De spectaculaire geschiedenis van de Belgische koningen schetst de geschiedenis van België aan de hand van de wederwaardigheden van zijn koningen. In dit werk, dat de auteur zelf omschrijft als een ‘romanfeuilleton’, belicht Patrick Roegiers een doorslaggevende of cruciale periode uit het leven van elke vorst. Leopold I wordt ten tonele gevoerd wanneer deze eerste koning der Belgen voet zet op Belgische bodem, een land dat hij nooit eerder heeft bezocht; Leopold II ontmoeten we op diens tricycle op de dijk van Oostende, op weg naar zijn minnares; Boudewijn maken we mee op de dag dat hij weigert de abortuswet te tekenen.
De vrouwen, broers, maar ook de overleden (vaak buitenechtelijke) kinderen zijn nevenpersonages in deze familieroman, die inderdaad leest als een vertelling in afleveringen. Het is een relaas waarin de droom van de troonsafstand – een droom die iedere Belgische vorst ooit heeft gekoesterd –, de zucht naar geheimzinnigdoenerij, angsten, ongevallen, oorlogen, persoonlijke drama’s, haat en rivaliteit de ingrediënten zijn van een groot avontuur. De spectaculaire geschiedenis van de Belgische koningen is beslist geen hagiografie, maar een verfrissende en kritische verhandeling, die de Belgische monarchen niet portretteert als papieren figuren, maar als mensen van vlees en bloed, met hun tekortkomingen, hun eigen persoonlijkheid en, in de mate van het mogelijke, hun eigen privéleven.
