Sjef, de vader van Mieke Eerkens, is tien als in Indië de oorlog uitbreekt. Korte tijd later wordt hij, gescheiden van zijn familieleden, in een Japans kamp geïnterneerd. Dankzij zijn onverzettelijkheid en vindingrijkheid weet hij te overleven. Tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog emigreert het gezin naar Nederland, waarmee een einde komt aan hun drie generaties lange verblijf in de Oost.
In Nederland wordt aan het eind van de oorlog de vijfjarige Else (Miekes moeder) door de politie uit haar huis gehaald, maatschappelijk doodverklaard als dochter van nazisympathisanten. Ze laten haar met haar broers en zus op de stoep achter terwijl hun ouders gevangen worden gezet.
Jaren later ontmoeten Sjef en Else elkaar. Ze trouwen en willen samen een nieuw, niet besmet leven beginnen in Californië. Maar de oorlog wordt voortdurend gevoeld, ook door hun kinderen, aan wie ze angsten, gewoontes, onbenoembare patronen en reflexen doorgeven.
In Nederland wordt aan het eind van de oorlog de vijfjarige Else (Miekes moeder) door de politie uit haar huis gehaald, maatschappelijk doodverklaard als dochter van nazisympathisanten. Ze laten haar met haar broers en zus op de stoep achter terwijl hun ouders gevangen worden gezet.
Jaren later ontmoeten Sjef en Else elkaar. Ze trouwen en willen samen een nieuw, niet besmet leven beginnen in Californië. Maar de oorlog wordt voortdurend gevoeld, ook door hun kinderen, aan wie ze angsten, gewoontes, onbenoembare patronen en reflexen doorgeven.