Ze noemden hem 'de Wolf'. Eens had hij zich met blind fanatisme ingezet voor de Engelse inlichtingendienst en herhaalde malen zijn leven gewaagd in operaties die het daglicht niet konden verdragen. Hij is een 'doder' van professie, een geboren leider en voor zijn mannen een god. 'De Wolf' wist dat hij spoedig zou sterven, doch er restte hem nog één belangrijke taak. Om deze te vervullen verzamelde hij mannen om zich heen die evenals hij de strijd liefhadden en het leven minachtten. Zonder uitzondering waren ze bereid te sterven; voor hem én voor de fakkel, die licht wierp in de duistere wereld van internationale en diplomatieke intriges. De wereld kijkt met ingehouden adem toe hoe 'de Wolf' en zijn mannen de Russische Ambassade in Londen bezetten om het grootste spionageschandaal van deze eeuw te ontketenen.