijn romans, een subtiele verwijzing naar de verbeeldingskracht van Harvey. En ook iets verder weer: ‘Ze zouden zeggen dat ik een levendige fantasie heb.’ Voor Harvey is de scheidslijn tussen realiteit en fictie niet altijd even duidelijk. De lezer gaat er overigens vaak vanuit dat de verteller altijd de waarheid spreekt, maar hij kan de lezer evenzeer meenemen naar een universum dat ( deels ) bedacht is. Harvey krijgt natuurlijk ook het dagboek van Amy in bezit waarin ze haar talloze ontmoetingen met Jacob beschrijft, inclusief de gesprekken die ze hebben gevoerd. In het verhaal dat Harvey de lezer uiteindelijk aanreikt mogen we aannemen dat hij die geschiedenissen daarin heeft meegenomen.

 De naam ‘Cor’ is niet zozeer een afkorting van zijn oorspronkelijke naam, maar het geeft wel de intimiteit weer tussen Jacob en zijn vrouw: alleen zij noemt hem Cor. De betekenis en symboliek die in de namen schuilen zijn niet zozeer toevallig, maar ze zijn ook niet bepalend of beslissend voor het verloop van het verhaal. Sommige mensen halen het eruit, anderen niet.

hebban%2819%29.jpg

Vraag 5. Door Marina

Een maand geleden had ik nog niet over je gehoord ( ben Belg, is verder geen excuus), nu heb ik je twee laatste boeken gelezen, zeer tot mijn genoegen. Ondertussen vind ik op het net ettelijke besprekingen en interviews met en over jou...dus mijn excuses als ik 'weer' een bekende vraag stel, ik heb ze niet alle gelezen.
Mijn vraagjes: je bent begonnen als anonieme auteur, nu ben je bekend als schrijver van je boeken. Hoe ervaar je die evolutie?
Zowel in je discours als in je boeken zit veel maatschappijkritiek: zie je dit als een missie?
Ik lees dat je jeugd niet echt een roze wolk was, welke raad kun/wil je meegeven aan huidige ouders?
Dank voor je antwoorden.

alexboogers.jpeg

Antwoord door Alex Boogers

Ik geloofde aanvankelijk dat het genoeg was als je je boek aan de lezer schonk en jij niet bekend hoefde te zijn als de schrijver van dat werk. Ik geloofde er ook in dat niemand zou geloven dat zo’n arbeidersjongen als ik zo’n debuutroman had geschreven over het hooggevoelige meisje Estee. Ik wilde vooral dat het boek zou worden beoordeeld op zijn eigen merites. Dat was toen, in die tijd, kennelijk een naïeve gedachte. Toch wilde ik het op die manier doen. Mijn uitgever ging akkoord, maar zei wel dat mijn volgende boek onder mijn eigen naam moest uitkomen. Toen mijn tweede boek Het waanzinnige van sneeuw onder mijn eigen naam uitkwam werd ik in de letteren geïntroduceerd als de kickboksende schrijver, later als een ‘writer’s writer’, weer later als ‘een volksschrijver’. Ik was daar vaak niet gelukkig mee. Het klinkt vreemd nu, want als ik er in bepaalde kringen weleens over spreek, dan zeggen ze: ‘dat is toch juist goed! Dan ben je herkenbaar. Dat is jouw usp ( unique selling point ), wees blij!’ Zo heb ik dat toen niet ervaren. Mijn tweede roman – in 2001 – werd, bijvoorbeeld, in sommige boekhandels niet gevonden, omdat het bij de afdeling sport lag, tussen het aerobics-boek van Jane Fonda en het bodybuilding-boek van Arnold Schwarzenegger. Kickboksen en literatuur, dat was toch erg vreemd. En was ik alleen maar die kickboksende schrijver geweest, dan zou het eenvoudiger geweest zijn om mij ergens ‘weg te zetten’. In de Volkskrant stond toen in een recensie dat Boogers onverenigbare werelden in zichzelf verenigt. Dat maakt het lastig om hem te duiden. Profetische woorden. Knap gezien. Maar lastig is het gebleven. Niet voor mij. Voor anderen.

Over de maatschappijkritiek: alles wat ik te zeggen heb stop ik in mijn boeken. Dus ook wat jij als maatschappijkritiek ervaart. Ik vind het belangrijk dat je als schrijver de wereld waarin je leeft soms probeert te duiden, of andere vensters biedt op dezelfde waanzin, zodat de lezer er misschien weer net even anders naar kijkt. Ik schrijf geen columns of artikelen zoals veel schrijvers. Ik ben geen vertrouwde naam in het medialandschap, omdat ik zo nodig meteen mijn mening moet geven over een actuele gebeurtenis. Ik hou ervan om er even van een afstand naar te kijken, om er iets langer over na te denken, zodat er iets van een residu ontstaat. Een geconcentreerde gedachte. Als zulke gedachten dan in een boek terechtkomen, omdat een personage ze opeist, dan gebeurt dat. Het is geen ‘must’, maar als het gebeurt, dan gebeurt het.  

En een ouderlijk advies? Daar vraag je me wat. Nou goed…

Geef niet op, geef niet toe, laat los, hou nabij, waak, wees duidelijk, raap op, hou je stil, nodig uit, reik uit, omhels, zeg ‘sorry’, wees aanwezig, leg uit, zeg niet hoe het moet, maar hoe het ook kan, toon vensters, sta stil, kijk toe, geniet, wis elk idee en schrijf het boek over ouderschap elke dag opnieuw, en zorg dat je kind weet dat je van hem houdt. Niets is ooit gegarandeerd.

picture?type=large&width=200&height=200

Vraag 6. Door Jan

Op heel wat plekken zie ik in uw boek kritiek op de maatschappij, bijvoorbeeld in hoofdstuk 8, maar zeker ook In hoofdstuk 12. “We leven in de 21e eeuw en kijken nog steeds niet verder dan onze huidskleur, dan de plek die we innemen op de sociaal-maatschappelijke ladder. We boordelen mensen op wat ze hebben bereikt, niet op hun karakter, wie ze zijn, wat ze voor een ander doen, echt doen.” Het zijn vaak kunstenaars die dit constateren en bij u is het wel een kernthema. Voelt u zich niet een roepende in de woestijn? Ik was bij de presentatie van uw boek in ‘Bird’ en uw uitgever sprak wel als statement uit dat hij beter uit de grachtengordel zou moeten vertrekken. Ik denk dat zo’n uitspraak voor de bühne gedaan wordt en er geen consequenties aan vast zitten. Of heb ik het mis? U bent daarentegen erg gedreven in uw verzet tegen de elite. Levert dat successen op?

alexboogers.jpeg

Antwoord door Alex Boogers

Over de maatschappijkritiek in mijn werk heb ik al een vraag beantwoord. Daar verwijs ik graag naar. Ik strijd niet zozeer tegen de culturele elite om de strijd an sich. Dan hou ik nog altijd meer van een confrontatie waarbij de bokshandschoenen worden aangetrokken. Vaak denk ik dat zo’n elite niet eens bestaat totdat ik er weer tegenaan loop. Je begint het op een bepaald punt te herkennen, zelf als je het niet wil. Het is ook geen club waar de belangrijke meneren en mevrouwen eens in de maand bij elkaar komen. Het is toch vooral een eigenaardige denkwijze waarbij het idee bestaat dat er vanuit het stomme volk niets komt, en als er al iets uit voortkomt, dan wordt het met argwaan en achterdocht bekeken, vaker nog veroordeeld, en in alle gevallen op een goudschaaltje gewogen. Het is dedain, waarbij vooral het gebrekkige inzicht van de elite gemaskeerd wordt, want dat ligt er vaak aan ten grondslag: stupiditeit. Onwetendheid. Angst. We moeten de elite tijd gunnen om die inzichten te verwerven, al was het maar omdat ze een uitstervende soort is. Ze hebben nooit onder een stoeptegel gekeken om te zien wat daar allemaal leeft, en als er dan iets tussen de naden en kieren ‘omhoog’ kruipt, dan is de eerste neiging: vertrappen, bestuderen alsof het van een andere planeet komt, of ‘temmen’ zodat het een aaibaar diertje wordt: de salonrebel, de troetelturk, de knuffelmarokkaan, de excuusneger.

picture?type=large&width=200&height=200

Vraag 7. Door Jan

In uw boek staan steeds cursieve gedeelten. Wat is de functie daarvan?

alexboogers.jpeg

Antwoord door Alex Boogers

De cursieve gedeelten zijn ‘de blauwe noten’ van Harvey, zoals een jazzmuzikant tussen de muziek door ‘priegelt’ en je meeneemt op reis, om uiteindelijk altijd weer terug te keren naar het verhaal. Soms stellen ze de stiltes voor die je nodig hebt in een muziekstuk, zodat we het juist kunnen herkennen als muziek, en soms zijn het solopartijen van de solist, die het muziekstuk even ‘kaapt’.

picture?type=large&width=200&height=200

Vraag 8. Door Jan

In uw boek komen vogels nogal eens naar voren: Milcham, de ijsvogel, de spreeuwenwolk (‘hoe konden ze zo harmonieus met elkaar bestaan, staat op blz. 147). In hoofdstuk 43 zit volgens mij de kern van het boek als Amy met Jacob in discussie is: “Je zei dat sommige vogels niet gezien worden. Dat is niet waar. Ze worden gezien door een partner.” Gaat het boek niet onder meer over erkenning, het feit dat ieder mens gezien wil worden?  Volgens mij staat niet voor niets in Toevoegsel 4. “Ik was een mens en Amy zag het.” Wat is de functie van de vogels?

alexboogers.jpeg

Antwoord door Alex Boogers

Met Jacob als vogelaar in het boek ontkom je er natuurlijk als schrijver niet aan om vogels een belangrijke plek te geven in het verhaal. Jacob zoekt naar de ijsvogel. Het is de witte walvis van kapitein Ahab in Moby Dick, het is de zwaardvis van de oude Santiago in The old man and the sea. De ijsvogel geeft leven, lichtheid, hoop, houvast, lijkt soms zelfs een gids, of een plagerige, kleurrijke nar die verschijnt en verdwijnt, maar het schuwe vogeltje biedt in alle gevallen perspectief in het leven van Jacob, terwijl je je zou kunnen afvragen of er voor de oude Jacob nog iets over is om naar te verlangen, of om voor te vechten. Later wordt dat voor de oude man het jonge meisje Amy.   



Reacties op: Alex Boogers beantwoordt de leesclubvragen

Meer informatie